,k. fp l
S<^S>* Cfi*»
-r
.w\
vl' V°AeV no
-<? vv *K<
V?:
Jaarverslag
Internationale
en nationale economie
y - a v p\\ ot°
v ^VV0 A 11
\v v\,.v V\, v>\u- ,.A<« Y.°\\v
V*' \v \1- ,WV \lO°x
Nwd. ilond»1 V& vV^a*.
economie J ^"O/ttie
trekl oon ï:- U*%ass~;; v-^=r=?r=
Internationale omgeving
Onder invloed van de beurscrisis van
oktober 1 987 waren de verwachtingen voor
1 988 aanvankelijk niet hoog gespannen.
Gaandeweg het jaar echter werden de
groeiramingen voor vrijwel alle geïndustria
liseerde landen naar boven bijgesteld.
Uiteindelijk kwam de reële economische
groei in de industrielanden uit op gemid
deld ruim 4%. Japan stond aan de top met
bijna 6%, maar opvallend was ook het
expansietempo in West-Duitsland: 31/2%,
tegen slechts 1 in 1 987. Mede hierdoor
toonden de Europese industrielanden een
reële groei, vooral gedragen door interne
dynamiek, van gemiddeld 31/2°/o. De Ver
enigde Staten scoorden met bijna 4% iets
hoger dan in 1 987.
Deze groeiversnelling in de industrielanden
berustte voornamelijk op de bedrijfsinveste
ringen, waarvan de toeneming veelal met
dubbele cijfers werd geschreven. Een aantal
factoren heeft hieraan bijgedragen.
De bedrijfswinsten waren hoog, mede
dankzij een in het algemeen gematigde
ontwikkeling van de arbeidskosten.
Voorts zijn de nominale rentestanden sinds
het begin van de jaren tachtig fors gedaald
en kwamen in enkele landen de grenzen van
de capaciteit in zicht, hetgeen de bedrijven
noopte tot uitbreidingsinvesteringen.
Ten slotte past ook vermelding van het
overheidsbeleid, dat in de meeste industrie
landen al een aantal jaren is gericht op het
terugdringen van de rol van de overheid in
het economisch proces en het ruimte bieden
aan het particuliere initiatief. In concreto
werd dit ingevuld door het beperken van de
financieringstekorten, het matigen van de
groei van de overheidsbestedingen en het
verlagen van de druk van belastingen en
sociale premies. Daarnaast was het mone
taire beleid gericht op het beperkt houden
van de inflatie. Dit geschiedde op flexibele
wijze teneinde de economische activiteit
niet onnodig te belemmeren. Zo werd
bijvoorbeeld als reactie op de beurscrisis
van oktober 1 987 tijdelijke liquiditeitssteun
gegeven.
Ondanks de hogere groei bleef, behalve in
het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde
Staten, de inflatie beperkt.
Intussen bleven er grote onevenwichtig
heden op de lopende rekening van de beta
lingsbalans van de grote industrielanden.
Het tekort van de Verenigde Staten nam
weliswaar iets af, maar daar stonden stij
gende overschotten van Japan en West-
Duitsland tegenover. De belangrijkste
oorzaken hiervan waren het nog steeds zeer
hoge overheidstekort in de Verenigde
Staten en de grote concurrentiekracht van
de beide andere volkshuishoudingen.
De ontwikkelingslanden hebben in het alge
meen betrekkelijk weinig profijt kunnen
trekken van de voorspoedige economische
ontwikkeling in de industrielanden, met als
belangrijke uitzondering de zogenaamde
nieuw geïndustrialiseerde landen in Zuid-
Oost Azië. De schuldenlanden zagen welis
waar enige vermindering van hun schuld en
schuldendienst optreden in verhouding tot
hun uitvoer van goederen en diensten, maar
hun economische groei kon nauwelijks
uitstijgen boven die in 1 987. Een belang
rijke verklaring hiervoor was gelegen in een
onvoldoende succesvol beleid van die
landen, hetgeen onder andere tot uiting
kwam in stijgende geldontwaarding en
hoge overheidstekorten.
Nederlandse economie
De open Nederlandse economie heeft goede
baat gevonden bij de wereldwijde opleving
in 1 988. Dankzij de sterk toegenomen
wereldhandel toonde de uitvoer een forse
volumegroei. De rendementspositie van
bedrijven herstelde zich verder.
De produktie groeide sneller en de econo
mische vooruitzichten verbeterden.
Zo ontwikkelden zich ook de investeringen
alleszins bevredigend. Bij een nog wat
magere toeneming van de consumptie kon
het bruto nationaal produkt met 3% stijgen.
Dit Nederlandse groeicijfer werd overigens
neerwaarts vertekend door de sterk
gedaalde gasproduktie. Exclusief energie
kwam de produktie van bedrijven ruim 4%
hoger uit dan het jaar daarvoor; sinds 1 976
was zo'n hoog groeicijfer niet meer voorge
komen.
Naarmate het jaar vorderde, werd steeds
duidelijker dat de beurscrisis van oktober
1 987 vooral een technische koersreactie
was geweest en geenszins het signaal van
een conjunctuurvertraging of recessie
Integendeel, in de tweede helft van 1 988
trokken de economische activiteiten verder
aan en toonde de rendementspositie van het
bedrijfsleven een aanzienlijke verbetering.
De koersen op de Amsterdamse Effecten
beurs lieten in de loop van het jaar een
geleidelijk herstel zien.
De arbeidsproduktiviteit steeg aanmerkelijk.
Na de 'technische koers
reactie' van oktober
1987 toonden de
koersen op de
Amsterdamse Effecten
beurs een duidelijk
herstel.
De verdere Europese
integratie werpt haar
schaduwen al vooruit in
bedrijfsleven en bank
wezen.
9