de schuldencrisis nagenoeg verloren decennium is deze regio hard op weg naar rehabilitatie. Dit bleek in 1991 onder meer uit de succesvolle rentree van de grote debiteurlanden op de Euro-obliga- tiemarkten, waar zij tegen steeds lagere risico-opslagen en voor steeds langere looptijden middelen konden aantrekken. Vermeldenswaard was tenslotte het feit dat Zuid-Afrika geleidelijk weer deel ging uitmaken van de internationale gemeen schap. Hoewel aldaar het politieke hervormingsproces nog geenszins is voltooid, biedt deze ontwikkeling voor geheel zuidelijk Afrika op termijn goede perspectieven. INTERNATIONALE CONJUNCTUUR Zoals verwacht viel de economische groei in het OESO-gebied, die in 1990 nog ruim 2,5% bedroeg, in 1991 terug. De neergang was echter sterker dan voorzien en ook het na de Golfoorlog verwachte herstel viel tegen. Al met al kwam de economische groei in de OESO op een magere 1%. Vooral de ontwikke ling in de Verenigde Staten stelde teleur. Weliswaar leek in de zomer de relatief milde recessie overwonnen, maar in het najaar van 1991 stagneerde de groei opnieuw. Kennelijk zijn de huidige zwak heden van de Amerikaanse economie, zoals het omvangrijke tekort van de overheid, het hoge schuldenniveau van consumenten en bedrijven en de geringe solvabiliteit van de banken, onder meer als gevolg van de vastgoedcrisis, van VOLUMEGROEI BNP (in dien aard dat de economische motor slechts langzaam op gang komt. De andere belangrijke Angelsaksische landen, met name het Verenigd Koninkrijk en Canada, toonden een ver gelijkbaar conjunctuurbeeld. In Japan, waar sprake was van de lang ste economische expansie sinds de Tweede Wereldoorlog, zwakte de groei in de loop van 1991 duidelijk af, al kon niet van een echte recessiedreiging wor den gesproken. Voor de Westeuropese continentale lan den betekende de Duitse eenwording een belangrijke uitvoerimpuls. Hierdoor viel de economische groei in 1991 min der terug dan in normale omstandighe den het geval zou zijn geweest. Tegen het einde van het jaar leidden lastenverzwaringen, overheidsbezuini gingen en hoge reële rentes uiteindelijk alsnog tot een duidelijke afname van de bedrijvigheid bij onze oosterburen. EUROPESE INTEGRATIE In het verslagjaar werden op het gebied van de economische en politieke integra tie in West-Europa belangrijke stappen voorwaarts gezet. Onder het Nederlandse voorzitterschap werd op de EG-Top in Maastricht in december gedetailleerd vastgelegd, hoe een Economische en Monetaire Unie (EMU) in de landen van de EG tot stand moet komen. De zogenoemde derde fase van het proces op weg naar de EMU, waarin wordt overgegaan tot invoering van een 1990 1991 gemeenschappelijke munt (ECU) en centralisatie van het monetaire beleid, zal volgens de huidige verdragstekst nog voor de eeuwwisseling van start kunnen gaan. In de voorafgaande jaren moet de beoogde coördinatie van het budgettaire en monetaire beleid verder gestalte krij gen, zodat de economieën van de ver schillende EG-lidstaten nog meer naar elkaar kunnen toegroeien. Met het oog De particuliere op een economisch stabiele EMU is een bestedingen aantal criteria geformuleerd, waaraan de konden slechts betrokken landen moeten voldoen om groeien doordat aan de EMU te kunnen deelnemen, de gezinnen minder Het belang van de Europese monetaire gingen sparen. integratie werd onderstreept, doordat Zweden, Noorwegen en Finland hun munten aan de ECU koppelden. De vor ming van de EMU zal, evenals de tot standkoming van de interne Europese markt, ook voor het bankwezen verre gaande consequenties hebben. Tevens werden in 1991 de contouren zichtbaar van de zogenaamde Europese Economische Ruimte (EER), bestaande uit de Europese Gemeenschap (EG) en de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze zal een verdere vergroting van de Europese gemeenschappelijke markt betekenen, waardoor deze nog meer voordelen voor de deelnemende landen zal kunnen opleveren. Het is echter dui delijk, dat de meeste EVA-landen de EER vooral zien als een tussenstation op weg naar een volwaardig EG-lidmaatschap. Oostenrijk en Zweden hebben in het ver slagjaar al formeel het EG-lidmaatschap aangevraagd. Andere landen zullen ongetwijfeld spoedig volgen. NEDERLANDSE ECONOMIE Eind 1990 kwam er een einde aan een periode van ruim zeven jaar relatief hoge economische groei in Nederland. De economische ontwikkeling was in 1991 aanzienlijk minder gunstig dan in de voorafgaande jaren, waarbij voor alle bestedingscategorieen sprake was van een duidelijke conjuncturele terugslag. Vooral de binnenlandse bestedingen toonden een aanzienlijke groeivertra ging, zodat de economische groei in versterkte mate op de uitvoer leunde. De consumptieve bestedingen van de gezinnen namen in 1991 met 2,75% in volume toe. Hoewel hiermee een alleszins redelijk stijgingstempo werd gerealiseerd, was de groei aanmerkelijk trager dan in 1990. Toen werd de koopkracht gunstig beïn vloed door de Oort-belastingherziening In 1991 resulteerde de oplopende infla tie, in combinatie met een gematigde inkomensstijging, in enige daling van de koopkracht voor vrijwel alle inkomens categorieën. De genoemde groei van de particuliere bestedingen kon slechts worden gerealiseerd door een verminde ring van de gezinsbesparingen. Hoewel de investeringen in bedrijven voor het negende achtereenvolgende jaar een volumestijging te zien gaven, deed zich ook hier een aanzienlijke groei vertraging voor. De geringere toename van de investeringsbereidheid was mede het gevolg van de ongunstige afzetverwachtingen, de dalende winsten en de aanhoudend hoge rente. Bij de derde binnenlandse bestedingsca tegorie - de overheidsbestedingen - deed zich in 1991 een volumedaling voor, als gevolg van de noodzakelijke sanering van de overheidsfinanciën. De relatief krachtige stijging van het uit- voervolume werd veroorzaakt door de sterke vraag vanuit het herenigde Duitsland. Het belang van onze oosterburen voor de goederenexport is in de laatste twee jaar nog verder opgelopen: van circa 26% in 1989 tot bijna 30% in 1991. De volumestijging van ons bruto natio nale produkt was met 2% nog slechts de helft van de groei in 1990. Ondanks de geringere produktiegroei deed zich opnieuw een vrij aanzienlijke toename

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Rabobank | 1991 | | pagina 12