-
-WÜS8
«i
*v -
In Oostelijk Brabant is de 'varkens
dichtheid', voor wat ons land
betreft, het grootst. Van de
10 miljoen varkens in Nederland zit
ruim een kwart in dit gebied.
Om het belang van de varkens
houderij voor deze regio te
symboliseren staat op het voorplein
van het Provinciehuis in Den Bosch
deze fraaie beeldpartij van een zeug
met biggen. Deze beeldengroep
werd aangeboden door de
Noordbrabantse Christelijke
Boerenbond en enige tijd geleden
onthuld door ir P.J. Lardinois,
voorzitter van de Hoofddirectie van
Rabobank Nederland. De finan
cieringen door Rabobanken aan de
varkenshouders zijn vaak
maatwerk'. Zo ook bij de hier
afgebeelde Rabobank in het
Peeldorp De Mortel.
Over 1981 kan derhalve van een vrijwel
volledige stagnatie in de kredietverlening
worden gesproken. Hoewel een echte
opleving op korte termijn niet in het verschiet
lijkt te liggen, verwachten wij voor 1 982 wel
enige stijging. Weliswaar zal de woningmarkt
eerst echt aantrekken wanneer de inkomens
perspectieven verbeteren, maar het diepte
punt lijkt inmiddels bereikt, zeker wanneer de
kapitaalmarktrente enigszins zou dalen. In de
bedrijvensector verwachten wij voor 1 982
enige toeneming van de kredietvraag, vooral
vanwege het genoemde sectorbeleid in de
glastuinbouw en omdat men vervangings
investeringen niet onbeperkt kan blijven
uitstellen.
Overige uitzettingen
De niet als kredietverlening aan de private
sector aan te merken uitzettingen
geschieden grotendeels door Rabobank
Nederland in het kader van het liquiditeits-
beheer van onze organisatie als geheel.
Tegen de achtergrond van de in 1 980
geldende kredietbeperking en aanvankelijke
liquiditeitskrapte lag toen het accent op korte
uitzettingen. In het verslagjaar zijn ook de
langerlopende uitzettingen belangrijk
toegenomen, onder meer als uitvloeisel van
de sterk achtergebleven kredietvraag en van
het niet knellen van de kredietbeperking.
De wederom krachtige stijging van
kortlopende uitzettingen moet worden gezien
in het licht van de renteverhoudingen en de
relatieve ondermaat aan kortlopende
uitzettingen bij de meeste plaatselijke Rabo
banken. De portefeuille Schatkistpapier nam
toe metf 1 016(1 051miljoen. Na de
beperkte uitbreiding in 1 980 nam onze
Effectenportefeuille in het verslagjaar toe
metf 589 (207) miljoen. Die forse
uitbreiding vond, evenals die van de post
Schatkistpapier, plaats tegen historisch
gezien zeer hoge rentetarieven. Voor het
rendement van onze liquiditeitsportefeuille is
dat op langere termijn van betekenis.
Hetzelfde geldt voor de krachtige groei van
de Beleggingen op lange termijn, welke
toenamen metf 1 493 miljoen, na een daling
metf 495 miljoen in 1 980. De uitzettingen
op korte termijn stegen metf889(1 593)
miljoen. Dit is weliswaar minder dan in 1 980,
maar daartegenover stond een stijging met
niet minder danf6 580(3 405) miljoen van
de post Bankiers in binnen- en buitenland.
Deze laatste stijging is overigens merendeels
het gevolg van ons streven naar een in relatie
tot ons binnenlands bedrijf evenwichtige
ontwikkeling van onze internationale
bancaire activiteiten. Mede als gevolg van
activiteiten van onze vestiging in New York
en van de stijging van de dollarkoers zijn de
bij Bankiers opgenomen middelen in het
verslagjaar toegenomen metf 6 096 (1 863)
miljoen.
Toevertrouwde middelen
Spaarmiddelen
De totale spaarmiddelen, derhalve inclusief
particuliere deposito's, namen in het
verslagjaar toe metf 4 656 (4 275) miljoen.
Dat is relatief gezien eenzelfde stijging
als in 1 980. Daarmee lijkt de scherpe
relatieve terugval van de besparingen,
op een overigens aanzienlijk verlaagd
niveau, tot stand te zijn gekomen.
Wellicht enigszins sneller dan algemeen
werd aangenomen hebben veel gezinnen hun
uitgavenpatroon aangepast aan de
verschraalde inkomensontwikkeling.
Van betekenis daarbij achten wij het
toenemende besef dat de sociaal-
economische ontwikkelingen niet op korte
termijn ten goede kunnen keren. Ook in het
verleden bleek onder die, op zichzelf te
betreuren, omstandigheden de spaarneiging
toe te nemen. De vermindering van
consumptieve bestedingen en kredietvraag
wijzen eveneens op groeiende voorzichtig
heid in de bestedingen.
Hoewel dus een kentering lijkt ingetreden in
de gestage neergang van vrijwillige
particuliere besparingen bij banken, is het
stijgingstempo daarvan in vergelijking met
enkele jaren geleden nog altijd laag, ondanks
Groei leningen en kredieten
in rekeningcourant in procenten
van de stand op 1 januari
1972 1973 1974 1975 1976 1977 1978 1979
leningen
kredieten in rekening-courant
41