orde. Het doorlopen van het PIA-traject, waaraan in 1991 166 banken deelnamen, wordt beschouwd als voorbereiding op de invoering van LAURA (Lokale Automatisering Rabobanken). In het LAURA-project is in 1991 een begin gemaakt met de overschakeling naar de nieuwe generatie van informa tiesystemen op Olivetti-apparatuur. PERSONEEL Het aantal personeelsleden van de Rabobankorganisatie (exclusief de Stichting Pensioenfonds Rabobankorganisatie) nam in 1991 toe met 1.200 (3.451, waarvan 1.960 door de integratie met Interpolis) en kwam daar mee op een totaal van 39.050 (37.850). Uitgedrukt in volledige arbeidsplaatsen steeg de werkgelegenheid in de organi satie met 957 (3.201, waarvan Interpolis 1.895) mensjaren tot 36.054 (35.097). Bij de plaatselijke Rabobanken was de stijging van het aantal personeelsleden minder groot dan in het voorafgaande jaar. De toename bedroeg 830 (1.242), waardoor het aantal medewerkers steeg tot 30.221 (29.391). In mensjaren ge meten was de stijging 618 (1.048), een procentuele groei van 2,3 (4,0). Bij Rabobank Nederland nam het bin nenlandse personeelsbestand nauwelijks toe. Het aantal personeelsleden steeg met 14(78) tot 5.018(5.004). Het aantal volledige arbeidsplaatsen liep op tot 4.824 (4.810) mensjaren. In het buitenland groeide de personeels bezetting in het verslagjaar met 169 (185). Het totaal aantal personeelsleden in het buitenland is daarmee op 1.084 gekomen. Het percentage personeelsleden dat in deeltijd werkt bleef ongeveer gelijk, namelijk 20,5. Mede in het licht van de maatschappelij ke discussie zullen ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid in 1992 extra aan dacht krijgen. Kernpunt in de aanpak is de primaire verantwoordelijkheid van management en medewerkers voor 'hun' ziekteverzuim. De ondersteuning door adviseurs van binnen en buiten de organisatie zal daar bij selectief gericht en op maat gesneden dienen te zijn. Deze aanpak past in het door de over heid voorgestelde volumebeleid, waarbij de nadruk zal worden gelegd op het voorkomen van ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid. In dit kader wordt voortdurend specifieke aandacht gegeven aan de begeleiding van mede werkers die bij calamiteiten, zoals bank overvallen en gijzelingen betrokken zijn. Voor management en medewerkers, die veel met agressie - bijvoorbeeld aan de balie - te maken hebben, is het speciale opleidingsprogramma Persoonlijke Weerbaarheid ontwikkeld. Bij de plaatselijke Rabobanken was de stijging van het aantal personeels leden vorig jaar minder groot dan in het jaar daarvoor. 42 RABOBANK INTERNE ARBEIDSMARKT In 1991 werd de opzet van de Rabobank Een goed functio- Interne Arbeidsmarkt verder vormgege- nerende interne ven. Een goed functionerende interne arbeidsmarkt is arbeidsmarkt is van belang voor een opti- van groot belang male personele bezetting en ontplooiing voor een optimale van de medewerkers in de organisatie. personele bezetting Na Rabobank Nederland hebben ook de en ontplooiing van eerste lokale Rabobanken, volgens plan, de medwerkers besloten gebruik te maken van de dien sten van de Interne Arbeidsmarkt. Hierdoor krijgt de Interne Arbeidsmarkt steeds meer gestalte, waarmee zij een grotere bijdrage kan leveren aan de uitvoering van het personeelsontwik kelingsbeleid. CAO VOOR HET BANKBEDRIJF Met ingang van 1 april 1991 is de nieuwe CAO voor het Bankbedrijf in werking getreden. De salarisschalen - de feitelijk betaalde salarissen en de VUT-uitkerin- gen - zijn op grond van de overeengeko men loonstijging op 1 juli 1991 verhoogd met 3%. In de CAO is de mogelijkheid opgenomen om drie maanden aaneen gesloten onbetaald ouderschapsverlof op te nemen als alternatief voor de mogelijkheid om - overeenkomstig de wet op het ouderschapsverlof - voor een periode van maximaal zes maanden de arbeidsduur terug te brengen tot 20 uur per week. Daarnaast is in de CAO een regeling getroffen voor een werkgevers bijdrage in de kosten van kinderopvang. 43

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Rabobank | 1991 | | pagina 23