Overigens zijn voor het merendeel van onze cliënten de financierings
lasten in 1 982 beduidend afgenomen ten opzichte van het voorafgaande
jaar als gevolg van het sterk gedaalde rentepeil. De hieruit voort
vloeiende positieverbetering van het bedrijfsleven en dus ook die van ons
debiteurenbestand weegt voor ons als coöperatieve bankorganisatie
ruimschoots op tegen het nadeel van de tijdelijk verkrapte rentemarge.
Voorts heeft uiteraard het achterwege blijven van groei in onze activa en
passiva een drukkende werking op de rentewinst gehad. De provisie
inkomsten namen ondanks dat relatief lage activiteitenniveau toe met
7%. Vooral als gevolg van gunstige koersbewegingen in onze effecten
portefeuille en onze valutatransacties stegen andere baten bijzonder
krachtig met 72%. In de kostenstijging manifesteerde zich een
versnelling als gevolg van de door de aanzienlijk hogere prijs
compensatie gestegen loonkosten. Daarnaast is het effect van de
geringere groei van het personeelsbestand nog niet zichtbaar in de
kostencijfers over 1 982.
De winst voor voorzieningen en belastingen lag metf 1.331 (1.287)
miljoen enigszins boven het in 1 982 behaalde niveau. De economische
teruggang heeft de kwaliteit van een deel van onze debiteuren
portefeuille verder aangetast. Wij hebben ook dit jaar, ondanks het hoge
niveau van de in het verleden reeds gereserveerde bedragen, weer een
groter bedrag van de winst moeten afzonderen ten gunste van de
Voorziening voor Algemene Risico's. Hiermee wasf 580 (473) miljoen
gemoeid.
Na aftrek van belastingen resteerde over 1 982 een netto-winst van
f 489 miljoen, 7% minder dan een jaar tevoren.
Tegen de achtergrond van de externe omstandigheden en van de interne
doelstellingen van onze organisatie stemt dit resultaat niettemin tot
tevredenheid.
Op een aantal fronten heeft onze organisatie dit jaar een pas op de plaats
gemaakt. Dat neemt echter niet weg dat er voortdurend een beroep gedaan
moest worden op de inzet van allen, die binnen onze organisatie werkzaam
zijn, dan wel betrokken zijn bij het bestuur van onze banken. Een inzet
die nodig was om voor tal van vraagstukken passende oplossingen te vinden.
Wij willen gaarne aan het slot van dit verslag daarvoor onze waardering
uitspreken.
Jaarrekening
Hierna volgt de geconsolideerde jaarrekening 1982 van de Rabobank-
organisatie.
Tussen verscheidene rechtspersonen welke behoren tot de Rabobank-
organisatie bestaat een verhouding van aansprakelijkheidsstelling als bedoeld
in artikel 8 van de WetToezicht Kredietwezen (Stbl. 1978,255)
Deze regeling vormt een zodanige juridische band, dat de nakoming van de
verplichtingen van iedervan de deelnemende instellingen in geval van een
tekort aan middelen wordt gegarandeerd door de overige toegetreden
rechtspersonen.
De deelnemers zijn:
- de plaatselijke Rabobanken,
leden van de Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Boerenleenbank B.A.;
- Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Boerenleenbank B.A., gevestigd te
Amsterdam;
- Rabohypotheekbank N.V., gevestigd te Amsterdam;
- Raiffeisenhypotheekbank N.V., gevestigd te Amsterdam;
- Rabomerica International Bank N.V., gevestigd te Amsterdam;
- Schretlen en Co. N.V., gevestigd te Amsterdam;
- Financieringsmaatschappij De Lage Landen N.V., gevestigd te Eindhoven;
- B.V. De Lage Landen Factors, Rabobank Nederland, gevestigd te Eindhoven.
Het resultaat van deze regeling is dat het gezamenlijke vermogen van de deel
nemers als waarborg geldt jegens de crediteuren van iedere toegetreden
rechtspersoon.
Voor de jaarrekening 1982 van Rabobank Nederland verwijzen wij u naar de
bij de Kamer van Koophandel te Amsterdam te deponeren jaarrekening.
32
33