over het structuurbeleid, maar dit overleg
heeft vorig jaar nog niet plaatsgevonden.
In het ons omringende buitenland (met
name in West-Duitsland en Frankrijk) zijn
volop bewegingen gaande, die neerkomen
op verdergaande verstrengeling van het
bank- en verzekeringsbedrijf. In een interna
tionale omgeving met versterkte concur
rentie lijkt er voor het huidige Nederlandse
structuurbeleid geen plaats meer te zijn.
In november van het verslagjaar werd
bekend gemaakt, dat het College van
Overleg van de gezamenlijke banken voor
nemens is zichzelf om te vormen tot een
meer formele organisatie met de naam
Nederlandse Vereniging van Banken.
Beoogd wordt te komen tot een aan de
huidige eisen aangepaste, slagvaardige orga
nisatie voor de gehele bancaire bedrijfstak.
1981 1982 1983 1984 1985 1986 1987 1988
Ontwikkeling van de rente in Nederland
maandgemiddelden in
De besluitvormingsprocedure rond de
hierop betrekking hebbende tweede coördi
natierichtlijn is in 1 988 geleidelijk gevor
derd. Een belangrijk punt van overleg is de
hantering van het zogenaamde reciproci-
teitsbeginsel: het principe van de weder
kerige toelating ten opzichte van landen
buiten de Europese Gemeenschap.
Daarbij is van belang dat er bij de feitelijke
toepassing geen beeld wordt opgeroepen
van protectionistische tendensen, waarop
weer tegenmaatregelen zouden volgen.
Het 'Europa van 1 992' zal geen intern vrij
Europa mogen zijn dat hoge (tarief)muren
tegenover de buitenwereld opwerpt.
De Europese ontwikkelingen vereisen de
nodige aanpassingen van regelgeving op
nationaal niveau. Midden 1 988 was in ons
land overleg voorzien tussen de toezicht
houdende autoriteiten en het bankwezen
In het kader van de Bank voor Internationale
Betalingen (BIB) is vorig jaar definitieve
overeenstemming bereikt over solvabiliteits-
richtlijnen voor de internationaal opere
rende banken. Voor het Nederlandse bank
wezen impliceert dit een beperkte verzwa
ring van de eisen; tegenover een verlaging
van het basistarief (van 10% naar 8%),
staan elders verhogingen, zoals voor zake
lijke hypothecair gedekte leningen en voor
interbancaire vorderingen. Invoering van de
nieuwe eisen in ons land wacht op de
besluitvorming over de desbetreffende
regelgeving in EG-verband, waar getracht
wordt zo dicht mogelijk bij de BIB aan te
sluiten. Ten aanzien van de definiëring van
het eigen vermogen is zulks al het geval.
De Raad van Ministers van de EG heeft
onder meer besloten dat de ledenaanspra
kelijkheid van coöperatieve banken onder
bepaalde voorwaarden onderdeel van het
eigen vermogen blijft. Deze erkenning van
de specifieke coöperatieve vermogensstruc
tuur is van principiële betekenis. Aan het
coöperatieve bankwezen in diverse Euro
pese landen wordt hiermee bovendien ook
materieel ruimte geboden voor voortzetting
en uitbreiding van de activiteiten in de
gemeenschappelijke markt.
Met het oog op de totstandkoming van één
Europese interne markt wordt voor het
bankwezen vrije vestiging en vrije dienstver
lening in de EG-lidstaten nagestreefd.
Schommelingen in de
dollarkoers resulteerden
eind 1988 per saldo in
een koers die hoger was
dan een jaar daarvoor.
De Nederlandse uitvoer
kon fors groeien dankzij
de sterk toegenomen
wereldhandel.
m kapitaalmarkt
v geldmarkt
vergroting van de geldhoeveelheid. Om in
staat te zijn de rentestructuur te
beïnvloeden, is zij in 1 988 begonnen met
het opbouwen van een portefeuille staats
obligaties. De werkvoorraad eind 1 988 van
f 0,9 miljard was, bij een doelstelling van f 3
miljard, nog te klein om een effectief open-
marktbeleid te kunnen voeren.
Bankwezen
De groeiende activiteit van het bedrijfsleven
in ons land weerspiegelde zich bij het bank
wezen in de toeneming van de kredietverle
ning en de bruto winst. Aan de middelen
zijde werd de uitstroom van spaargelden tot
staan gebracht; 1 988 toonde een zeer
bescheiden groei van de spaarinleg.
In samenhang hiermee en vooral ook door
de netto kapitaalinvoer in de eerste helft van
het jaar, voltrok zich een aanmerkelijke
monetaire verruiming. De Nederlandsche
Bank is inmiddels overleg begonnen met het
bankwezen over een aanpassing van het
monetaire instrumentarium, waarmee zo
nodig beheersing van de netto kredietverle
ning door de banken kan worden bewerk
stelligd. De voorgestelde wijzigingen van
het directe kredietbeheersingsbeleid
beogen meer flexibiliteit te bieden voor het
bankwezen, maar vooral ook voor de Neder
landsche Bank zelf.
12
13