De Rabobank als coöperatieve bank
Het coöperatieve karakter van de Rabobank komt op velerlei
manieren tot uitdrukking. Als coöperatieve bankorganisatie is onze
doelstelling primair gericht op een optimale financiële dienst
verlening aan leden en cliënten. Daarbij horen ook zeggenschaps
verhoudingen die de leden invloed geven op het beleid, dat zowel
lokaal als landelijk wordt gevoerd. Naast een gecoördineerde
aanpak op nationaal en internationaal terrein via Rabobank
Nederland, kent de coöperatieve structuur een grote mate van
zelfstandigheid van de plaatselijke banken. Elk van de 935
plaatselijke banken is een autonome bank met een uit en door leden
gekozen bestuur en raad van toezicht die verantwoordelijk zijn voor
het eigen lokale beleid. De plaatselijke Rabobanken zorgen ervoor
dat de middelen, die door leden en cliënten plaatselijk aan hen
worden toevertrouwd, ook weer ten goede komen aan de
ontwikkeling van de lokale economische bedrijvigheid.
Tegen de achtergrond van deze historisch bepaalde, maar nog
steeds vitale en veerkrachtige structuur, en uitgaande van de aloude
coöperatieve bereidheid tot gemeenschappelijke inzet van
middelen, werden in 1 985 enkele nieuwe coöperatieve
instrumenten geïntroduceerd. Vooral de oprichting van de Stichting
Garantiefonds Rabobanken is hiervan een goed voorbeeld.
Dit Garantiefonds stelt de plaatselijke banken in de gelegenheid
achtergestelde leningen te verstrekken aan ondernemers met een
goed ondernemingsplan, maar met een tekort aan eigen vermogen.
Deze achtergestelde leningen zijn vooral bestemd voor startende,
doorstartende of innoverende ondernemers. Via de zogenaamde
Stimuleringslening kan tot een maximaal bedrag van f 100.000,- in
de behoefte aan risicodragend vermogen worden voorzien, waarna
mede op basis hiervan verdere bancaire financiering mogelijk
wordt.
Gedurende de eerste zes maanden waarin het Garantiefonds actief
was, is voor een bedrag van f 8,5 miljoen aan achtergestelde
leningen toegezegd. Op een totaal aantal van 383 behandelde
aanvragen werden 234 verzoeken goedgekeurd. Het gemiddelde
garantiebedrag bedroeg f 36.000,- per aanvraag. Dit nieuwe
financieringsinstrument blijkt derhalve duidelijk in een behoefte te
voorzien.
Een groot voordeel daarbij is dat de bestuurders van de Rabo
banken in overgrote mate uit de ondernemerskring afkomstig zijn,
waardoor men goed op de hoogte is van de ondernemers-
problematiek, zowel wat betreft de bedrijfstakbijzonderheden als
ten aanzien van de specifiek lokale omstandigheden.
Een andere uiting van het coöperatief bankieren is de steun
verlening aan bepaalde projecten die voor groepen leden
van belang zijn. Op dit gebied heeft de Rabobankorganisatie een
jarenlange traditie. Reeds van oudsher zijn zowel de lokale
Rabobanken als Rabobank Nederland bereid gebleken aan
belangrijke projecten steun te geven.
Wij doelen hierbij ook op de in 1 973 opgerichte Stichting Steun
door Rabobanken. Deze stichting richt zich enerzijds op maat
schappelijke hulp in Nederland en anderzijds op de platte
landsontwikkeling en de bevordering van het landbouwkrediet in
derde-wereldlanden. In 1 985 werd hiervoor door de lokale
Rabobanken een bedrag van f 1,2 miljoen bijeengebracht, welke
bijdrage door Rabobank Nederland werd verdubbeld.
Op basis van een aantal zorgvuldig geformuleerde criteria is in
1 985 besloten de steunverlening aan projecten verder uit te
breiden. Hierbij wordt vooral gedacht aan activiteiten die groepen
leden structureel ten goede komen en die, indien zij alleen op basis
van rendementseisen getoetst worden, (vooralsnog) niet kunnen
worden gerealiseerd vanwege een tekort aan financierings
middelen. Het algemeen economisch belang in een bepaalde
bedrijfstak, regio of plaats dient hierbij voorop te staan, terwijl het
in principe steeds om een eenmalige (start)steun moet gaan.
In het verslagjaar werden in dit kader op landelijk niveau onder
andere bijdragen verleend dan wel toegezegd aan:
- enkele projecten ter bestrijding van het mestoverschot in de
Nederlandse land- en tuinbouw;
- de exportpromotie van Nederlandse tuinbouwprodukten in Japan;
- een agro-bedrijfstechnologisch centrum in Wageningen.
Met deze en andere projecten was in 1 985 op landelijk niveau een
bedrag van ongeveer f 1 miljoen gemoeid, nog afgezien van de
bedragen die de lokale Rabobanken zelf aan projecten hebben
besteed.
Ook in de komende jaren zullen activiteiten worden ondernomen die
zijn gericht op een verdergaande accentuering van het coöperatieve
karakter van de Rabobank.
8
9