vooral zogenoemde cyclische sectoren
(metaal, chemie en papier). Ook de bouw
nijverheid werd met een verslechtering
geconfronteerd. De fabrikanten van consu
mentengoederen hadden minder te lijden
van de conjuncturele neergang, doordat het
consumentenvertrouwen lang op peil bleef.
De winstgevendheid van het bedrijfsleven
heeft vooral in de tweede helft van 1992
onder druk gestaan. Ter bescherming van
het marktaandeel moesten exporterende
bedrijven hun marges verminderen. Door
de in verhouding tot de arbeidsproduktivi-
teit hoge stijging van de loonkosten is de
arbeidsinkomensquote opnieuw opgelo
pen. De verslechterde winstgevendheid, de
onzekere afzetverwachtingen en de forse
investeringsgroei in de voorgaande periode
waren de belangrijkste oorzaken van de
eerder genoemde volumedaling van de
bedrijfsinvesteringen.
De zwakke conjunctuur bleek eveneens uit
de sterke stijging van het aantal faillisse
menten. Dit lag in de eerste drie kwartalen
van 1992 maar liefst 25% hoger dan in het
voorafgaande jaar. Dat het aantal gedwon
gen bedrijfssluitingen niet sterker is opge
lopen, is te danken aan de in het algemeen
gezonde financiële positie van het bedrijfs
leven, opgebouwd in de jaren 1985-1991.
Economische kerngegevens Nederland
Volume (mutaties in 1992* 1991
Goederenuitvoer 2,0 5,2
Particuliere consumptie 1,7 3,3
Bedrijfsinvesteringen (excl. woningen) 1,1 2,2
Bruto binnenlands produkt 1,7 2,1
Niveaus
Werkloosheid (x 1000 personen) 303 319
Saldo lopende rekening
Betalingsbalans (f miljard) 13 15
Financieringssaldo Rijk NNI) -/- 4,4 -/- 4,2
Bron. Centraal Bureau voor de Statistiek en Centraal Planbureau
Voorlopige cijfers
Agrarische sector
In 1992 werden voor de agrarische sector
twee belangrijke besluiten genomen. Aller
eerst besloot de Raad van Landbouwminis
ters van de EG het Gemeenschappelijke
Landbouwbeleid ingrijpend te wijzigen.
De belangrijkste verandering is de staps
gewijze prijsverlaging voor granen, die gro
tendeels wordt gecompenseerd door een
toeslag per hectare. De graanprijzen zullen
hierdoor geleidelijk dichter bij het niveau op
de wereldmarkt komen te liggen. Grote
graanproducenten moeten echter wel 15%
van hun grond met door de EG gesteunde
akkerbouwgewassen uit produktie nemen.
Door de lagere graanprijs zullen vele akker
bouwers andere gewassen dan granen
gaan verbouwen, met als gevolg dat ook
hiervoor de prijzen zullen dalen. Voor de
tuinbouw, die niet onder de marktorde
ningsregelingen valt, en de zuivelsector
verandert er weinig. Dit geldt in het al
gemeen ook voor de intensieve veehouderij.
Het tweede belangrijke besluit is het
akkoord tussen de Verenigde Staten en de
Europese Gemeenschap omtrent het land
bouwbeleid in internationaal perspectief.
Dit akkoord lijkt in grote lijnen te passen
binnen het gewijzigde Europese landbouw
beleid. Deze bilaterale afspraak vergroot de
kans op een succesvolle afronding van de
zogenoemde Uruguay-ronde van de
Algemene Overeenkomst inzake Tarieven
en Handel (GATT).
In Nederland zal met name de zuivelsector
(kaas) nadelen van dit akkoord ondervinden.
Op nationaal niveau is het afgelopen jaar
het nodige gedaan op het gebied van
milieu, natuur en landschap. In de reeds
een aantal jaren van kracht zijnde mestwet
geving hanteert de overheid strenge nor
men voor wat betreft de aanwending van
mest. Deze normen zullen nog strakker
worden, waardoor het mestoverschot toe
neemt. De agrarische ondernemers speel
den hierop ook in 1992 in met investeringen
en plannen die leiden tot een vermindering
van de mestproduktie en van de emissie
van schadelijke stoffen. De perspectieven
22
De agrarische sector
startte in 1992 het
proefbedrijf De Marke om
onderzoek te doen naar
milieuvriendelijke
produktiemethoden in de
melkveehouderij.
voor de agrarisch ondernemer verslechte
ren immers, als hij niet binnen afzienbare
tijd kan voldoen aan de vereiste milieunor
men. De vooruitzichten van het agrarische
bedrijf worden daarnaast ook beïnvloed
door de keuzen die de overheid maakt met
betrekking tot de landinrichting. Zo geeft
het in 1992 verschenen Structuurschema
Groene Ruimte aan, welke gebieden in
Nederland worden aangemerkt als natuur
gebied, als waardevol landschap of als
gebieden waar de land- en tuinbouw meer
accent krijgt.
De agrarische sector in ons land werd in
1992 geconfronteerd met een aantal nega
tieve natuurlijke invloeden, zoals ziektes.
Voorts leidden de gunstige weersomstan
digheden tot goede oogsten, waardoor
echter voor diverse produkten een forse
prijsval optrad. Mede hierdoor daalde het
gemiddelde inkomen van de boeren en
tuinders vorig jaar met 20%, waarbij vooral
de akkerbouw, de glastuinbouw en de fruit
sector zwaar werden getroffen. Ook sommi
ge met de land- en tuinbouw verbonden
bedrijven gaat het minder voor de wind.
De omzet van groente- en fruitveilingen is
vorig jaar gedaald en in de slachterijsector
vonden reorganisaties plaats, vooral om
overcapaciteitsproblemen op te lossen.
Financiële markten
De gebeurtenissen op de Europese valuta
markten stonden in het najaar van 1992 in
het middelpunt van de belangstelling. Niet
alleen bleek de sinds 1987 getoonde stabili
teit binnen het Europese Monetaire Stelsel
deels op drijfzand gebouwd, ook de koppe
ling van de Scandinavische munten aan de
ECU bleek niet bestand tegen het geweld
van de financiële markten. Voorts hadden
de munten van de zwakkere EG-econo-
mieën (en de ECU) te lijden onder de hape
rende Europese integratie. Zo moesten het
Britse pond en de Italiaanse lire hun deel
name aan het EMS zelfs opschorten.
De gulden en de Belgische frank daaren
tegen konden probleemloos hun pariteit
met de Duitse mark vasthouden, waarbij de
centrale banken van de Benelux-landen
zelfs enige keren zelfstandig hun officiële
rentetarieven konden verlagen.
Bij de andere munten viel vooral de koers-
beweging van de Amerikaanse dollar op.
Het aanvankelijk tegenvallende herstel van
de conjunctuur in de Verenigde Staten, de
23