Ook het woon werkverkeer werd flink duurder. van de werkgelegenheid voor, waardoor de werkloosheid verder afnam tot gemiddeld 315.000. Daarbij leek de span ning op segmenten van de arbeidsmarkt te verminderen, hetgeen tot uitdrukking kwam in een daling van het aantal open staande vacatures. De toename van de werkgelegenheid met circa 1,5% was vooral geconcentreerd in het midden- en kleinbedrijf. De afnemende omzetgroei en de met al te hooggespannen verwachtingen voor 1992 hebben bij een aantal bedrijven geresulteerd in saneringsoperaties, waardoor de komende tijd in de betrok ken sectoren niet of nauwelijks groei van de werkgelegenheid is te verwachten. De inflatie is in de loop van 1991 sterk aangewakkerd. De grootste versnelling deed zich voor in juli, toen een aantal kostenverhogende overheidsmaatrege len werd doorgevoerd. De sterker dan verwachte prijsstijging van de gezins consumptie vormde, achteraf bezien, de belangrijkste verklaring voor de bij vrijwel alle inkomenscategorieën ge daalde koopkracht. In het afgelopen jaar is duidelijk gewor den, dat de groei van de Nederlandse economie in steeds grotere mate afhan kelijk wordt van het buitenland. De noodzaak van een verdere sanering van de overheidsfinanciën begrenst immers niet alleen de uitgaven van de collectie ve sector. Door de resulterende lasten verzwaringen wordt namelijk ook een rem op de bestedingen van de particu liere sector gelegd. Gelet op de aldus toenemende afhankelijkheid van de export moet er daarom extra voor wor den gewaakt dat de oplopende inflatie niet wordt afgewenteld op het bedrijfsle ven. Additionele loonsverhogingen tas ten immers de concurrentiepositie aan, waardoor de groei van de Nederlandse economie verder vertraagt en het nood zakelijke saneringsproces van de over heidsfinanciën wordt bemoeilijkt. BINNENLANDS BEDRIJFSLEVEN De conjuncturele terugval in alle beste dingscategorieën in ons land heeft uiteraard zijn weerslag gehad op het bedrijfsleven. Dit heeft zich, ondanks een bescheiden uitbreiding van de activitei ten, aanmerkelijk minder voorspoedig ontwikkeld dan in de voorgaande jaren het geval was. De groei van de indu striële produktie liep terug van meer dan 4% in 1990 tot ongeveer 2% in 1991. De kosten toonden een opgaande tendens, waardoor de voorspoedige winstontwik keling werd afgeremd. De afzet van het op het buitenland ge oriënteerde bedrijfsleven heeft enige hinder ondervonden van de minder gunstige internationale economische ontwikkeling en de erosie van de Nederlandse concurrentiepositie. De op het binnenland gerichte produktie had last van aarzelingen bij vrijwel alle bestedingscategorieën. Bij de investe- ringsgoederenafzet werd een periode van forse expansie in de particuliere sector afgesloten. De overheidsinveste ringen werden geremd door de vermin derde activiteiten in de woningsector, hetgeen weer een belangrijk uitstralings effect had op andere delen van het bedrijfsleven. Hoewel de overige inves teringsuitgaven van de overheid voor het eerst sinds enkele jaren op peil ble ven, bood dit onvoldoende compensatie. De lastenverzwaring door de overheid en de prijsstijgingen remden de toename van het reëel beschikbaar gezinsinkomen. Slechts door minder te sparen slaagde men erin de consumptie ve bestedingen op peil te houden. Het jaar 1991 werd aldus gekenmerkt door een aanmerkelijk tragere groei van de binnenlandse afzet van het bedrijfsle ven dan in voorgaande jaren. Hoewel flink omhooggestuwd door de loonkosten (de contractlonen in het bedrijfsleven zijn in 1991 met ruim 3% gestegen), bleef in het verslagjaar de ECONOMISCHE KERNGEGEVENS NEDERLAND Volume (mutaties in 1991' 1990 Goederenuitvoer 5,0 5,7 Particuliere consumptie 2,8 3,9 Bedrijfsinvesteringen (exclusief woningen) 3,0 8,7 Bruto nationaal produkt 2,0 4,0 Niveaus Werkloosheid (x 1 000 personen) Saldo lopende rekening betalingsbalans (x f mrd) Financieringssaldo Rijk NNI) Bron: Centraal Bureau voor de Statistiek en Centraal Planbureau Voorlopige cijfers 21 -4,3 19 -5,3 22 Voor het gehele bedrijfsleven kon de winstmarge in 1991 worden geconsolideerd. totale kostenontwikkeling redelijk in de pas lopen met die van de afzetprijzen. Voor het gehele bedrijfsleven kon de winstmarge worden geconsolideerd, waarbij vooral het rendement op de binnenlandse markt bevredigend was. Herstructureringskosten - mede met het oog op de komende Europese een wording en strategische herbezinning hebben een aantal, met name grotere, bedrijven in 1991 in de rode cijfers gebracht. Het aantal faillissementen toonde na een periode van stabilisatie een licht stijgende beweging. AGRARISCHE SECTOR De agrarische sector stond in 1991 in het teken van een aantal ingrijpende veran deringen in het beleid. Vooral in de grondgebonden sectoren akkerbouw en melkveehouderij zullen deze veranderin gen gevolgen hebben. Op internationaal niveau zullen de uit komsten van de GATT-onderhandelingen in het kader van de Uruguayronde de randvoorwaarden voor het toekomstige landbouwbeleid aangeven. Wereldwijd zullen de steunvormen voor de land bouw worden geharmoniseerd. Ter discussie lag een voorstel om door 'tarificatie' - dat wil zeggen het omzetten van de verschillende beschermende maatregelen aan de grens in een vast invoertarief - de interne markt in een bepaalde verbinding te stellen met de wereldmarkt. Voorgesteld is deze tarie ven in de komende jaren te verlagen. In de eindvoorstellen, die de Directeur- Generaal van de GATT in december 1991 heeft gepresenteerd, werd gesproken over een verlaging van deze tarieven met ruim een derde deel in zes jaar tijd. Daarnaast werd voorgesteld de interne steun aan de landbouw te verlagen. Op Europees niveau kwam EG-Commis- saris voor de landbouw, MacSharry, al in februari met de eerste voorstellen voor een grondige hervorming van het land bouwbeleid. Aan het einde van het jaar waren de onderhandelingen hierover nog gaande. De hervormingen houden in dat de agrarische sector met prijsver lagingen te maken zal krijgen. Afhankelijk van de bedrijfsgrootte en de intensiteit van de produktie zullen deze verlagingen gedeeltelijk worden gecom penseerd door directe inkomenstoesla gen. Voor de Nederlandse agrarische sector betekent dit, dat de inkomens steun via het Brusselse beleid aanzienlijk zal afnemen. Het nationale landbouwbeleid heeft het afgelopen jaar in het teken van het milieu gestaan. Het lang verwachte meerjarenplan Gewasbescherming werd gepubliceerd en het gevoerde mestbe leid werd aangescherpt. De agrarische sector zal gedwongen worden door de ontwikkeling en introductie van nieuwe technologieën en door verdergaande bedrijfsaanpassingen tot een meer milieuvriendelijke produktiewijze te komen. De veranderingen in het beleid hadden in enkele sectoren in 1991 een afwach tende houding van de agrarische bedrijven tot gevolg, waardoor de inves teringen achterbleven. Voor de nabije toekomst wordt een toename van de investeringen verwacht, vooral om de bedrijven aan te passen aan stringen tere milieu-eisen. De resultaten die in het afgelopen jaar in de landbouw zijn behaald, kunnen bevredigend worden genoemd, hoewel in het boekjaar 1990/91 sprake was van enige achteruitgang in vergelijking met het in het algemeen gunstige boekjaar 1989/90. Dit hing vooral samen met prijsdalingen in de vleessector. Ook de melkprijs en de prijzen van de meeste akkerbouwprodukten lieten een neer waartse beweging zien. Het volume van de landbouwproduktie nam met circa 3% toe. Alleen in de melksector manifes teerde zich een beperkte volumeafname. In de glastuinbouw namen de opbreng sten in het boekjaar 1990/91 opnieuw toe, doordat zowel het volume als de prijzen een stijging toonden. Het investeringsniveau in de glastuin bouw bleef hoog. De bedrijfsresultaten zullen in het boekjaar 1991/92 naar verwachting aan-

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Rabobank | 1991 | | pagina 13