voortdurende versterking van de eigen kennis. De toenemende automatisering deed functies veranderen of vervallen. Zeker een derde van de medewerkers was bij fusies van lokale Rabobanken of bij andere reorganisaties betrokken. Door deze fusies nam het aan tal aangesloten banken af van 665 tot 595. Het aantal kantoren van de banken daalde met 66 (67) tot 1.923 (1.989). Om de herplaatsing van medewerkers te begeleiden en de interne mobiliteit te vergroten gingen mobiliteitscentra, arbeidsmarkt bemiddelaars en een beursvloer voor vacatures van start. Deze acti viteiten blijven ook de komende jaren van belang. Ook in de toekomst zal van de medewerkers een blijvend grote veranderings bereidheid worden gevraagd. PERSONEELSBEZETTING RABOBANKORGANISATIE 40 VOLLEDIGE ARBEIDSPLAATSEN X 1000 PLAATSELIJKE RABOBANKEN RABOBANK NEDERLAND DOCHTERS BINNENLAND BUITENLAND De verwachting is dat bij de lokale Rabobanken in de komende jaren steeds meer administratieve functies zullen vervallen, terwijl er hoogwaardige adviseursfuncties in de commerciële sfeer voor in de plaats zullen komen. Er wordt naar gestreefd deze nieuwe func ties door verhoging van de mobiliteit en scholingsgraad zoveel mogelijk uit eigen gelederen te vervullen. Het kostenreductieprogramma leidde tot een vermindering van 707 (1.099) volledige arbeidsplaatsen. In totaal werkten eind 1994 bij de Rabobank, inclusief deelnemingen en buitenlandse vestigingen, 37.789 (38.475) mensen, waarvan 7.981 (7.919) in deeltijd. Eind 1994 bedroeg het deeltijdpercentage 23,5 (22,7). De daling van het personeelsbestand in het binnenlandse bedrijf bedroeg 1.043 (1.224) mensjaren. Het aantal volledige arbeids plaatsen bij de plaatselijke Rabobanken liep terug met 808 (1.062). Bij Rabobank Nederland (inclusief Rabofacet) nam de bezetting af met 172 (139) mensjaren; bij de concerndochters in Nederland bedroeg de reductie 63 (23). In het buitenland groeide het aantal volledige arbeidsplaatsen mede door de overname van de Australisch bank PIBA met 336 (125). Opleidingen Om alle veranderingen goed het hoofd te kunnen bieden, wordt veel werk gemaakt van opleidingen. Verbreding van de inzetbaar heid en verhoging van het algehele kennisniveau staan hierbij voorop. Bijna 23.000 medewerkers volgden in 1994 een opleiding of bijscholingscursus. Het gemiddelde opleidingsniveau van de medewerkers is MBO/ HBO. Voor de komende jaren is vooral behoefte aan medewerkers op HBO/WO-niveau.

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Rabobank | 1994 | | pagina 16