Deze omstandigheid heeft, naast de druk soms van noodzakelijke inhaal acties, ook het voordeel opgeleverd dat lering kon worden getrokken uit ervaringen van anderen. Zo is de Rabobank ook behoed gebleven voor kostbare beschadigingen in verband met soms modieuze navolgings bewegingen in de internationale bankwereld. Daarop heeft de Rabobank haar beleid niet afgestemd; zij oriënteert zich op hetgeen haar binnenlandse kernbedrijf van haar verlangt. Van oudsher was de Rabobank gericht op de agrarische sector en het midden- en kleinbedrijf in Nederland. Sinds het begin van de jaren zeventig deed zich daarin een aantal belangrijke ontwikkelingen voor. Steeds meer ondernemers in onze traditionele cliëntenkring ontdekten de mogelijkheden die im- en export hen boden. Grote agrarische coöperaties bewogen zich al langer op dat pad, maar geleidelijk meer intensief. Ook had de Rabobank - door de fusie tussen Raiffeisen- en Boerenleenbanken in die dagen uitgegroeid tot de grootste bank in Nederland - belangrijke ingangen verkregen bij het grotere bedrijfsleven, overwegend internationaal georiënteerd. Deze ontwikkelingen betekenden wezenlijke accentverschuivingen in de binnenlandse marktsituatie van de Rabobank die haar noopten de versterking van haar buitenlandbedrijf ter hand te nemen. Belangrijkste doelstellingen waren daarbij de verbetering van het internationale betalingsverkeer en de financiële begeleiding van en de dienstverlening aan de buitenlandse activiteiten van de Nederlandse agri- business in ruime zin. Daarnaast zouden activiteiten op het gebied van de interbancaire valuta-en depositohandel en het internationale emissiebedrijf worden ontwikkeld. Samenwerking en kwaliteitsverbetering Een eerste stap op internationaal terrein werd gezet in 1973. Toen besloten negen Westeuropese coöperatieve centrale banken, waaronder Rabobank Nederland, samen met S.G. Warburg Et Co. tot oprichting van London Continental Bankers Ltd., een instelling die thans als merchant bank werkzaam is. De zes grootste van deze coöperatieve banken richtten in 1 976 de Unico Banking Group op, met als doel op het terrein van de buitenland activiteiten te gaan samenwerken. Deze samenwerking uit zich onder meer in een gezamenlijk optreden op het gebied van internationale lening- en emissie-operaties. Het onderlinge betalingsverkeer werd versneld. In 1979 werd het Unico Investment Fund opgericht, dat vervolgens in december 1985 ook op de Amsterdamse Effectenbeurs werd geïntroduceerd. Voorts ging men in Wenen van start met Unico Trading Company, welke zich bezighoudt met de internationale ruilhandel en daarmee goede resultaten boekt. Als vennoot is Rabobank Nederland de enige Nederlandse bank die op dit terrein over een eigen actieve handelsonderneming beschikt. Een andere activiteit ten slotte is de Unico Banking School nabij Parijs, waar kaderpersoneel gemeenschappelijk wordt opgeleid. Toch bleef het voor de Rabobank noodzakelijk ook op eigen kracht de internationale dienstverlening aan de binnenlandse relaties te verbeteren. In 1975 had Rabobank Nederland inmiddels een afzonderlijk Directoraat Buitenland ingesteld. Belangrijkste uitgangspunt vormde het op adequate wijze kunnen aanbieden van de gehele produktenwaaier op het gebied van het buitenlands betalingsverkeer. Daartoe diende in eerste instantie een uitgebreid internationaal net van correspondentbankrelaties te worden opgebouwd. Tevens noopte dit tot een sterke uitbouw van de operationele afdelingen, ten einde het toenemende volume van betalingen te kunnen verwerken. Hierbij werd gebruik gemaakt van nieuwe communicatie technieken, waaronder SWIFT. 42 Grote aandacht werd gegeven aan de ontwikkeling en introductie van nieuwe buitenlandprodukten. Ook werd de geautomatiseerde verwerking van het buitenlands betalingsverkeer verbeterd. Op deze wijze kon geleidelijk aan een groeiend aandeel worden gerealiseerd in de afwikkeling van het buitenlands betalingsverkeer van Nederlandse im- en exporterende bedrijven. Ook werd verhoogde aandacht besteed aan de overdracht van kennis aan en advisering van de lokale Rabobanken op het gebied van buitenland- activiteiten, alsmede aan het geven van opleidingen terzake. Reeds geruime tijd was intussen het valutabedrijf tot ontwikkeling gebracht, dat behalve de aan- en verkoop van buitenlandse valuta ook het Eurodepositobedrijf ter hand had genomen. Deze activiteit kwam met name in de tweede helft van de jaren zeventig tot bloei als gevolg van de rol die de Eurovalutamarkt ging spelen in het recyclingproces van de zogenaamde oliedollars. Uit een oogpunt van het ondersteunen van de binnenlandse marktpositie werd in die periode tevens een begin gemaakt met het op bescheiden schaal deelnemen aan internationale leningen. Eigen buitenlandse kantoren Voor een juiste behartiging van de belangen van de cliënten kon niet alleen worden gesteund op samenwerking met Unicobanken en buitenlandse correspondenten. Allengs moest de weg worden ingeslagen van het opbouwen van een bescheiden net van eigen kantoren, waaraan - behalve het primaire criterium van dienstbaarheid aan het (binnenlandse) kernbedrijf van Rabobank Nederland - ook de eis wordt gesteld van een op zichzelf staande positieve rentabiliteit. Om namelijk aan die primaire functie te kunnen voldoen, is het noodzakelijk dat deze kantoren zich ook een eigen positie met een daarbij behorende acceptatie in de des betreffende financiële markten verwerven. Daartoe moeten zij naast het dienen van onze binnenlandse relaties, ook eigen activiteiten kunnen ontplooien ten aanzien van het aantrekken en uitzetten van middelen in het land van vestiging. In 1979 kwam de eerste vestiging van de Rabobank buiten Nederland tot stand: een bank en trustmaatschappij op Curapao. Nog in datzelfde jaar werd besloten vertegenwoordigingen te openen in New York en Frankfurt am Main. Vooral de vestiging in New York, in 1 981 omgevormd tot een volledig toegerust bijkantoor van Rabobank Nederland, is voor onze organisatie van groot belang gebleken, onder meer in verband met het omvangrijke handelsverkeer tussen Nederland en de Verenigde Staten. Het kantoor heeft in enkele jaren een belangrijke positie verworven en ondervond daarbij steun van de hoogste kwalificatie, die Rabobank Nederland inmiddels op grond van haar sterke financiële positie had verkregen van de belangrijkste beoordelingsinstanties in de USA. De activiteiten van het kantoor te New York richten zich vooral op de kredietverlening aan de agrarische produktenverwerkende en -verhandelende industrie. Is in Nederland de Rabobank veruit de belangrijkste bank voor de agrarische producent, directe financiering van de Amerikaanse boer rekent zij zeker niet tot haar hoofdtaken. Langs indirecte weg, via het zogenaamde MASI-financieringsproject, heeft zij een, overigens zeer beperkte, betrokkenheid aanvaard bij de financiering van de Amerikaanse landbouw door particuliere, plaatselijke en voor het merendeel kleine banken. Een belangrijk oogmerk daarvan is, onze antennes meer rechtstreeks gericht te hebben op hetgeen er omgaat in de agrarische produktiesectoren van de Verenigde Staten. De grootste handelspartner van Nederland is West-Duitsland. Om de dienstverlening aan de Nederlandse cliënten van de Rabobankorganisatie, 43

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Rabobank | 1985 | | pagina 23