Aan de Algemene Vergadering
Beelden uit Wij/re
Ter voldoening aan het bepaalde in artikel 68 van de
statuten van de Coöperatieve Centrale
Raiffeisen-Boerenleenbank B.A. wordt u hierbij het
verslag over het boekjaar 1 980 aangeboden.
In dit verslag wordt een overzicht gegeven van de
gang van zaken in het afgelopen jaar bij Rabobank
Nederland en bij de Rabobankorganisatie als geheel.
Het verslag bevat de geconsolideerde balans en de
resultatenrekening van de plaatselijke Rabobanken,
de gelieerde instellingen en Rabobank Nederland
met haar meerderheidsdeelnemingen. Van
Rabobank Nederland worden voorts een
afzonderlijke balans en resultatenrekening
overgelegd. De toelichting op alle vorenbedoelde
jaarstukken is in een geheel bijeengebracht.
De sombere economische ontwikkeling staat
centraal in het beeld van 1 980. Niet alleen
macro-economische cijfers getuigen daarvan.
De gang van zaken in vele ondernemingen, in het
bijzonder ook in een aantal sectoren van het
agrarisch en niet-agrarisch midden- en kleinbedrijf,
gaf aanleiding tot zorgen. Ook de
gezinshuishoudingen voelden in toenemende mate
het afbrokkelen van de welvaart.
De Rabobankorganisatie heeft deze invloeden mede
ondergaan. De bedrijfsactiviteiten gaven een
afnemende groei te zien, de resultaten hielden
daarmee gelijke tred. Nu de vermogensverhoudingen
in het bedrijfsleven onder steeds zwaardere druk zijn
komen te staan, verdient de reservevorming ook bij
het coöperatieve bankwezen onverminderde
aandacht.
Het jaar 1 980 is in het licht van de organisatorische
verhoudingen een zeer belangrijk jaar geweest.
Door de Structuurcommissie is in het voorjaar haar
vierde en laatste rapport uitgebracht handelend over
lidmaatschap en ledenaansprakelijkheid, twee
kernvraagstukken van de coöperatieve vereniging.
Het Structuurrapport is onderwerp geweest van een
diepgaande en breed opgezette gedachtenwisseling
waarbij alle aangesloten banken waren betrokken.
Op basis van de in het rapport gedane aanbevelingen
heeft de Algemene Vergadering op 5 juni 1 980
besloten de binnen de organisatie bestaande
aansprakelijkheidsregeling te verlichten en wel in die
zin dat de aansprakelijkheid van de leden van
aangesloten banken wordt beperkt tot maximaal
f 5 000 per lid. Van oudsher was ieder lid
aansprakelijk met zijn gehele vermogen. Voorts is
besloten het verplichte lidmaatschap te beperken tot
debiteuren aan wie een bedrijfs- of
beroepsfinanciering wordt verstrekt. Het verplichte
lidmaatschap voor particulieren is hiermede
vervallen. Desondanks blijft onze organisatie prijs
stellen op het lidmaatschap van particulieren,
teneinde een evenwichtige opbouw van het
ledenbestand ook in de toekomst mogelijk te maken.
Eveneens op aanbeveling van de Structuur
commissie is binnen de Rabobankorganisatie
een garantieregeling tot stand gebracht die een
zodanige vermogensrechtelijke band schept tussen
Rabobank Nederland en de bij haar aangesloten
banken en een aantal gelieerde instellingen,
waaronderde Rabohypotheekbank N.V.dat al deze
instellingen gezamenlijk als één bedrijfseconomisch
geheel zijn te beschouwen. Bedoelde regeling vormt
de basis voor onder meer de collectieve
solvabiliteitstoetsing van de Rabobankorganisatie
door De Nederlandsche Bank. Zulks maakt het
mogelijk met ingang van het jaar 1 980 de financiële
gegevens van de aan de garantieregeling
deelnemende instellingen op geconsolideerde basis
te kunnen presenteren. Tot nu toe was steeds sprake
van een gecombineerde presentatie.
De geconsolideerde cijfers zijn overigens
vergelijkbaar met de gecombineerde cijfers.
Door de Algemene Vergadering van 5 juni 1 980 is
voorts besloten in artikel 1 van de statuten een
wijziging aan te brengen die het mogelijk maakt in
het vervolg - daar waar geen strikte noodzaak
bestaat tot gebruikmaking van de statutaire naam
Coöperatieve Centrale Raiffeisen-
Boerenleenbank B.A. -gebruik te maken van de
aanduiding Rabobank Nederland. Met deze naam
presenteert de 'centrale bank' zich thans in
binnen- en buitenland.
Op donderdag 5 juni 1 980 heeft de Algemene
Vergadering in de Raad van Toezicht herkozen de
heren L.A.M. Elenbaas en T. Meijer Jzn. Als nieuw lid
van de Raad van Toezicht werd gekozen prof. dr.
J. de Hoogh. In de Raad van Beheer zijn herkozen de
heren B. Heringa en mr. J.L.M. Niers,terwijl prof.dr.
N.H. Douben is gekozen als nieuw lid van dit college.