het grote bedrijfsleven. Een taak, die het logische
complement vormt van de ontwikkeling van de
Rabobank in de laatste tien jaar.
Internationalisering en automatisering
Bancair leidde deze ontwikkeling - zowel naar
sectoren als in tijd gemeten - tot risicospreiding,
maar stelde ook eisen aan het bancaire beleid.
In dat beleid heeft ook een spreiding van inter
nationale activiteiten gestalte gekregen, mede door
de buitenlandse vestigingen, die in recente tijd tot
stand zijn gekomen. Het jaar 1 984 betekende in dit
opzicht ondermeer het op gang komen van de
daadwerkelijke samenwerking met de Duitse
ADCA-BANK, waarin Rabobank Nederland een
zeer aanmerkelijk belang heeft genomen, en de
opening van het kantoor Antwerpen. Deze ruimere
activiteiten, zorgvuldig gepland, zijn gepaard
gegaan met verbeteringen en aanpassingen in de
infrastructuur, het apparaat van de Rabobanken en
van Rabobank Nederland. Zeer wezenlijk daarbij
was - en is nog steeds - de benutting van de
mogelijkheden, die toepassing van de moderne
elektronica biedt. Het is ontegenzeglijk een zeer
moeilijke opgave de automatisering op de meest
effectieve wijze tot haar recht te laten komen in
een grote en veelszins gedecentraliseerde bankor-
ganisatie. Om twee redenen menen wij daarin tot
dusver te zijn geslaagd. De eerste is, dat er reeds in
een vroegtijdig stadium een strategie is
ontwikkeld, die langs de weg van beheerste decen
tralisatie een stapsgewijze, maar gestaag
doorgaande automatisering van heel ons
bankbedrijf beoogde. Voor een belangrijk deel zijn
die stappen inmiddels volgens plan gezet.
De tweede reden is, dat gebruik gemaakt kon
worden van de mogelijkheden die de moderne
technologie, met name door de gunstiger
wordende prijs/prestatieverhoudingen, is gaan
bieden. Daardoor kon onze aanpak, die een zeer
sterk accent legde op de invoering van de automa
tisering aan de brede basis van onze organisatie,
geheel aansluiting vinden bij onze decentrale
structuur.
De Rabobank is voorbereid op de veranderingen
die het informatica-tijdperk meebrengt en in staat
die veranderingen ook in de komende jaren op de
juiste wijze op te vangen.
Voortgaande (om)scholing en mentale voor
bereiding van alle bij onze organisatie betrokkenen
zijn onontbeerlijk, met name omdat wij er ons voor
inzetten om de werkgelegenheid van onze
medewerk(st)ers te handhaven. Grote waarde
hechten wij ook daarbij aan de CAAR - Centrale
Adviesraad Arbeidsaangelegenheden Rabo
banken - de jongste loot aan onze overlegboom.
In de CAAR bezit onze organisatie, zoals in het
verslagjaar is gebleken, een geëigend forum,
waarin de sociale aspecten van alle voorgenomen
of bestaande regelingen aan het oordeel van
gekozenen uit alle medewerk(st)ers en aan gedele
geerden van werkgeverszijde kunnen worden
onderworpen. De CAAR is een 'Rabo-vinding',
vorig jaar geïnstalleerd nadat invoering van een
Centrale Ondernemings Raad gezien onze
structuur op grote bezwaren stuitte.
Zolang de veranderingen, die zich in bankbedrijf en
maatschappij voltrekken, niet in concrete wensen,
behoeften en diensten zijn uitgekristalliseerd, zal
ons bankbeleid onder een zekere spanning staan.
In deze situatie blijven wij onverminderd het
accent leggen op de persoonlijke dienstverlening
en streven wij er tegelijkertijd naar onze diensten
in de meest moderne vorm te presenteren.
Wij vertrouwen in dit opzicht de vinger
nauwlettend aan de maatschappelijke pols te
kunnen houden.
Betrouwbaar fundament
Wij menen te mogen constateren, dat in deze tijd
de belangstelling voor en de kennis van onze
coöperatieve werkwijze in brede kring groeiende
is.
Wij zien geen enkele aanleiding wijziging te
brengen in hoofdlijnen, die ons reeds sinds het
einde van de vorige eeuw kenmerken. Integendeel,
wij ervaren dat de grondslagen, bij de oprichting
van onze banken gelegd, een betrouwbaar
40
fundament vormen. Met name hebben wij ervaren,
dat het daarop gebouwde bankbedrijf evenals onze
daarop gebaseerde concrete samenwerking telkens
wanneer dat nodig blijkt, die aanpassingen toelaat,
die gewenst of vereist zijn om slagvaardig te
kunnen reageren op veranderende omstandig
heden.
Zo zijn met name de laatste jaren binnen onze
organisatie regelingen tot stand gekomen, die
wezenlijk zijn voor het functioneren van onze
banken. Daardoor zijn alle samenstellende delen
van onze organisatie, plaatselijk en landelijk,
kruiselings garant voor elkaar en worden hun
mogelijke verliezen naar bepaalde maatstaven
verevend. Een moderne toepassing van onderlinge
solidariteit. Op andere, vaak banktechnische
punten, is door samenwerking een vrijwillig
netwerk van regels ontstaan, waarbinnen iedere
Rabobank met behoud van eigen verantwoorde
lijkheid pleegt te opereren. Op deze wijze komt ook
het beleidsplan voor de gehele Rabobankorgani-
satie tot stand en beschikt zij over de instrumenten
om haar eigen ontwikkeling beheerst te laten
verlopen.
Wij beseffen dat een goede toekomstige ontwik
keling ook van andere voorwaarden afhankelijk is.
Eén daarvan is het behoud van de coherentie
binnen onze organisatie. Doordat de Rabobanken
onderling naar omvang en naar samenstelling van
cliëntenkring dikwijls grote verschillen vertonen,
komt het meer dan vroeger voor dat ten aanzien
van actuele problematiek een eigen oplossing
wordt voorgestaan. Naarmate binnen ons samen
werkingsverband meer ruimte bestaat voor het
lokaal ontwikkelen van eigen beleidslijnen, zullen
onze beproefde overlegstructuur en 'bestuursstijl'
des te hechter moeten verzekeren dat bij de behar
tiging van bijzondere belangen onze samenhang
onverkort bewaard zal blijven.
Onze organisatie geeft duidelijk blijk van
hernieuwde aandacht voor haar coöperatieve
karakter. Zij is er zich van bewust dat de Rabobank
in wezen een samenwerking is van velen en zich
ten doel stelt het bevorderen van de financiële
belangen van velen. Vanuit deze dienende functie
streven de Rabobanken niet alleen versterking van
de vermogenspositie na, maar zijn zij er ook in
geslaagd een tariefniveau te blijven hanteren, dat
zich aan de debetzijde aan de onderkant van de
markt bewoog.
Een van de bijzonderheden van de Rabobank, is
dat ze een bank-met-leden is. Een eigenschap, die
mede ons karakter bepaalt en waaraan wij grote
waarde hechten. Het lidmaatschap staat voor
iedereen open, maar is verplicht voor bedrijfs-
cliënten, die door ons gefinancierd willen worden.
Het is ons niet ontgaan, dat het lidmaatschap in
deze tijd om allerlei redenen minder bewust wordt
beleefd dan vroeger. Maar wij ervaren ook, dat het
mogelijk is het gevoel van betrokkenheid van de
leden bij hun bank sterk te doen herleven en zelfs
de actieve participatie in die bank te bevorderen.
Wij streven ernaar deze herlevende ledenbetrok
kenheid in de toekomst verder te stimuleren.
41