markt. Diverse belangrijke marktpartijen
maken dan ook graag van onze diensten
gebruik.
Evenals in de voorgaande jaren groeide de
traditionele kredietverlening in binnen- en
buitenland in 1993 aanzienlijk. De expansie
van het buitenlandse vestigingennet en de
activiteiten gericht op het aangaan van
samenwerkingsverbanden met buitenland
se partners bevonden zich daarentegen in
rustiger vaarwater. Het accent lag vooral op
consolidatie en beheerste uitbouw van de
ingenomen posities door verbreding van
het produktenpakket en groei in de kwalita
tief hoogwaardige marktsegmenten.
Verzekeringsbedrijf
Na een aantal jaren van onstuimige groei
van het levenbedrijf van verzekeringsdoch-
achtereenvo/gende jaar was de prijsvor
ming in diverse sectoren uiterst te/eur-
ter Interpolis was de ontwikkeling in 1993
veel gematigder. De omvang van de porte
feuille nam opnieuw toe. Het schadebedrijf
maakt wereldwijd moeilijke tijden door.
Enkele grote natuur- en milieurampen en de
nasleep van affaires uit het verleden con
fronteerden veel verzekeraars met omvang
rijke schadeclaims. Op de binnenlandse
markt kwam daar nog een forse prijscon
currentie bij, waardoor noodzakelijke pre
mieverhogingen niet of onvoldoende kon
den worden doorgevoerd. Bij Interpolis was
het schadebedrijf dan ook wederom ver
liesgevend.
Het onderzoek naar de voorgenomen fusie
tussen Interpolis en AVCB is in het verslag
jaar afgerond. Het beoogde doel bleek niet
haalbaar, omdat het niet mogelijk was een
structuur te vinden die een sluitende afba
kening tussen de verschillende distributie
kanalen zou kunnen waarborgen.
De fusie met verzekeraar Sterpolis is in het
verslagjaar geëffectueerd. Tevens is in de
zorgsector een samenwerkingsverband
aangegaan met de CZ/LIASS-Groep.
Hiermee wordt de positie van Interpolis als
zorgverzekeraar verstevigd.
Effectenbedrijf
Na een aantal magere jaren kende 1993
weer een uitstekend beursklimaat. Niet
alleen ontwikkelden de meeste koersen
zich voorspoedig, de koersstijging kon ook
gedurende het gehele jaar worden vastge
houden. Door het toegenomen vertrouwen
in de effectenmarkten nam de belangstel
ling voor beleggingen toe. Dit resulteerde
over de gehele linie in een forse stijging van
de inkomsten uit effectendienstverlening.
Het succes van de jarenlange beleggings
ervaring van de Robeco Groep in combina
tie met het sterke distributiekanaal van de
Rabobank was in 1993 opnieuw duidelijk
zichtbaar. De instroom van nieuwe beleg
gingen in fondsen van de Robeco Groep via
het Rabobankkanaal kwam uit op f 5,1 (2,1
miljard.
Financiële gang van zaken
De uitstaande kredietverlening aan de pri
vate sector steeg met f 13,2 miljard tot
f 160,3 (147,1miljard. De toevertrouwde
middelen kwamen uit op f 143,3 140,1mil
jard. De aanwas bleef daarmee achter bij
die van de kredietgroei. Voor aanvullende
stellend. Veel agrariërs zagen daardoor
in 1993 opnieuw hun inkomen dalen.
Als veruit de grootste bankier van het
agrarische bedrijfsleven gaan deze pro
blemen uiteraard de Rabobank niet
onopgemerkt voorbij. Het aantal relaties
dat niet meer aan zijn verplichtingen kan
voldoen is het afgelopen jaar toegeno
men, maar blijft a/s totaal bancair bezien
nog ruimschoots binnen aanvaardbare
grenzen. In de kern is de bedrijfstak
gezond en de ervaring leert dat de
prijzen zich op termijn plegen te her
stellen.
Vermindering van structurele overcapa
citeit en - soms ingrijpende - herstructu
reringen zullen daarbij echter onont
koombaar zijn. Passend bij onze signa
tuur is het beleid van de Rabobank erop
gericht de boeren en tuinders daarbij te
ondersteunen. In de praktijk betekent dit
dat de Rabobank achter de leden en
cliënten zal blijven staan zolang er reële
perspectieven zijn.
Agrarische sector
Overcapaciteit, aanscherping van de
milieu-richtlijnen en in Europees ver
band gemaakte afspraken noodzaken tot
ingrijpende herstructureringen in diver
se agrarische deelsectoren. Bovendien is
de internationale concurrentie de laatste
jaren fors toegenomen. Voor het tweede
14
De plaatselijke Rabobank
Bij alle veranderingen blijft de plaat
selijke Rabobank het hart van de organi
satie. Het aantal banken loopt door fusies
terug. In 1993 waren dit er 57 (37),
waardoor het aantal zelfstandige Rabo-
banken daalde tot 665 (744). Het aantal
kantoren nam af tot 1.989 (2.056).
Dit is een weerspiegeling van de ten
dens naar minder, maar gemiddeld gro
tere Rabobanken. Tevens neemt de balie
als centraal verkooppunt in betekenis af.
Een rol die voor routinediensten geleide
lijk aan wordt overgenomen door appa
raten. De gemiddeld grotere Rabobank
manifesteert zich dan ook steeds meer
als een actieve dienstverlener, die met
een breed scala van bank-, verzekerings-
en beleggingsprodukten voorziet in de
vervulling van de financiële wensen van
haar leden en cliënten.
financiering was de Rabobank dan ook
opnieuw prominent aanwezig op de profes
sionele financiële markten. Het balanstotaal
steeg tot f 253,2 (232,4) miljard.
De baten groeiden met 8,0%. De relatieve
stijging van de middelenprijs werd, over
eenkomstig onze coöperatieve doelstelling,
slechts ten dele doorberekend aan de leden
en cliënten, waardoor de rentemarge
in het lokale bedrijf terugliep. De toe
genomen kredietvolumina en gestegen
inkomsten uit het off-balance-bedrijf zorg
den echter voor tegenwicht. De provisies en
enkele andere batencategorieën stegen
opnieuw flink. Het gunstige beleggingskli
maat, maar ook de inkomsten uit de valuta-
handel en het betalingsverkeer speelden
daarbij een rol.
De bedrijfslasten namen toe met 7,8% tot
f 5.786 (5.369) miljoen. Het stijgingstempo
nam vooral af door de uitstroom van perso
neel. Omdat de omvang van de andere
beheerskosten indirect ook is gerelateerd
aan het personeelsvolume, was ook daar
sprake van een gematigde ontwikkeling, die
echter opwaarts werd vertekend door een
in 1993 getroffen reorganisatievoorziening
met het oog op het in gang zijnde herstruc
tureringsproces. Hiervoor geschoond is de
groei van de bedrijfslasten aanzienlijk lager.
Met inbegrip van de waardeveranderingen
van vorderingen en financiële vaste activa
stegen de totale lasten met 7,3% tot f 6.625
(6.173) miljoen.
Per saldo nam het bedrijfsresultaat vóór
belastingen toe met 10,4 (4,8)% tot f 1.750
(1.585) miljoen, een duidelijke verbetering
ten opzichte van het voorafgaande jaar. Het
nettoresultaat kwam uit op f 1.123 (1.020)
miljoen, een toename met 10,1 (0,8)%.
Afgezet tegen de doelstellingen van het
kostenmatigingsprogramma zijn wij tevre
den over de in 1993 geboekte resultaten. De
lastenstijging bleef beperkt en lag voor het
eerst sinds 1989 onder die van de baten. De
verhouding tussen baten en bedrijfslasten
kwam uit op 1,45 (1,44). Gecorrigeerd voor
de getroffen voorzieningen was er sprake
van een duidelijke verbetering.
BIS-ratio
De BIS-ratio is een door de internationale
toezichthouders vastgestelde norm voor de
vermogenspositie in relatie tot de bereken
de risico's van een bank. Anders gezegd:
het is een maatstaf voor de financiële
kracht van een bank. De BIS-ratio van de
Rabobank kwam per eind 1993 uit op 12,1%.
Dit is ruim anderhalf maal het minimumni
veau van 8%, dat zowel door de nationale
als internationale toezichthouders wordt
geëist. Het is ook meer dan het gemiddelde
van het bankwezen in zowel binnen- als
buitenland. Splitsing naar kern- en aanvul
lend kapitaal onderstreept nog eens de
financiële soliditeit van de Rabobank. Voor
alleen het kernkapitaal komt onze ratio uit
op 9,1%. Dit ligt ver boven hetgeen interna
tionaal gebruikelijk is.
Verwachtingen voor 1994
Voor 1994 wordt een beginnend herstel van
de economie voorzien. Dit zal bijdragen aan
een verdere groei van de activiteiten.
Het beleid van de Rabobank is gericht op
een beheerste en vooral op kwaliteit gerich
te groei.
Het kostenmatigingsbeleid zal worden
voortgezet, waardoor de toename van de
lasten bij die van de baten zal achterblijven.
Een voortgaande verbetering van onze
resultaten ligt dan ook in de lijn der ver
wachting.
15