In de akkerbouw werd de lagere produktie per hectare, behalve in het noordoosten van ons land, over het algemeen goedgemaakt door hogere prijzen van consumptie- en pootaardappelen en van uien. In de glastuinbouw tekende zich in 1 983 een herstel af. Dit werd veroorzaakt door betere opbrengstprijzen en door verdere energie besparing. Daardoor kon de prijsstijging van aardgas gedeeltelijk worden opgevangen. Hoewel 1 983 in een aantal sectoren dus minder goed was dan 1 982 kan toch van een redelijk jaar worden gesproken. In 1 983 is het handelsoverschot dat op naam van de agrarische sector komt verder opgelopen tot ruim f 14,5 miljard. Gevreesd moet dan ook worden dat de voorstellen tot wijziging van het huidige E.G.-landbouwbeleid niet alleen negatieve gevolgen zullen hebben voor de land- en tuinbouw maar voor de gehele Nederlandse economie. Door mechanisatie in de landbouw is de produktiviteit aanzienlijk gegroeid. De investeringsnoodzaak vergroot de behoefte aan vermogen. De groei van de door onze organisatie aan niet-agrarische bedrijven verstrekte leningen was in het verslagjaar eveneens zeer aanzienlijk. Het niveau van verstrekking aan deze bedrijven is met f 3.496 (2.232) miljoen-een stijging dus met 57 (- 24)%- weer terug op dat van de jaren 1 979 en 1 980. Grote delen van het midden- en kleinbedrijf zijn in hoge mate afhankelijk van de binnenlandse bestedingen. De daling van de bestedingen was veel minder fors dan die van het vrij beschikbare in komen. Mede hierdoor lijkt een einde te kunnen komen aan de voort durende verslechtering van de gang van zaken in deze bedrijven. De afzet in de dienstverlenende sector vertoonde voor het eerst sinds jaren een stabiel beeld. Het aantal bedrijven dat moest worden afgeslankt of gesloten - een ontwikkeling die in 1982 nog in volle gang was- is daardoor in 1 983 sterk verminderd. Het produktievolume van de industrie ontwikkelde zich na een aarzelend begin in gunstige richting, met aan het einde van 1983 zelfs een algemene opleving. Het investeringsniveau was Verstrekte leningen naar sectoren (in miljarden guldens) particulieren agrarische bedrijven handel, nijverheid en industrie 19

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Rabobank | 1983 | | pagina 11