Genoteerde aandelen zijn gewaardeerd tegen de beurskoers ultimo
boekjaar en incourante aandelen tegen de geschatte opbrengstwaarde.
De hieruit voortvloeiende niet gerealiseerde waardeverschillen worden,
rekening houdend met belastinglatenties, gemuteerd op de reserve koers
verschillen effecten.
De gerealiseerde koersverschillen worden in de winst- en verliesrekening
opgenomen onder andere baten.
Handelsportefeuille De handelsportefeuille is gewaardeerd tegen de laatst bekende koersen
ultimo boekjaar.
De waarderingsverschillen terzake van de handelsportefeuille worden onder
andere baten verantwoord.
Indien hiertoe aanleiding bestaat vindt afwaardering van effecten plaats
wegens verminderde volwaardigheid.
Deelnemingen
Deelnemingen zijn gewaardeerd op basis van netto-vermogenswaarde aan
de hand van de meest recente gegevens, tenzij de aan de deelneming
verbonden risico's, de rentabiliteit of de mate van invloed op het beleid tot
een lagere waardering aanleiding geven.
Het aandeel in de resultaten wordt in de winst- en verliesrekening
opgenomen onder andere baten.
Goodwill, zijnde het verschil tussen de verwervingsprijs en de netto
vermogenswaarde van deelnemingen, wordt in maximaal vijf jaar ten laste
van de winst- en verliesrekening (andere lasten) afgeschreven. Het nog niet
afgeschreven gedeelte van de goodwill is opgenomen onder overige activa.
Onroerende goederen en inventaris
Onroerende goederen De bankgebouwen zijn gewaardeerd tegen actuele waarde, afgeleid uit de
voor eigen gebruik vervangingswaarde op basis van continuïteit en functionaliteit.
Deze vervangingswaarde wordt verkregen door middel van periodieke
taxaties.
Voor de in het boekjaar niet getaxeerde panden wordt de actuele waarde
aangepast met behulp van indexaties.
De verandering in de waarde, welke het gevolg is van deze waarderings
grondslag, wordt ten gunste respectievelijk ten laste van de
herwaarderingsreserve gebracht, rekening houdend met belastinglatenties.
Op de actuele waarde zijn afschrijvingen toegepast volgens de lineaire
methode, gebaseerd op een verwachte levensduur van maximaal 331/3 jaar.
De WIR-basispremie wordt beschouwd als een kostprijsverlagende factor.
De toeslagen op de basispremie worden op een egalisatierekening
verantwoord en in evenredigheid aan de verwachte levensduur van het
actief ten gunste van de resultatenrekening geboekt.
Bankgebouwen in aanbouw zijn opgenomen tegen de uitgaafprijs,
verminderd met eventuele WIR-basispremie; tijdens de bouw wordt niet
afgeschreven.
Indien het voornemen bestaat om bepaalde panden te verkopen, worden
deze gewaardeerd tegen de getaxeerde opbrengstwaarde.
Afkoopsommen van in erfpacht verkregen gronden worden in maximaal
33 V3 jaar afgeschreven.
52
Onroerende goederen De niet-bedrijfsgebonden gebouwen zijn gewaardeerd tegen actuele
niet voor eigen gebruik waarde, of lagere verkrijgingsprijs.
Actuele waarde betreft de waarde bij willige verkoop; deze wordt verkregen
door middel van taxaties. Voor de in het boekjaar met getaxeerde panden
wordt de actuele waarde aangepast met behulp van indexaties.
Hierop zijn afschrijvingen toegepast volgens de lineaire methode,
gebaseerd op een verwachte levensduur van maximaal 33 Vh jaar.
Onderhanden bouwprojecten worden verantwoord tegen kostprijs, met
dien verstande, dat ontvangen koopsommen hierop in mindering worden
gebracht. Het verkoopresultaat wordt verantwoord in het jaar waarin een
project is voltooid en verkocht c.q. in exploitatie genomen.
Voorzienbare verliezen worden op de waardering in mindering gebracht in
het jaar waarin zij ontstaan
Inventaris De inventaris is gewaardeerd tegen historische kostprijs onder toepassing
van jaarlijkse lineaire afschrijvingen variërend van 5 tot 20°/o, afhankelijk
van de geschatte levensduur.
De WIR-basispremie wordt in mindering gebracht op de investeringen en
naar gelang de afschrijvingstermijnen pro rata parte ten gunste van het
resultaat gebracht.
Assurantieportefeuilles
Overgenomen assurantieportefeuilles worden geheel afgeschreven in het
jaar van overname.
Voorziening algemene bedrijfsrisico's
Deze voorziening, welke is opgenomen onder crediteuren, heeft betrekking
op het algemene risico dat rechtstreeks of door deelnemingen wordt
gelopen uit hoofde van kredietverlening en het overige actieve bankbedrijf
Jaarlijks wordt ten laste van de winst- en verliesrekening aan deze voor
ziening een bedrag toegevoegd.
Voorziening voor latente belastingverplichtingen
Deze voorziening is eveneens opgenomen onder crediteuren en heeft
betrekking op de uitgestelde belastingverplichtingen ten gevolge van
waarderingsverschillen.
Berekening van deze voorziening heeft plaatsgevonden tegen het nominale
belastingtarief.
Regeling pensioenen en Vrijwillig Vervroegde Uittreding
Het pensioenreglement is gebaseerd op het eindloonsysteem met levens-
jarenbeginsel. Het arbeidsongeschiktheids-pensioenreglement voorziet in
een uitkering bij arbeidsongeschiktheid in de zin van de WAO en geeft een
aanvulling op de WAO/AAW-uitkeringen.
Deze verplichtingen zijn verzekerd door onderbrenging bij een afzonderlijke
stichting, te weten Stichting Pensioenfonds Rabobankorganisatie, op basis
van een koopsommenstelsel.
Van de regeling Vrijwillig Vervroegd Uittreden (VUT) kan een medewerker
bij het bereiken van de 62-jarige leeftijd, indien hij ten minste 10 jaar in het
bankbedrijf werkzaam is, gebruik maken.
Deze regeling wordt gefinancierd via een omslagstelsel binnen de Rabo
bankorganisatie.
53