Jaarverslag 1 983 Algemeen in 1983 werd in Nederland met inmiddels meer dan 3 miljoen Rabobankrekeningen deelgenomen aan het betalingsverkeer. Conjuncturele ontwikkeling (procentuele veranderingen t.o.v. een jaar geleden) In 1983 is een kentering in de Nederlandse conjunctuur zichtbaar geworden en werden enige tekenen van verbetering waarneembaar. Het bruto nationaal produkt nam, na een daling in de twee voorafgaande jaren, weer licht toe. Dit was vooral te danken aan een groei van het uitvoervolume. Oorzaken daarvan waren toeneming van de internationale vraag naar goederen en diensten en verbetering van de Nederlandse concurrentiepositie. De invoer bleef hierbij achter, doch door een ruilvoetverlies bedroeg het overschot op de lopende rekening van de betalingsbalans, evenals in 1 982, f 10 miljard. Ondanks koopkrachtverlies van werknemers en uitkeringsgerechtigden daalde de particuliere consumptie niet verder. Het niveau van de investeringen bleef laag en ontoereikend om een groei van de werkgelegenheid tot stand te brengen. Aan het eind van het jaar, toen de eerste tekenen van een tendens tot stabilisatie vielen te bespeuren, waren na seizoen correctie 830.000 personen 90.000) als werkloos geregistreerd, ofwel 1 7,7% van de afhankelijke beroepsbevolking. Dank zij een door loonmatiging geringe stijging van de loonkosten en een beperkte toeneming van het invoerprijspeil bedroeg de gemiddelde prijsstijging van consumptiegoederen nog slechts 2,8%. De hoog blijvende reële rente in de Verenigde Staten was niet alleen van invloed op de koersstijging van de dollar van f 2,60 in januari tot f 3,10 aan het eind van het jaar, maar ook op het renteniveau in Nederland. De geldmarktrente in ons land gaf begin 1 983 nog een daling te zien, dank zij de sterke positie van de gulden in het Europees Monetair Stelsel (E.M.S.).

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Rabobank | 1983 | | pagina 9