De activiteiten van de belangrijkste concerndochters zijn. verzekeren, leasing, factoring en scheepsfinanciering. Concerndochters In dit hoofdstuk wordt op beknopte wijze ingegaan op de gang van zaken bij onze drie belangrijkste concerndochters. Voor een meer uitvoerige toelichting wordt verwezen naar de door deze instellingen afzonderlijk te publiceren jaarverslagen. DE LAGE LANDEN INTERNATIONAL BV Bij De Lage Landen was sprake van een aanzienlijke toename van het activitei tenniveau. Het geconsolideerde balans totaal bedroeg ultimo 1991 f 4,6 (4,2) miljard, een stijging met 9,6 (10,5)%. Als bovendien rekening wordt gehouden met de overdracht ultimo 1991 van een deel van de portefeuille consumptief kre diet aan de Rabobank Financierings maatschappij dan zou de groei 17,2% hebben bedragen. De uitbreiding van het activiteitenniveau vond zowel plaats bij de leaseprodukten (met name vastgoed-, vendor- en auto lease) als bij de factoring- en incasso diensten. De belangrijkste bijdrage aan de groei kwam van de buitenlandse ves tigingen van De Lage Landen. Het aan deel van deze vestigingen in de totale portefeuille is toegenomen tot 18 (6)%. Deze groei is deels veroorzaakt door de overname van het Belgische autolease bedrijf Sobelease, maar vooral ook door het snel toenemende activiteitenniveau bij de relatief jonge buitenlandse doch terondernemingen. Bij de binnenlandse activiteiten vond een lichte afvlakking van de groei plaats. De netto-opbrengst (rentemarge de opbrengsten uit verhuur na aftrek van de waardevermindering van de verhuurde lease-objecten) van De Lage Landen is in het verslagjaar gestegen tot f 212 (175) miljoen. Dit is een groei met 21,1 (30,9)%. Ten gevolge van de uitbreiding van de activiteiten namen de lasten toe met 22,4 (37,8)% tot f 148 (121) miljoen Het brutoresultaat is ondanks de behoor lijke kostenstijging en de verkrappende rentemarge, dank zij de uitbreiding van het activiteitenniveau toegenomen tot f 65 (54) miljoen. De toevoeging aan de voorziening algemene bedrijfsrisico's ging van f 19,4 miljoen naar f 24,6 mil joen. De verhoging van deze toevoeging kwam tot stand onder invloed van het gegroeide kredietvolume en als gevolg van de door de conjuncturele neergang toegenomen risico's. De nettowinst kwam met f 27,9 (28,0) miljoen op vrijwel hetzelfde niveau uit als in 1990. Voor 1992 wordt bij De Lage Landen, gelet op de toenemende spreiding van het activiteitenniveau over binnen- en buitenland, minimaal een gelijkblijvend resultaat verwacht. Bi| De Lage Landen een aanzienlijke activiteitenniveau. 45

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Rabobank | 1991 | | pagina 24