Z "panden wordt de actuele waarde aansepast aan de hand van °Z7„«n, Onroerende zaken voor eigen gebruik Immateriële activa Overige immateriële activa worden gewaardeerd tegen ten hoogste het bedrag waarvoor deze van derden z.jn verkregen, verminderd met het bedrag der afschrijvingen. Onroerende zaken en bedrijfsmiddelen De bankgebouwen zijn gewaardeerd tegen actuele waarde, afgeleid uit de vervangingswaar de op basis van continuïteit en functionaliteit. Deze vervangingswaarde wordt verkregen door middel van periodieke taxaties, zodanig dat elk gebouw ten minste één keer in de tien jaar wordt getaxeerd. Voor de in het boekjaar niet g axeerde panden wordt de actuele waarde aangepast met behulp van bouwindexcijfers. De verandering in de waarde, die het gevolg is van deze waarderingsgrondslag, wordt ten gunste respectievelijk ten laste van een herwaarderingsreserve gebracht, rekening houdend met belastinglatenties. Op de actuele waarde zijn afschrijvingen toegepast volgens de lineaire methode, gebaseerd op een verwachte levensduur van maximaal 33 V3 jaar. Bankgebouwen in aanbouw zijn opgenomen tegen de uitgaafprijs. Tijdens de bouw wordt niet afgeschreven. Indien het voornemen bestaat om bepaalde panden te verkopen, worden deze gewaardeerd tegen de getaxeerde opbrengstwaarde onder aftrek van te maken kosten sAcfhkre0ven0mmen Verkr69en 9r°nden W°rden maXimaa' 33 Vs jaar af9e" De met-bedrijfsgebonden gebouwen zijn gewaardeerd tegen actuele waarde Actuele waarde betreft de waarde waartegen bestens kan worden verkocht onder aftrek van maken kosten; deze wordt verkregen door middel van taxaties. Voor de in het boekjaar Onroerende zaken verkregen uit de afwikkeling van vorderingen zijn opgenomen tegen de verkrijg,ngspnjs of, indien lager, de waarde waartegen bestens kan worden verkocht onder aftrek van te maken kosten. de waardpden WOTden d *9- vervaard,gingsprijs of, indien lager, de waarde waartegen bestens kan worden verkocht onder aftrek van te maken kosten Ontvangen koopsommen worden hierop in mindering gebracht. Bedrijfsmiddelen De overige bedrijfsmiddelen zijn gewaardeerd tegen verkrijg,ngsprijs onder toepassing van jaarlijkse lineaire afschrijvingen afhankelijk van de geschatte levensduur. Voorzieningen Onroerende zaken niet voor eigen gebruik Voorziening voor latente belasting- waarderingsverschillen, verplichtingen Levens verzekering Berekening van deze voorziening heeft plaatsgevonden tegen contante waarde. Grondslagen voor waardering en resultatenbepaling specifiek voor het verzekeringsbedrijf De ,n de toelichting op de winst- en verliesrekening vermelde bedragen uit hoofde van het verzeker,ngsbedrijf betreffen de bedragen vóór eliminatie van de intercompany-verhoudin- 9 technische voorzieningen verzekeringsbedrijf en schadeverzekering zijn in de balans opgenomen onder het hoofd voorzieningen. Technische voorzieningen verzekeringsbedrijf (eigen rekening) Deve^keringsverp'ichtingen zijn berekend volgens de net.omethode op basis van recente sterftetafels en op een rekenrente van overwegend 4% mkreerkaeT9SVedPliChtin9en SPaa--°P*™a,-verzekeringsprodukten is de nrente gebaseerd op een variabel percentage, afhankelijk van de aan de verzekeringen gekoppelde hypotheken. 56 Op de technische voorzieningen verzekeringsbedrijf zijn geactiveerde rentestandskortingen in mindering gebracht. Deze rentestandskortingen zijn gewaardeerd tegen nominale waarde, verminderd met afschrijving. De afschrijving voor spaarverzekeringen, waarvoor de beleggingen bij Interpolis plaatsvinden, geschiedt in 8 jaar. Bij verzekeringen waarvoor de beleggingen bij de Rabo- banken plaatsvinden, wordt de afschrijvingsperiode gelijkgesteld aan de looptijd van de ver zekering. Schade- Voor de hieronder begrepen technische voorziening premies is opgenomen het op het einde erzekering van het boekjaar onverdiende deel van de verschenen premies onder aftrek van provisies. In deze voorziening zijn tevens begrepen de verouderingsvoorzieningen voor ziektekosten-, arbeidsongeschiktheids- en ziekengeldverzekering. Voorts zijn hieronder begrepen de technische voorzieningen schaden, zijnde de voorzienin gen voor de nog niet afgewikkelde schaden eigen rekening aan het einde van het boekjaar, rekening houdend met de ten tijde van het vaststellen van de voorzieningen nog niet gemelde schadegevallen, betrekking hebbend op het verstreken boekjaar. De vaststelling is geschied, hetzij post voor post, hetzij als benadering hiervan, op ervaringscijfers. Tevens zijn hieronder begrepen nog te betalen schaderegelingskosten. De voorziening schaden arbeidsongeschiktheidsverzekering is berekend op actuariële schadereserveringsfactoren (volgens eigen waarneming inzake reactivering) met een reken- rente van 4%. Overige grondslagen van resultatenbepaling Rente, provisie en andere baten worden ten gunste gebracht van het boekjaar waarop zij betrekking hebben. Bij de bepaling van de kosten wordt rekening gehouden met nog te betalen en vooruitbetaal de kosten. Bij de bepaling van de belastingen wordt het bedrag van de waardeveranderingen op vor deringen in aanmerking genomen. Verder is rekening gehouden met de deelnemingsvrijstelling. De afschrijvingen geschieden conform de toelichting op de post onroerende zaken en bedrijfsmiddelen. De bijgeboekte rente en provisie ten aanzien waarvan twijfel omtrent de inbaarheid bestaat, worden niet als resultaat verantwoord. Deze worden aangewend voor een aan te brengen waardevermindering voor hetzelfde bedrag. Dit geldt met name voor niet ontvangen rente en provisie, berekend over vorderingen, waarop een waardevermindering is toegepast en waarbij ten aanzien van de debiteur een discontinuïteitsverwachting bestaat of deze toestand reeds is ingetreden. Rente en provisie - voor zover niet ontvangen - berekend over vorderin gen waarop in verband met het landenrisico een waardevermindering is toegepast, worden - voor zover berekend over voornoemde waardevermindering - evenmin als resultaat verant woord. Regeling pensioenen en Vrijwillig Vervroegd Uittreden Per 1 januari 1989 is het Pensioenreglement Rabobankorganisatie 1989 van kracht geworden. Dit reglement is gebaseerd op het geïndexeerde opbouwsysteem. Bij dit systeem wordt er telkenjare een gedeelte van het pensioen opgebouwd, dat daarna tot de pensioendatum welvaartsvast wordt gehouden op basis van de algemene loonontwik keling binnen de Rabobankorganisatie. Voor werknemers die per 31 december 1988 reeds voor onbepaalde tijd in dienst waren, kent het Pensioenreglement Rabobankorganisatie 1989 een overgangsbepaling. Op grond daarvan blijft de voor hen geldende pensioenregeling gebaseerd op het eindloonsysteem met levensjarenbeginsel. 57

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Rabobank | 1993 | | pagina 30