De door Rabobank Nederland en de Rabohypotheekbank NV op de
onderhandse kapitaalmarkt opgenomen middelen namen, tegen de
achtergrond van de constante liquiditeitspositie, per saldo slechts
zeer licht toe.
In totaal stegen de toevertrouwde middelen uiteindelijk in 1 984
met f 5,5 (3,4) miljard of 6 (4)%. Het bestand kwam daarmee op
f 94,7 (89,2) miljard.
Internationale activiteiten
De schuldproblematiek van een groot aantal ontwikkelingslanden
bleef de internationale financiële markten in het verslagjaar
verontrusten. Vooral toen in het tweede kwartaal de rente in de
Verenigde Staten met 2% steeg, leek het vertrouwen af te nemen
dat de debiteurenlanden hun verplichtingen ooit zouden kunnen
nakomen. Daar stond evenwel tegenover dat een aantal debiteuren-
landen in staat bleek hun externe positie aanmerkelijk te verbeteren,
met name door een verhoogde uitvoer naar de Verenigde Staten
Bovendien toonde de rente in de Verenigde Staten in de tweede
helft van het jaar een dalende tendens. Hierdoor bleef de schuld-
problematiek uiteindelijk beheersbaar en konden zelfs de eerste
meerjarige herstructureringsovereenkomsten tot stand komen.
Met name Mexico werd hiermee beloond voor het in de
achterliggende jaren gevoerde aanpassingsbeleid. Ook voor
Venezuela kwam een meerjarige overeenkomst tot stand, terwijl
Brazilië kenbaar maakte hiernaar te streven. Ofschoon de banken
een grotere bereidheid aan de dag legden om aflopende schuld
verplichtingen te herstructureren, bleven zij te zelfder tijd uiterst
terughoudend bij het verstrekken van nieuwe internationale
kredieten. De Oostbloklanden wisten niettemin in verscheidene
gevallen met succes op de internationale kredietmarkt terug te
keren.
Al met al bleef de verstrekking van nieuwe internationale kredieten
door banken opnieuw achter bij die van het voorafgaande jaar.
De omvang van de totale internationale financiële markten buiten
de banken om is in 1 984 echter aanmerkelijk gestegen. Hieraan lag
vooral de grote behoefte aan kortlopende kredietfaciliteiten door
grote internationale bedrijven en industrielanden ten grondslag.
Voorts voltrok zich opnieuw een uitbreiding van het emissievolume
van internationale obligaties.
De genoemde voortgaande matige ontwikkeling op de
internationale bancaire kredietmarkten vond zijn weerslag in het
verloop van ons Eurodepositobedrijf, waar het volume weinig
wijzigde. De bij bankiers in binnen- en buitenland opgenomen
middelen namen met ruim f 2 miljard toe, in belangrijke mate als
gevolg van de gestegen dollarkoers.
Op Schiphol begeleidden in 1984
110 verkeersleiders in totaal
141.650 vliegtuigbewegingen.
Op deze wijze werden van en naar
Schiphol 10,9 miljoen vliegtuig
passagiers vervoerd.
23