tegen de contante koers per balansdatum. De hiermee samenhangende koersresul-
taten worden verantwoord onder andere baten.
Valutatermijntransacties verband houdende met opgenomen en uitgezette gelden,
worden gewaardeerd tegen de contante koers per balansdatum. Resultaten uit hoof
de van deze transacties worden verantwoord onder interest in verhouding tot het
verstreken deel van de looptijd. De overige valutatermijntransacties worden gewaar
deerd tegen de op balansdatum geldende marktnotering voor de resterende loop
tijd. De al dan niet gerealiseerde valutakoersverschillen worden opgenomen onder
andere baten.
EFFECTEN EN SYNDICATEN
Beleggingsportefeuille De obligaties zijn gewaardeerd tegen aflossingswaarde. Het verschil met de verkrij-
gingswaarde wordt in de balans verantwoord onder debiteuren of crediteuren en in
evenredigheid aan de looptijd onder interest in de winst- en verliesrekening ver
werkt.
Genoteerde aandelen zijn gewaardeerd tegen de beurskoers ultimo boekjaar en
incourante aandelen tegen de geschatte opbrengstwaarde. De hieruit voortvloeien
de niet gerealiseerde waardeverschillen worden, rekening houdend met belastingla-
tenties, gemuteerd op de reserve koersverschillen effecten. Gerealiseerde koersver
schillen alsmede niet-gerealiseerde negatieve resultaten, die niet ten laste van de
herwaarderingsreserve kunnen worden gebracht, worden in de winst- en verliesre
kening opgenomen onder andere baten.
Handelsportefeuille De handelsportefeuille is gewaardeerd tegen de laatst bekende koersen ultimo
boekjaar. De waarderingsverschillen terzake van de handelsportefeuille worden
onder andere baten verantwoord.
Opties Genoteerde opties zijn gewaardeerd tegen de laatst bekende beurskoers per
balansdatum.
Certificates of deposit en commercial paper Voor zover certificates of deposit en commercial paper zijn te beschouwen als
kredietverlening, vindt waardering plaats tegen nominale waarde. Voor zover geen
kredietverlening komt de waardering overeen met die van obligaties.
DEELNEMINGEN
Deelnemingen waarin invloed van betekenis wordt uitgeoefend op het zakelijk en
financieel beleid zijn gewaardeerd tegen netto-vermogenswaarde aan de hand van
de meest recente gegevens. Het aandeel in de resultaten van de deelnemingen
wordt in de winst- en verliesrekening opgenomen onder andere baten.
Goodwill, zijnde het verschil tussen de verwervingsprijs en de netto-vermogens-
waarde van deelnemingen, wordt in maximaal vijf jaar ten laste van de winst- en
verliesrekening (andere lasten) afgeschreven. Het nog niet afgeschreven gedeelte
van de goodwill is opgenomen onder debiteuren. De negatieve goodwill ontstaan
bij aankoop van deelnemingen wordt rechtstreeks toegevoegd aan de reserves.
Overige deelnemingen zijn gewaardeerd tegen actuele waarde, waaronder is te ver
staan de waarde waartegen bestens kan worden verkocht onder aftrek van nog te
maken kosten. De hieruit, ten opzichte van de verkrijgingsprijs, voortvloeiende
waardeverschillen worden gemuteerd op de herwaarderingsreserve deelnemingen.
Participaties zijn gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs of lagere marktwaarde.
Dividenden worden in de winst- en verliesrekening opgenomen onder andere baten.
ONROERENDE GOEDEREN EN INVENTARIS
Onroerende goederen voor eigen gebruik De bankgebouwen zijn gewaardeerd tegen actuele waarde, afgeleid uit de vervan
gingswaarde op basis van continuïteit en functionaliteit. Deze vervangingswaarde
wordt verkregen door middel van periodieke taxaties, zodanig dat elk gebouw ten
minste één keer in de tien jaar wordt getaxeerd. Voor de in het boekjaar niet
getaxeerde panden wordt de actuele waarde aangepast met behulp van bouwindex-
cijfers. De verandering in de waarde, die het gevolg is van deze waarderingsgrond-
50
slag, wordt ten gunste respectievelijk ten laste van de herwaarderingsreserve
gebracht, rekening houdend met belastinglatenties. Op de actuele waarde zijn
afschrijvingen toegepast volgens de lineaire methode, gebaseerd op een verwachte
levensduur van maximaal 33 1/3 jaar.
Bankgebouwen in aanbouw zijn opgenomen tegen de uitgaafprijs. Tijdens de bouw
wordt niet afgeschreven.
Indien het voornemen bestaat om bepaalde panden te verkopen, worden deze
gewaardeerd tegen de getaxeerde opbrengstwaarde onder aftrek van te maken
kosten.
Afkoopsommen van in erfpacht verkregen gronden worden in maximaal 33 1/3 jaar
afgeschreven.
Onroerende goederen niet voor De niet-bedrijfsgebonden gebouwen zijn gewaardeerd tegen actuele waarde,
eigen gebruik Actuele waarde betreft de waarde waartegen bestens kan worden verkocht onder
aftrek van te maken kosten; deze wordt verkregen door middel van taxaties. Voor de
in het boekjaar niet getaxeerde panden wordt de actuele waarde aangepast met
behulp van bouwindexcijfers.
Hierop zijn afschrijvingen toegepast volgens de lineaire methode, gebaseerd op een
verwachte levensduur van maximaal 33 1/3 jaar.
Onroerende goederen verkregen uit de afwikkeling van vorderingen zijn opgeno
men tegen de verkrijgingsprijs of, indien lager, de waarde waartegen bestens kan
worden verkocht onder aftrek van te maken kosten.
Onderhanden bouwprojecten worden verantwoord tegen vervaardigingsprijs of,
indien lager, de waarde waartegen bestens kan worden verkocht onder aftrek van te
maken kosten.
Ontvangen koopsommen worden hierop in mindering gebracht.
Inventaris De inventaris is gewaardeerd tegen uitgaafprijs onder toepassing van jaarlijkse line
aire afschrijvingen afhankelijk van de geschatte levensduur. De WIR-premie is in
mindering gebracht op de investeringen en naar gelang de afschrijvingstermijnen
pro rata parte ten gunste van het resultaat gebracht.
VOORZIENING ALGEMENE BEDRIJFSRISICO'S
Deze voorziening, die is opgenomen onder crediteuren, heeft betrekking op het alge
mene risico dat rechtstreeks of door deelnemingen wordt gelopen uit hoofde van
kredietverlening en het overige actieve bankbedrijf. Jaarlijks wordt ten laste van de
winst- en verliesrekening aan deze voorziening een bedrag toegevoegd. Bij het vast
stellen van deze toevoeging wordt rekening gehouden met de omvang en samen
stelling van de kredietportefeuille en met de aard van de overige bankactiviteiten
VOORZIENING VOOR LATENTE BELASTING VERPLICHTINGEN
Deze voorziening is eveneens opgenomen onder crediteuren en heeft betrekking op
de uitgestelde belastingverplichtingen ten gevolge van waarderingsverschillen.
Berekening van deze voorziening heeft plaatsgevonden tegen contante waarde.
REGELING PENSIOENEN EN VRIJWILLIG VERVROEGD UITTREDEN
Per 1 januari 1989 is het Pensioenreglement Rabobankorganisatie 1989 van kracht
geworden. Dit reglement is gebaseerd op het geïndexeerde opbouwsysteem. Bij dit
systeem wordt ertelkenjare een gedeelte van het pensioen opgebouwd, dat daarna
tot de pensioendatum welvaartsvast wordt gehouden op basis van de algemene
loonontwikkeling binnen de Rabobankorganisatie. Voor werknemers, die per
31 december 1988 reeds voor onbepaalde tijd in dienst waren, kent het Pensioen
reglement Rabobankorganisatie 1989 een overgangsbepaling. Op grond van deze
overgangsbepaling blijft de voor hen geldende pensioenregeling gebaseerd op het
eindloonsysteem met levensjarenbeginsel.
Per 1 januari 1989 is het arbeidsongeschiktheids-pensioenreglement geïntegreerd in
51