55
steeg uiteindelijk tot f 1 1 0,4 (97,6) miljard.
Dat is een groei met 13(13)%.
De winstontwikkeling hield in 1 981 geen
gelijke tred met de groei van het balanstotaal.
De rentemarge stond in het eerste halfjaar
onder druk van het feit dat onze banken voor
kredieten in rekening-courant en voor hun
variabelrentende leningen tarieven
hanteerden, die aanzienlijk beneden de
geldende marktrente lagen. Die gedragslijn
werd ook in het tweede halfjaar voortgezet.
Dat desondanks de tarieven voor bestaande
variabele leningen moesten worden
aangepast in de richting van het marktniveau,
was een gevolg van de sterke stijging van de
rente in die periode. Samen met de gestegen
rente-opbrengsten in het liquiditeitsbedrijf
van Rabobank Nederland was die
aanpassing voldoende om de groei van de
rentelasten te compenseren. Die rentelasten
stonden onder opwaartse druk van de
wijzigingen in de middelenstructuur:
onverminderd doorgaande verschuivingen
naar hoogrentende depositorekeningen, en
met name gedurende de laatste maanden,
ook naar langlopende hoogrentende spaar-
vormen. Die laatste beweging was mede het
gevolgvanhetfeitdatindie periode partijen
op de spaarmarkt optraden die bij hun tarief
stelling niet gehinderd worden door kosten
van het traditionele bank- en spaarbank
wezen verbonden aan een uitgebreid net van
vestigingen en een gratis dienstverlenings
pakket voor hun cliënten. Het zal duidelijk
zijn, dat deze ontwikkeling van financiële
discounts zou kunnen leiden tot zodanige
druk op de noodzakelijke winstmarge dat de
gratis dienstverlening in heroverweging moet
worden genomen. Uiteindelijk kon bij onze
organisatie in 1 981 de rentemarge nog vrijwel
worden gehandhaafd op het sedert 1 977
aanzienlijk verlaagde niveau. De in ons vorig
jaarverslag reeds geuite bezorgdheid over de
gevoeligheid en de kwetsbaarheid van die
marge is echter toegenomen. Per saldo steeg
de rentewinst in het verslagjaar met 10(1 4%)
totf 2 796 (2 539) miljoen. In 1 981 is, anders
dan in voorgaande jaren, geen rente
bijschrijving algemene reserve ten laste van de
rentewinst gebracht.
Deze wijziging houdt verband met de door De
Nederlandsche Bank N.V. gegeven voor
schriften aangaande de inrichting van de
jaarrekening. De cijfers van voorgaande jaren
zijn op vergelijkbare basis gebracht.
De stagnatie in de groei van de krediet
verlening en de opnieuw verminderde groei in
de afzet van andere diensten hadden tot
gevolg dat de provisiewinst in 1 981 lager
was dan in 1 980. Zij beliep f 561 (566)
miljoen, 1 minder dan in 1980.
De personeelskosten stegen in het verslag
jaar met 8 (9)%. De groei van het personeels
bestand was in 1981 weliswaar belangrijk
minder sterk dan in 1 980, doch de stijging van
het gemiddeld aantal personeelsleden was in
het verslagjaar nauwelijks lager dan in 1980.
Bovendien was het effect van loonmaatregelen
in 1981 iets geringer dan in 1 980.
De algemene kosten stegen in het verslagjaar
minder sterk dan in 1 980: met 12(14)% tot
f 603 (540) miljoen. Evenals in 1 980 namen
onder invloed van externe ontwikkelingen de
hieronder begrepen huisvestigingskosten en
portikosten verhoudingsgewijs krachtig toe.
Na een incidentele daling in 1 980 gaven de
afschrijvingskosten in het verslagjaar een
normale stijging te zien. In totaliteit stegen de
bedrijfskosten met 9 1 0tot f 2 074
1 898) miljoen.
De beschreven ontwikkeling van
opbrengsten en kosten resulteerde in een
brutowinst van f 1 284(1 207) miljoen, ruim
6 (1 6)% meerdan in 1 980. Ondanks de
geringe groei van de uitstaande krediet
verlening werd de dotatie aan de Voorziening
Algemene Risico's verhoogd totf 473 (377)
miljoen. Die verhoging was noodzakelijk
tegen de achtergrond van de in de huidige
omstandigheden fors toegenomen
financieringsrisico's. Bovendien zijn
hieronder begrepen verliezen op debiteuren,
voor zover deze als gevolg van interne
54
regelingen binnen onze organisatie worden
omgeslagen over alle aangesloten banken.
Na een verdubbeling in 1 980 zijn de kosten
uit dien hoofde in het verslagjaar
verdrievoudigd tot f 92 (30) miljoen.
Voorheen werden deze schaden onder de
bedrijfskosten verwerkt. De gewijzigde
rubricering is behalve door de aard van de
post mede ingegeven door de overweging
dat de voorheen toegepaste rubricering het
kostenbeeld substantieel zou vertekenen.
De cijfers van voorgaande jaren zijn op
vergelijkbare basis gebracht.
Belastingen vergden in het verslagjaarf 286
(301miljoen. De resterende beschikbare
winst ad f 525 (529) miljoen wordt in onze
organisatie geheel aangewend ter
versterking van de reserves.
Gezien de gestegen bedrijfsomvang en de
toegenomen risico's van het bankbedrijf,
stemmen de in het verslagjaar behaalde
bedrijfsresultaten, uiteindelijk uitmondend in
een lichte daling van de beschikbare winst,
op zichzelf nauwelijks tot tevredenheid.
Dat doen zij echter wel in het licht van onze
doelstellingen: een op continuïteit gericht
coöperatief bankbedrijf. In dat licht immers
hebben wij in het verslagjaar bewust
geopereerd met verhoudingsgewijs lage
tarieven voor onze kredietverlening en
hebben wij ook anderszins de belangen van
onze leden/cliënten zwaar laten wegen.
Dat beleid zullen wij in de komende jaren
voortzetten.
Aldus beschouwd zijn de uitkomsten van het
verslagjaar alleszins acceptabel en
verantwoord. Ondanks de toegenomen
zorgen, met name ook betreffende de kwets
baarheid van de noodzakelijke rentemarge,
geven de resultaten van 1 981 ook
vertrouwen voor de zonder twijfel moeilijke
jaren die onze economie nog te wachten
staan. Dat vertrouwen is mede gebaseerd op
de sterke uitgangspositie die onze
organisatie zich in de verstreken decennia
heeft weten te scheppen.
Het bedrijf van Rabobank Nederland
Het balanstotaal van Rabobank Nederland
steeg in 1 981 met 31 (23)%, een groei met
bijna f 1 2 miljard. Van deze toename heeft
f 4,3 miljard betrekking op het bedrijf van de
aangesloten banken. De tegoeden op
rekening-courant van de aangesloten banken
namen weliswaarslechts metf 0,9 (3,4)
miljard toe, doch daarnaast hebben de
aangesloten banken in ruime mate termijn
deposito's van cliënten doorgegeven aan de
centrale bank. Deze balanspost nam in 1981
toe metf 3,4 (0,1miljard. De accenten in de
bancaire activiteiten van Rabobank
Nederland worden goeddeels bepaald door
het aanvullend karakter van een groot deel
van haar taken ten opzichte van die van de
aangesloten banken. Net als in 1 980 lag het
accent op het korte bedrijf. Echter relatief
meer dan in 1 980 nam ook het lange bedrijf
toe als uitvloeisel van de meer blijvende aard
van de verruimde interne liquiditeitspositie bij
de aangesloten banken. Mede in dat kader
steeg de balanspost Effecten metf 554
1 68) miljoen en de post Beleggingen op
lange termijn metfl 592(195) miljoen.
De portefeuille Schatkistpapier werd netto
uitgebreid metf 1 018(1 055) miljoen en de
beleggingen op korte termijn stegen met
f 885 1 592) miljoen. Ook de balanspost
Bankiers nam aanmerkelijk meer toe dan in
1 980, onder meer als uitvloeisel van de groei
van het buitenlands bedrijf, dat nieuwe
impulsen heeft gekregen van de vestiging in
New York. Ook de ten opzichte van ultimo
1 980 met ruim 1 5% gestegen dollarkoers
droeg bij tot de sterke groei van deze
balanspost. Deelnemingen en vorderingen op
deelnemingen namen slechts weinig toe,
mede omdat de behoefte van de Rabo-
hypotheekbank N.V. aan nieuwe middelen
zeer gering was. Dat leidde eveneens tot een
afname van de opgenomen onderhandse
leningen. Middelen van cliënten, in rekening
courant en a deposito, namen verhoudings
gewijs krachtig toe.
Balanstotaal,
bruto-winst en reserve
(1973 100)
1973 1974 1975 1976 1977 1978 1979 1980 1981