nfirn
,11' fff
Jaarverslag
Internationale en nationale economie
Internationale omgeving
Na de economische inzinking aan het begin van de
jaren tachtig ontwikkelden de westerse
geïndustrialiseerde landen vanaf 1 983 een
geleidelijke en vooral stabiele groei.
Het internationale economische herstel was mede
mogelijk door een forse stijging van het
begrotingstekort van de Verenigde Staten in
1 982, dat vooral ontstond door omvangrijke
belastingverlagingen. Vanaf 1 983 nam in dat land
ook het tekort op de lopende rekening van de
betalingsbalans steeds verder toe, met als
spiegelbeeld groeiende overschotten in Japan en
West-Duitsland.
Aanvankelijk bestond in de financiële wereld veel
vertrouwen in het Amerikaanse beleid. Dat kwam
vooral tot uitdrukking in een waardestijging van
de dollar van circa f 2,60 in 1 983 tot f 3,90 in de
loop van 1 985. Daarna werd een internationaal
gecoördineerd wisselkoersbeleid ('Plaza-akkoord')
overeengekomen, gericht op enige ordelijke
koersdaling van de naar algemene overtuiging
overgewaardeerde dollar. De daardoor ingezette
daling bleek echter op den duur moeilijk
beheersbaar, omdat in de financiële markten
wantrouwen in het Amerikaanse beleid de
overhand kreeg. Een nieuw (Louvre-)akkoord in
februari 1 987 beoogde stabilisatie van de
dollarkoers op het toen bereikte niveau van
ongeveer f 2,00. Niettemin behoefde eind 1 987
slechts f 1,78 voor de Amerikaanse dollar te
worden betaald.
Met name het voortwoekeren van de
onevenwichtigheden in de Amerikaanse economie
gaf in het verslagjaar groei aan een vertrouwens
crisis op de financiële markten, die bij een
samenloop van specifieke aanleidingen op
1 9 oktober 1 987 uitmondde in een omvangrijke
koersval op de effectenbeurzen. Hieraan was een
langdurige waardestijging van aandelen
voorafgegaan, die vooral door speculatieve
factoren was gevoed. Op een aantal beurzen
waren de koers/winstverhoudingen tot
uitzonderlijk hoge niveaus gestegen en liep het
prijsgedrag niet meer in de pas met reëel-
economische ontwikkelingen. In dat licht behoeft
de forse correctie op de aandelenbeurzen niet als
een voorbode te worden gezien van fundamenteel
andere economische tijden.
Meer zorgen voor de vooruitzichten van de
wereldeconomie baart de ontwikkeling van de
dollarkoers. Ook in het afgelopen jaar is wel
duidelijk geworden, dat plechtige verklaringen
omtrent de bewerkstelliging van een beoogde
wisselkoersstabiliteit vroeg of laat als een
boemerang gaan werken, indien deze niet
vergezeld gaan van een daarop afgestemd pakket
van financieel-economische maatregelen. In ieder
geval dient een reductie van het Amerikaanse
begrotingstekort hiervan deel uit te maken.
Alleen een dergelijk pakket van maatregelen kan
leiden tot opheffing van de forse internationale
onevenwichtigheden, die met name tot uit
drukking komen in de betalingsbalansen van de
grootste industriële landen.
Daarnaast blijft de internationale schuldensituatie
van met name de ontwikkelingslanden een
onopgelost probleem. De schuldencrisis werd
voor het eerst manifest in augustus 1 982, toen
Mexico liet weten niet meer aan zijn buitenlandse
schuldverplichtingen te kunnen voldoen.
De ontwikkeling van het renteniveau
en de daling van de dollarkoers
stonden hoog op de agenda bij de
jaarlijkse economische top
conferentie van de 7 belangrijkste
westerse naties. Deze onderwerpen
en de forse koerscorrecties op de
effectenbeurzen later in het jaar
bepaalden voor een belangrijk deel
de situatie van de nationale en inter
nationale economie.
De Nederlandsche Bank zag in de
ontwikkelingen aanleiding om tot
drie keer toe de officiële rente
tarieven te verlagen
9