(een harde ponskaart) is inmiddels volledig vervangen door de Optisch Leesbare Acceptgiro (OLA) De OLA biedt aan de incassant meer gebruiksmogelijkheden en kan zowel bij de bank als bij de incasserende ondernemer efficiënter worden 50.000 ondernemingen en organisaties hun relaties per OLA- formulier te betalen. Betalingsverkeer vitaal voor de economie Het betalingsverkeer in ons land wordt voor een groot deel giraal afgehandeld. In geld uitgedrukt belopen de girale transacties niet minder dan 80 van de betaalstromen. Een goed functionerend giraal betalingsverkeer is derhalve van grote betekenis voor onze samenleving. Een soepele verrekening van de vele miljoenen transacties werkt immers bevorderlijk voor de economische bedrijvigheid. De girale geldhoeveelheid in ons land bedraagt thans circa f 65 miljard. Aangezien de omloopsnelheid van deze middelen naar schatting rond de 20 ligt, is het duidelijk dat jaarlijks een immens bedrag op girale wijze wordt voldaan. De giralisering van het betalingsverkeer levert grote voordelen op. Een goed giraal systeem is doelmatig, snel, veilig en betrouwbaar. Hierdoor is men beter in staat om geldmiddelen goed te beheren. Met name voor het bedrijfs leven geldt dat een koppeling tussen de (geautomatiseerde) boekhouding en het girale systeem een efficiëntere financiële administratie mogelijk maakt. Een belangrijk effect is ook dat de aanzienlijke saldi op bank- en giro rekeningen kunnen worden gebruikt voor de kredietverlening. Kortom, het girale betalingsverkeer vervult als het ware een openbare nutsfunctie. In dat opzicht kan het girale betalingsverkeer worden vergeleken met faciliteiten zoals gas, water, elektriciteit en openbaar vervoer, allemaal diensten waarvoor de gebruiker pleegt te betalen. De openbare nutsfunctie van het girale betalingsverkeer betekent dus niet dat deze dienst gratis zou dienen te worden aangeboden. Al met al kan worden gezegd dat het girale betalingsverkeer een vitale functie vervult binnen ons economisch verkeer. Het is in de eerste plaats een verant woordelijkheid van de banken ervoor te zorgen dat de mogelijkheden van het girale betalen - snel, doelmatig, veilig en betrouwbaar - optimaal kunnen worden benut. Aangezien het betalingsverkeer nu eenmaal de grenzen van iedere financiële instelling overschrijdt, is een intensieve inter- bancaire samenwerking noodzakelijk. Deze constatering en het feit dat bij de toenmalige stand van de automatisering een centrale verwerking van girale transacties het meest effectief was, leidden in 1 967 tot de oprichting van de Bankgirocentrale Hiermee ontstond in ons land een tweede girosysteem dat gelijkwaardig was aan het reeds lang functionerende postgirosysteem. De huidige infrastructuur van het girale betalingsverkeer laat zeker nog ruimte voor verbeteringen. Zo is het in het belang van alle deelnemers aan het betalingsverkeer dat de drempels tussen de beide huidige systemen worden geslecht. Dat bevordert een snelle en doelmatige verwerking van opdrachten waarbij betaler en ontvanger rekeninghouder zijn bij verschillende banken. In dat licht ondersteunt de Rabobankorganisatie de totstandkoming van het Nationaal Betalingscircuit, dat fasegewijs zal worden gerealiseerd. Een andere beweging is de liberalisering van de interbancaire samenwerking nu de moderne technologie de weg heeft vrijgemaakt voor een vergaande decentralisatie van de automatisering. Verwerkingen die vroeger absoluut centraal moesten plaatsvinden, kunnen nu bij elke bank afzonderlijk worden verricht. Waar dit in het voordeel is van de cliënt, zal de Rabobankorganisatie zeker gebruik maken van die mogelijkheden. Dat neemt niet weg dat ten volle wordt erkend dat een goede interbancaire samenwerking op een aantal terreinen noodzakelijk is. Al met al heeft het girale betalings verkeer in ons land een kwaliteit bereikt die in het buitenland niet of nauwelijks wordt geëvenaard. Vooral ten opzichte van het chequeverkeer, in veel landen dè traditionele betaalvorm, is sprake van een aanzienlijk grotere snelheid en doelmatigheid. Een gevolg was dat banken en hun cliënten in die landen eerder belangstelling kregen voor nieuwe technologische mogelijkheden, zoals geld- en betaalautomaten. Aan de aanvankelijke terughoudendheid op dit terrein in Nederland is als gevolg van verschuivende kosten/baten verhoudingen inmiddels een eind gekomen Explosieve groei sinds zestiger jaren Het bancaire betalingsverkeer heeft zich vooral explosief ontwikkeld sinds het midden van de zestiger jaren, toen bedrijfsleven en overheid er op grote schaal toe overgingen salarissen giraal uit te betalen. Tussen 1960 en 1970 groeide het aantal particuliere betaal rekeningen van circa 800.000 (vrijwel uitsluitend bij de postgiro) tot meer dan 4,5 miljoen (gelijkelijk verdeeld over banken en postgiro). Inmiddels is het aantal betaalrekeningen de 12 miljoen ruimschoots gepasseerd. Het assortiment betaalprodukten werd sterk uitgebreid (bijvoorbeeld met betaal- en Eurocheques, acceptgiro, automatische incasso) en mede daardoor nam ook het gebruik enorm toe. Zo verwerkte de Bankgirocentrale, waar meer dan de helft van het binnenlandse giroverkeer wordt afgehandeld, in 1986 meer dan 700 miljoen betalingsopdrachten tegen een kleine 370 miljoen tien jaar geleden. Miljoenen particulieren stonden zo'n twintig jaar geleden voor de keus bij welke financiële instelling zij hun salaris zouden laten binnenkomen. Velen spaarden destijds al bij de Boerenleenbank of bij de 37

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Rabobank | 1986 | | pagina 20