integratie een grote stap vooruit zou doen.
De realiteit stelde echter teleur. De Deense
verwerping van het Verdrag van Maastricht
in het referendum dat begin juni werd
gehouden schudde bevolkingen, politici en
financiële markten wakker. De vanzelfspre
kendheid van de Europese eenwording,
waarvan tot dan toe was uitgegaan, kwam
ter discussie te staan. Zelfs in Frankrijk kon
onder invloed van allerlei sentimenten
slechts een krappe meerderheid voor de in
Maastricht overeengekomen wijziging van
het EG-Verdrag worden behaald. Voorts
werd de ratificatie van het Verdrag in het
Verenigd Koninkrijk uitgesteld tot na de
aanvaarding door Denemarken. Hiertoe zal
de Deense bevolking zich eerst opnieuw in
een referendum over het Verdrag en de in
Edinburgh overeengekomen aanvullende
bepalingen moeten uitspreken.
Voorts bracht de crisis binnen het EMS de
nog onvoldoende economische convergen
tie tussen de EG-lidstaten pijnlijk voor het
voetlicht. Toen de Zwitsers begin december
tenslotte in een referendum hun deelname
aan de Europese Economische Ruimte
afwezen, kreeg ook dit project met vertra
ging te maken. Het integratiestreven is
aldus met nieuwe problemen opgezadeld,
waardoor de oorspronkelijke tijdschema's
niet meer haalbaar lijken.
Nederlandse economie
Voor Nederland was 1992 vanuit conjunctu
reel oogpunt bezien een teleurstellend jaar.
Het uitblijven van het mondiale groeiherstel
had in hoge mate zijn weerslag op de groei
van de uitvoer. Slechts doordat ook de toe
name van de invoer sterk terugviel, bleef er
sprake van een positieve bijdrage van de
externe sector aan de produktiegroei in ons
land. Het overschot op de lopende rekening
van de betalingsbalans kwam met een
bedrag van f 13 miljard lager uit dan in 1991.
De binnenlandse bestedingen vielen even
eens terug in groeitempo. Bij een zeer
gematigde koopkrachtontwikkeling was het
slechts te danken aan een verdere daling
van de spaarquote, dat de consumptieve
bestedingen nog in volume toenamen. Ook
de investeringen groeiden slechts beperkt.
De resulterende volumegroei van het bruto
binnenlandse produkt was met 1,79b welis
waar vrij laag, maar in vergelijking met de
andere EG-landen niet ongunstig.
De gemiddelde prijsstijging liep wat terug.
Inflatie (jaargemiddelden in
1985 1986 1987
OESO
Verenigde Staten
20
De sterke gulden - met als gevolg lagere
invoerprijzen - en de BTWverlaging in okto
ber hadden een drukkend effect op de prijs
ontwikkeling.
Ondanks de terugval in de produktiegroei
was sprake van een voortgaande daling van
de werkloosheid, tot 303.000 personen.
De ontwikkeling in de loop van het verslag
jaar laat echter zien, dat er een eind is
gekomen aan de langdurige periode van
dalende werkloosheid.
De lagere economische groei belemmerde
de voortgang in de reductie van het finan
cieringstekort. Was er in 1991 sprake van
een tekort dat zich ruim onder de doelstel
ling van het regeerakkoord bevond, 1992
gaf een tekort te zien dat iets boven de
norm van 4,25% van het netto nationale
inkomen lag. De naar verwachting sterk
tegenvallende economische groei in 1993
noodzaakte het kabinet om reeds vrij snel
na de aanbieding van de Miljoenennota
aanvullende maatregelen te nemen.
Vanwege de ongunstige economische
vooruitzichten werd het najaar van 1992
gekenmerkt door besprekingen over nood
zakelijke verdere loonmatiging. Slechts op
die wijze kan compensatie worden gebo-
Net als in 1991 kon de
particuliere consumptie
alleen maar toenemen,
omdat de spaarquote
afnam.
den voor de sterke verslechtering van de
concurrentiepositie van de exportsector
vanwege de appreciatie van de gulden.
Gelet op het grote aandeel van de uitvoer in
de totale produktie in ons land, is herstel
van de uitvoergroei een voorwaarde voor
een voldoende toename van de werkgele
genheid op langere termijn.
Binnenlands bedrijfsleven
De matige economische ontwikkeling werd
weerspiegeld in de gang van zaken bij het
bedrijfsleven. De zwakke conjunctuur trof
Economische groei (volumestijging BBP in
Verenigde Staten Duitsland
1991 1992
21