Toelichting
De jaarrekening 1983 is ingericht volgens het model dat met ingang van
1982 voor het bankwezen op grond van de Wet Toezicht Kredietwezen is
voorgeschreven.
Voor zover beslissingen in 1983 hebben geleid tot een andere presentatie,
zijn de cijfers van 1982 aangepast, zodat vergelijking mogelijk blijft.
Indien in de tekst bedragen tussen haakjes zijn vermeld, dan betreffen deze
het voorgaande boekjaar.
Grondslagen voor consolidatie
In deze geconsolideerde jaarrekening zijn verwerkt de gegevens van de
gezamenlijke aangesloten banken, van Rabobank Nederland met haar
meerderheidsdeelnemingen, van de Rabohypotheekbank N.V. met haar
meerderheidsdeelneming en de Onderlinge Waarborgmaatschappij
Rabobanken B.A.
De activa en passiva en de resultaten van de meerderheidsdeelnemingen
zijn voor 100% in de jaarrekening opgenomen.
Wanneer ultimo de verslagperiode meerderheidsbelangen zijn verworven,
vindt slechts consolidatie van activa en passiva plaats.
Het minderheidsbelang van derden is in de jaarrekening afzonderlijk
opgenomen.
Algemeen Grondslagen voor waardering en resultatenbepaling
De activa en passiva zijn gewaardeerd tegen nominale waarde, tenzij een
andere waarderingsgrondslag is vermeld.
Bedragen in vreemde valuta en resultaten van buitenlandse vestigingen zijn
omgerekend tegen de laatst bekende koersen van het boekjaar.
In 1983 is besloten dat niet-gerealiseerde voordelige koersverschillen op
aandelen, welke behoren tot de beleggingsportefeuille, dienen te worden
verantwoord op een reserve.
In de jaarrekening 1 982 zijn deze koersverschillen in de winst- en verlies
rekening verantwoord onder andere baten.
De motivering voor de wijziging in de grondslagen voor de bepaling van het
resultaat is dat het hier gaat om niet-gerealiseerde resultaten.
Uit hoofde van de stelselwijziging is in 1983 f 22 miljoen in de balans
opgenomen onder reserve koersverschillen effecten, te weten f 42 miljoen
voordelige niet-gerealiseerde koersverschillen, verminderd metf 20 miljoen
latente vennootschapsbelasting. Zou dit stelsel in 1982 reeds zijn
toegepast, dan zou genoemde reserve ultimo 1982 f 10 miljoen hebben
bedragen en zou over 1982 het bruto resultaat f 19 miljoen lager en de
netto winst f 10 miljoen lager zijn geweest.
Bankiers in binnen- en buitenland, wissels,
vorderingen op of onder garantie van de overheid,
debiteuren
Deze activa zijn gewaardeerd tegen de nominale waarde onder aftrek van
de nodig geachte voorzieningen.
44
Effecten
De obligaties, behorende tot de beleggingsportefeuille, zijn gewaardeerd
tegen aflossingswaarde.
Het verschil met de verkrijgingswaarde wordt in de balans verantwoord en
in evenredigheid aan de looptijd in de winst- en verliesrekening verwerkt.
Genoteerde aandelen zijn gewaardeerd tegen de beurskoers ultimo
boekjaar en incourante aandelen tegen de geschatte opbrengstwaarde.
De hieruit voortvloeiende waardeverschillen worden gemuteerd op de
reserve koersverschillen effecten.
De handelsportefeuille is gewaardeerd tegen de laatst bekende koersen
ultimo boekjaar.
De waarderingsverschillen terzake van de handelsportefeuille worden
onder andere baten verantwoord.
Indien hiertoe aanleiding bestaat vindt afwaardering plaats wegens
onvolwaardigheid.
Deelnemingen
Minderheidsdeelnemingen zijn gewaardeerd op basis van intrinsieke
waarde aan de hand van de meest recente gegevens, tenzij de aan de
deelneming verbonden risico's, de rentabiliteit of de mate van invloed op
het beleid tot een lagere waardering aanleiding geven.
Het aandeel in de resultaten wordt in de winst- en verliesrekening
opgenomen en gemuteerd op de reserve niet uitgekeerde resultaten
minderheidsdeelnemingen.
Koersverschillen uit hoofde van deelnemingen in vreemde valuta worden
verantwoord onder reserve waardeverschillen.
Intrinsieke waardebepaling vindt voor zover mogelijk plaats volgens
waarderingsgrondslagen van de Rabobankorganisatie.
Goodwill, zijnde het verschil tussen de verwervingsprijs en de intrinsieke
waarde van deelnemingen, wordt in maximaal vijfjaar ten laste van de
winst- en verliesrekening (andere lasten) afgeschreven. Het nog niet
afgeschreven gedeelte van de goodwill is opgenomen onder deelnemingen.
Onroerende goederen en inventaris
Gebouwen De bankgebouwen zijn opgenomen tegen actuele waarde, zijnde kostprijs
of, indien hoger, de vervangingswaarde op basis van geïndexeerde
bouwkosten. Met gebleken duurzame waardeverminderingen wordt
rekening gehouden. Hierop zijn afschrijvingen toegepast volgens de lineaire
methode, gebaseerd op een verwachte levensduur van 33'A jaar.
De W.I.R.-basispremie wordt beschouwd als een kostprijsverlagende
factor en derhalve op de actuele waarde in mindering gebracht.
De toeslagen op de basispremie worden op een egalisatierekening
verantwoord en in evenredigheid aan de verwachte levensduur van het
actief ten gunste van de resultatenrekening geboekt.
Bankgebouwen in aanbouw zijn opgenomen tegen de uitgaafprijs,
verminderd met eventuele W.I.R.-basispremie; tijdens de bouw wordt niet
afgeschreven.
De niet bedrijfsgebonden gebouwen zijn eveneens gewaardeerd tegen
actuele waarde, zijnde kostprijs of, indien hoger, de vervangingswaarde op
basis van geïndexeerde bouwkosten.
Deze bedragen worden verminderd met lineaire afschrijvingen op basis van
een verwachte levensduur van 33 V* jaar.
45