De omvangrijke liquiditeitscreatie door
banken in 1988 en begin 1989 bracht de
Nederlandsche Bank ertoe, na overleg
met het bankwezen, te komen met een
maatregel ter beperking van het netto
geldscheppend bedrijf van het bankwe
zen. Dit beleid werd per 1 juli van
kracht. Daarna ontwikkelde de geld-
schepping door het bankwezen zich
alleszins bevredigend. Wel bleef de
liquiditeitenmassa in ons land fors
groeien, als gevolg van een omvangrij
ke kapitaalinvoer.
De door de Nederlandsche Bank
gewenste 'versteiling' van de rente
structuur kon door haar monetaire
beleid overigens niet worden bereikt. De
ontwikkeling van rentestand en rente
structuur in ons land hangt immers in
hoge mate samen met die in het buiten
land, met name in West-Duitsland.
BANKWEZEN
De forse investeringsgroei en omzetstij
ging in het bedrijfsleven leidden tot een
evenzeer aanmerkelijke toeneming van
de kredietverlening door het bankwe
zen. Aan de middelenzijde bleek er na
de nog bescheiden aanwas in het voor
gaande jaar sprake van een beduidend
gunstiger ontwikkeling van de spaarin-
leg.
De omgekeerde rentestructuur zette de
rentemarge bij het bankwezen onder
druk. Hier tegenover stond een sterke
volumegroei van de activiteiten.
In het kader van de nieuw opgerichte
Nederlandse Vereniging van Banken is
het afgelopen jaar uitvoerig overlegd
met de Nederlandsche Bank over het
instrumentarium voor het monetaire
beleid, dat is gericht op beperking van
de geldschepping door het bankwezen.
Dit overleg leidde tot de totstandkoming
van een nieuw beleidsinstrument: de
monetaire kasreserve. Voor zover ban
ken een overeengekomen maximale
groei van hun geldscheppend bedrijf
overschrijden, zouden zij voor een deel
(het zogenaamde kasreservepercentage)
van de overschrijding een renteloze kas
reserve bij de centrale bank moeten
aanhouden. Ter wille van de praktische
hanteerbaarheid is besloten dat banken
dit zullen verrekenen door betaling van
een boete. De regeling biedt zowel de
centrale bank als het bankwezen een
grotere flexibiliteit.
Na afronding van het overleg werd
inderdaad een kredietrestrictieregeling
afgekondigd. Indien de groei van hun
netto kredietverlening in de periode van
juli 1989 tot en met juni 1990 meer
bedraagt dan 6 1/4% van de gemiddelde
stand in het eerste kwartaal van 1989,
zijn de desbetreffende kredietinstellin
gen gehouden een bedrag aan de
Nederlandsche Bank te betalen. Het kas
reservepercentage bedroeg in het twee
de halfjaar 10.
ONTWIKKELING VAN DE RENTE IN NEDERLAND (maandgemiddelden in
Geldmarkt
Kapitaalmarkt
Dankzij de verbeterde
koopkracht liet de bin-
'1 nenlandse consumptie
I een flinke toeneming
Het bankenlandschap zowel in Europa
als in ons land wijzigde zich door (voor
genomen) fusies en overnames. Daarbij
is niet alleen sprake van concentraties
binnen het bankwezen, maar in toene
mende mate ook van een verdergaande
verstrengeling van het bank- en verzeke
ringsbedrijf.
Er ontstaan financiële conglomeraten,
waarvoor in het buitenland trefwoorden
zijn bedacht als 'Allfinanz', 'bancassu-
rance' en 'financial supermarkets'.
Vooral de in overige lidstaten van de EG
op dit gebied al bestaande mogelijkhe
den waren voor de Minister van
Financiën aanleiding het structuurbeleid
voor het bank- en verzekeringsbedrijf
per 1 januari 1990 volledig te liberalise
ren. Hierop vooruitlopend kondigde een
aantal Nederlandse instellingen uit
beide bedrijfstakken het afgelopen jaar
reeds een (onderzoek naar) fusie aan.
Ook onze organisatie heeft op dit terrein
initiatieven genomen.
Deze richtlijn regelt de vrije vestiging en
dienstverlening van de banksector in de
EG. In het kader van de Bank voor
Internationale Betalingen en de
Europese Gemeenschap zijn nieuwe sol-
vabiliteitsrichtlijnen voor het bankwezen
geformuleerd. Invoering daarvan in de
westerse geïndustrialiseerde landen zal
tot meer gelijke concurrentievoorwaar
den leiden. In ons land wordt er door de
Nederlandsche Bank naar gestreefd de
nieuwe eisen per 1 januari 1991 te doen
ingaan. Voor het Nederlandse bankwe
zen betekent dit een slechts geringe ver
zwaring van de solvabiliteitseisen. Wel
zullen de rapportagelasten, met name
voor allerlei posten buiten de bankba-
lans, aanmerkelijk worden verzwaard.
Ook op andere terreinen, zoals het door
banken gelopen markt- en renterisico,
wordt in EG- en BIB-verband door ban
caire toezichthouders overleg gepleegd
over de aan het bankwezen te stellen
eisen.
De ingrijpende wijzigingen van de
marktverhoudingen in de financiële sec
tor hangen ook sterk samen met de
snelle integratie binnen de Europese
Gemeenschap. Aan het eind van het
afgelopen jaar werd de Tweede EG-
coördinatierichtlijn voor het bankwezen
door de Raad van Ministers aanvaard.
19