Met nieuwe spaar- produkten speelde de Rabobankorganisatie in op de behoefte aan fiscaal-vriendelijke oude dagsvoorzieningen. monetaire kasreserve-regeling gaf geen aanleiding voor extra activiteiten op de kapitaalmarkt. De fundingbehoefte van de Rabohypotheekbank was gering. In het verslagjaar werd voor slechts f 67 (509) miljoen aan nieuwe pandbrie ven geplaatst. De uitgifte van bank- en rentebrieven was eveneens bescheiden. In het buitenlands bedrijf, met name via kantoor New York, werd echter wel een aanzienlijk bedrag aan professionele middelen opgenomen, ter financiering van de bancaire activiteiten in het bui tenland. Op de markt voor korte midde len werd actief geopereerd. TOTALE MIDDELEN De toevertrouwde middelen van de organisatie stegen in het verslagjaar met f 12,6 (7,5) miljard en de opgenomen gelden met ruim f 2,2 (2,3) miljard. Het totaal aan middelen kwam daarmee op f 141,7 (126,8) miljard. Daarmee deed zich binnen het totaal van de middelen een verdere verschuiving voor van opgenomen gelden naar toe vertrouwde middelen en daarbinnen weer naar spaarmiddelen. Deze kwaliteitsverbetering binnen de middelen betekent niet dat onze organi satie minder aandacht behoeft te beste den aan de professionele middelenmark ten. Ons beleid blijft gericht op een zo goed mogelijke toegang tot deze mark ten. Het bedrag dat op de interbancaire markt is opgenomen steeg in het ver slagjaar tot f 25,8 (22,0) miljard. GROEI TOEVERTROUWDE MIDDELEN (bedragen in miljarden guldens) 0 1986 1987 1988 1989 Spaarmiddelen Overige toevertrouwde middelen 28 Dienstverlening In kwalitatieve zin werd uitbreiding gegeven aan het produktenpakket. Waar zinvol werden strategische samenwerkingsverbanden met der den aangegaan. BETALINGSVERKEER De betaaldiensten hebben in 1990 sterk in de belangstelling gestaan, deels door technologische ontwikkelingen en pro- duktvernieuwingen, deels door verande ringen in het concurrentieveld. Met name de tariefstelling is veelvuldig onderwerp van publieke discussie geweest. Onze organisatie heeft bij dit debat een belangrijke rol gespeeld; de gekozen opstelling ondervindt inmiddels ook bij de politiek weerklank. De Rabobankorganisatie baseert haar beleid op de volgende uitgangspunten: het tariferen op basis van reele kosten en het (ook in het voordeel van de cliën ten) stimuleren van het gebruik van effi ciënte betalingsmethoden. Daarmee wordt kruiselingse subsidiëring van pro dukten geëlimineerd. De kostendekking dient in onze visie structureel te zijn en niet te worden bepaald door een fluctu erende en door het bankwezen groten deels onbeheersbare grootheid als de rentestand. Zo heeft onze organisatie gekozen voor een beleid waarbij het gelijktijdig invoe ren van een nieuw vergoedingen systeem in het betalingsverkeer en het afschaffen van omzetprovisies en valuta- dagen gepaard gaan met compenseren de maatregelen voor cliënten. In het verslagjaar werden in het zakelijke betalingsverkeer belangrijke stappen gezet door de introductie van de zoge naamde Transactiegebonden Tarifering. De invoering zal in 1991 worden afge rond. De beoogde sturende werking manifesteerde zich in een toeneming van het gebruik van efficiency-verhogen- de elektronische produkten, zoals PC Betalen, PC-Incasso en Telebankieren. Voor kleinere stichtingen en verenigin gen werd een PC-administratiepakket op de markt gebracht, om ook deze organi saties in de gelegenheid te stellen van goedkopere betaalvormen gebruikte maken. De sterke groei van het girale betalings verkeer in 1989 is goeddeels tot staan gekomen en heeft zich in het verslagjaar beperkt tot 3 (11)%. Er vond een duidelij ke verschuiving plaats van duurdere betaalvormen naar minder kostbare.

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Rabobank | 1990 | | pagina 16