Als gevolg van onderlinge fusies nam het aantal aangesloten banken met 1 3 af tot 942. Ultimo 1 984 boden zij via 2.385 (2.405) kantoren en 1.093 (1.085) zittingen hun diensten aan het publiek aan. Eind 1 984 werd aan de Nederlandse Scheepshypotheekbank NV een onderhandse achtergestelde lening met warrants verstrekt. Op grond van deze overeenkomst heeft Rabobank Nederland het recht om gedurende vijfjaar maximaal een belang van 35% in het aandelenkapitaal van de Nederlandse Scheepshypotheekbank te verwerven. Deze transactie beoogt zowel de marktpositie van de Nederlandse Scheepshypotheekbank NV als die van aangesloten banken te versterken, onder meer ook door samenwerking. In interbancair overleg is overeengekomen om in de eerste helft van 1 985 te komen tot een Geschillencommissie voor het Bankbedrijf. Wanneer de klachtenprocedures bij de individuele banken niet tot het gewenste resultaat leiden, kunnen particuliere relaties een beroep doen op deze geschillencommissie. Binnen onze organisatie dienen klachten van cliënten in eerste instantie door de des betreffende aangesloten banken te worden behandeld, waarna men zich ook nog tot Rabobank Nederland kan richten. Balansontwikkeling en resultaat Het geconsolideerde balanstotaal van onze organisatie kwam als gevolg van de hiervoor beschreven ontwikkelingen uit op f 1 27,4 (11 8,3) miljard. Dat is 8 (7) %meer dan ultimo 1 983. De stijging over 1 983 werd voor circa 2%geflatteerd door de consolidatie van de ADCA-BANK. Wordt deze buiten beschouwing gelaten dan resulteert over 1 984 een 3% sterkere balansgroei. Het herstel in de aanwas van de toevertrouwde middelen bij de aangesloten banken vormt hiervoor de belangrijkste verklaring. Het balanstotaal van de gezamenlijke aangesloten banken nam daardoor uiteindelijk toe met 6 (2)%; historisch gezien overigens nog steeds een beperkte groei. De balanstelling van de Rabo- hypotheekbank NV vertoonde wederom een lichte daling. Door de ruime liquiditeitspositie van de meeste aangesloten banken was evenals vorig jaar het beroep op haar aanvullende financierings- taken per saldo gematigd. De rentemarge stond in de verslagperiode onder druk. De verschuivingen binnen de spaargelden naar hoger rentende rekeningvormen en de opwaartse druk op de termijndeposito- tarieven verhoogden de rentelasten. De rentebaten daarentegen werden negatief beïnvloed door de verscherpende concurrentie op de verschralende markt voor bancaire kredietverlening. Overigens is het een algemeen verschijnsel dat de relatieve rentewinst van banken bij lagere rentestanden onder druk komt, en wel te meer naarmate het aandeel van niet en laagrentende passiva groter is. 32 1979 1981 1983 Voor ons als coöperatieve bankorganisatie weegt dit nadeel overigens ruimschoots op tegen het voordeel van de lagere rentelasten voor onze leden/kredietnemers. Door de balansgroei kon de rentewinst ondanks de gedaalde rente marge toch nog met f 54 miljoen stijgen tot f 3.509 (3.455) miljoen. De provisiewinst nam met 9(14) %toe tot f 456 (41 8) miljoen. De verder gestegen effecten- en buitenlandprovisies leverden hieraan een belangrijke bijdrage. Ook de inkomsten uit aanverwante diensten toonden een toename. Andere baten kwamen uit op f 121 (89) miljoen. De hierin begrepen koerswinsten op onze effecten portefeuille namen het grootste deel van de stijging voor hun rekening. De baten uit instellingen waarin wij deelnemen waren zeer bevredigend. Dat geldt met name voor Van Lanschot's Beleggings- Compagnie BV te 's-Hertogenbosch en ook voor Lease Plan Holding NV te Amsterdam. De bedrijfskosten stegen in 1 984 met bijna 5 (4)% tot f2.586 (2.467) miljoen. Vooral de personeelskosten namen na de stabilisatie in 1 983 weer duidelijk toe. Het gestegen personeels bestand vooral bij de aangesloten banken - een gevolg van het gestegen activiteitenniveau en de arbeidsduurverkorting - vormt de belangrijkste verklaring. De hiervoor beschreven ontwikkeling resulteerde in een bruto winst van f 1.499 (1.494) miljoen. Aan de Voorziening Algemene Risico's wordt na de sterke stijgingen in de afgelopen jaren met f 651 (675) miljoen een enigszins lager bedrag toegevoegd. Het economisch herstel en het saneringsproces binnen het Nederlandse bedrijfsleven in de voorbije jaren hebben de kwaliteit van onze binnenlandse debiteurenportefeuille belangrijk verbeterd. Dat geldt veel minder voor onze buitenlandse financieringen, overigens relatief van beperkte omvang. 33

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Rabobank | 1984 | | pagina 18