Een nieuw fenomeen: de
'onbemande' vestiging
met een geldautomaat;
zij vormt een aanvulling
op de kantoren met een
compleet dienstbetoon.
zoals optisch leesbare acceptgiroformu
lieren (OLA's) en Incasso's. Deze ontwik
keling zal zich naar verwachting in 1991
versterkt voortzetten.
Het produkt Telebankieren werd in 1990
op enkele onderdelen verbeterd en uit
gebouwd.
De technische infrastructuur voor het
apparatief betalen is in 1990 sterk uitge
breid. Nu bij het gebruikmaken van geld
en betaalautomaten over een interban-
cair netwerk kan worden beschikt en
BeaNet feitelijk is gestart, zijn de voor
waarden geschapen voor een sterke
groei in het elektronisch betalen.
Door de uitbreiding van het netwerk van
geldautomaten tot 1079 eind 1990 en
door een aanzienlijke toename van het
aantal pashouders is het aantal
Gea-transacties sterk gestegen tot
61 (37) miljoen. Daartegenover nam het
aantal kastransacties volgens verwach
ting af tot 67 (77) miljoen.
Het aantal Europassen
groeide tot 1.9 min.
De pashouders kregen
er een gratis Museum
jaarkaart bij
In 1990 is een nieuwe produktlijn voor
passen en cards ontwikkeld, waarvan de
Europas tegen het einde van het verslag
jaar (als vervanging van de
Eurochequepas) als eerste is gedistribu
eerd. Bij deze vervanging' is het aantal
faciliteiten uitgebreid en kregen alle
Europashouders de beschikking over
een gratis Museumjaarkaart.
Het aantal Europassen groeide tot
1,9 (1,8) min en het aantal Rabocards tot
70.000 (15.000).
In 1991 worden de overige passen uit de
produktlijn geïntroduceerd, te weten de
Rabopas, de (vernieuwde) Rabocard en
de (nieuwe) Topcard.
De kostenontwikkeling van het particu
liere betalingsverkeer baart de Rabobank
nog steeds grote zorgen. Er is op dat ter
rein sprake van een structureel verlies
gevende situatie, zoals ook is becijferd in
een voor het gehele bankwezen uitge
voerd onderzoek. Een verdere verbete
ring van de kosten- en opbrengstenver
houding van het betalingsverkeer blijft
dan ook noodzakelijk.
EFFECTEN
Het jaar 1990 verliep voor veel beleggers
onbevredigend. In dit jaar moest op
nagenoeg alle aandelen- en obligatie-
markten een gevoelig verlies worden
geïncasseerd. De oorzaak van het matige
beursklimaat lag in eerste instantie in de
groeivertraging van de Amerikaanse
economie. De Iraakse inval in Koeweit
op 2 augustus, gevolgd door een scher
pe stijging van de olieprijzen, oefende
daarna een sterk negatieve invloed uit.
Voorts was de daling van de dollarkoers
vooral nadelig voor internationaal opere
rende ondernemingen. In Nederland
daalde door dit alles de CBS-koersindex
Algemeen met 17% en kwam uit op
168,3, tegen 202,8 per ultimo 1989. Deze
daling was overigens aanmerkelijk gerin
ger dan die in Japan (- 38,7%) en verge
lijkbaar met die in Duitsland (- 15,7%).
De daling deed zich in ons land over een
breed front voor, zij het dat de voedings
middelensector gunstig afstak.
Voor de obligatiemarkt was 6 februari
1990 een belangrijke dag. Op die dag
maakte bondskanselier Kohl zijn streven
kenbaar om spoedig tot een monetaire
unie met Oost-Duitsland te komen.
Hoewel de daardoor aanvankelijk opge
roepen inflatievrees naderhand onge
grond bleek, steeg de kapitaalmarktrente
zowel in Duitsland als in ons land fors.
30
Later in het jaar zorgden de hogere olie
prijzen door de Golfcrisis en het ver
wachte extra beroep op de Duitse kapi
taalmarkt in verband met de hereniging
ervoor dat de lange rente hoog bleef.
Per saldo had de in ons land van circa
8% tot ruim 9% gestegen kapitaalmarkt
rente tot gevolg dat de index voor
obligatiekoersen op 94,3 (102) eindigde.
In mei 1990 werd het voornemen van
Rabobank Nederland en de Robeco
Groep bekendgemaakt om een duur
zaam strategisch samenwerkingsver
band aan te gaan.
De Rabobankorganisatie streeft met deze
samenwerking naar een versterking
van de dienstverlening op het terrein
van beleggingen, met name op lange
termijn.
De Robeco Groep verwacht van de
samenwerking een belangrijke toename
van de afzet van haar beleggingsproduk-
ten via het kantorennet van de aangeslo
ten banken.
De samenwerking krijgt gestalte in de
integratie van de Rabobank-beleggings-
fondsen in de Robecofondsen -waarmee
Hrt samenwerkingsver
band met Robeco trok in
de financiële wereld sterk
de aandacht. De geza
menlijke ai
in twee joint-vc
ondergebracht.
nagenoeg alle participanten instemden-
en in het feitelijk bundelen van voor bei
de organisaties belangrijke activiteiten.
Een en ander leidde tot de verhuizing
van een aantal medewerkers van het
Rabobank Effectenbedrijf naar de in
Rotterdam gehuisveste joint-ventures.
De eerste gemeenschappelijke onderne
ming zal zich richten op de retailmarkt
en daarbij lokale banken ondersteunen
bij de verkoop van beleggingsprodukten
en -diensten en de eigen effectendienst
verlening. Daarnaast houdt deze onder
neming zich bezig met vermogens
beheer en -advies voor de retailmarkt,
beleggingsresearch en produktontwik-
keling. Bij deze onderneming zullen ruim
100 personen werkzaam zijn uit beide
organisaties. De tweede joint-venture
legt zich toe op het beheren van vermo
gens van grote institutionele cliënten,
die hoofdzakelijk zullen worden belegd
in Nederlandse vastrentende waarden
en in beleggingsfondsen van de
Robeco Groep.
Als gevolg van de integratie werd onge
veer f 1 miljard toegevoegd aan het door
de Robeco Groep beheerde vermogen.
Voor het Rabobank Effectenbedrijf leidde
de tegenvallende belangstelling van de
particuliere belegger ertoe dat het activi
teitenniveau in het verslagjaar aanzien
lijk lager uitkwam dan in 1989.
Vooral het aantal beursorders bleef fors
achter bij de verwachtingen, maar ook
de optiehandel gaf -zij het in mindere
mate- een achteruitgang te zien.
MERCHANT BANKING EN KAPITAAL
MARKTZAKEN
In 1990 zijn de activiteiten op het gebied
van merchant banking geconcentreerd in
Rabo Merchant Bank NV. Deze instelling
houdt zich bezig met de bemiddeling bij
fusies en overnames van bedrijven,
financial engineering en trustactiviteiten.
Fusies en overnames van bedrijven
Deze markt is in de Verenigde Staten en
Engeland sterk stagnerend. In West-
Europa is sprake van stabilisatie. De
koopprijzen van ondernemingen staan
onder zware druk ten gevolge van ener
zijds de hoge rentestand en anderzijds
het gebrek aan kopende partijen.
Niettemin zal met het oog op 1992 de
concentratietendens aanhouden, zeker
ook doordat de concentratiegraad in de
Verenigde Staten en Japan aanmerkelijk
hoger is dan in West-Europa. Dankzij het
fijnmazige netwerk van plaatselijke
Rabobanken kunnen de bemiddelingsac
tiviteiten in 1991 blijven groeien.
Financial Engineering
De behoefte aan risicodragend vermo
gen bij ondernemingen is groot in ver-