Gang van zaken in de organisatie
Algemeen
De teruggang in de Nederlandse economie heeft zich in 1 982 voort
gezet. De nijverheidsproduktie daalde met 3,5%. Daaraan was de
afneming van de binnenlandse bestedingen niet vreemd. Ook het
achterblijven van het invoervolume was daaruit te verklaren. Deze factor
en de uitvoerstijging bewerkstelligden de toeneming van het overschot
op de lopende rekening van de betalingsbalans tot f 12 (8) miljard.
Kenmerkend voor de economische teruggang is de werkloosheid die
in 1 982 tot ongeveer 750.000 personen is opgelopen. Een wezenlijke
opleving van de economie ligt voorlopig niet in het verschiet.
Aantal werklozen 600
(jaargemiddelden in duizendtallen)
1980 1981 1982
Windenergie mag worden gezien a/s
een belangrijke energievoorziening
voor de toekomst.
De ontwikkelingen op dit terrein
passen zich voortdurend aan nieuwe
toepassingsmogelijkheden aan.
Wel waren er enkele gunstige ontwikkelingen. Zo is de inflatie, die in
vergelijking met het buitenland toch al gematigd was, in de loop van
1 982 nog aanmerkelijk afgenomen. Beliep de gemiddelde prijsstijging in
1 981 6,7%, in 1 982 is zij gezakt tot iets beneden de 6%. Per ultimo
1 982 was de inflatie nog slechts 4,3%. Ook de rente, zowel op de
geldmarkt als op de kapitaalmarkt, is in 1 982 fors gedaald.
De ontwikkeling van de geldmarktrente steunde op de vrijwel
voortdurend krachtige positie die de gulden binnen het Europees
Monetair Stelsel kon innemen mede dank zij de relatief geringe inflatie
en het omvangrijke overschot op de lopende rekening. De haar aldus
geboden ruimte werd door de Nederlandsche Bank bekwaam benut voor
een consequente verlaging van de geldmarktrente. Ruime steun aan het
bankwezen tegen markttarieven alsmede een achttal verlagingen van de
officiële tarieven hebben de geldmarktrente in 1 982 nagenoeg
gehalveerd van ruim 1 1 aan het begin van het jaar tot circa 6% aan het
eind van het jaar.