^r^75,%be,rekki— toatafr048d9eïSmePe,n '"'O 9 Van °e Lage Landen N toekomst. Ook de relatief hoge rentestand vroeg zijn tol. Daardoor ,s tegen het einde van het verslagjaar een ruimschoots werkbare positie ontstaan, zowel en opzichte van de interne Mquiditeitsgrenzen als DenNedC^eHanhdeDkredietbePerkingSre9els van De Nederlandsche Bank N.V. Rabobank Nederland ontmoette een verhoudings gewijs sterke kredietvraag. Samen met haar meerderheidsdeelnemingen werd voor een bedrag van f 1 71 7 1 398) miljoen aan nieuwe leningen verstrekt, ondanks een daling van het J m'lj0en- BlJ Rabobank Nederland zelf was de stijging mede een gevolg van de toenemende mate waarin samen met aangesloten Danken financieringen worden verstrekt, de zogenaamde metafinancieringen. Agrarische sector Het hoge tempo van modernisering, schaal vergroting en specialisatie in de agrarische sector heeft in de afgelopen jaren omvangrijke investeringen gevergd. Dat tempo, mede bevorderd door stimu lerende regelingen zoals rentesubsidie en WIR nam anfzeetomh|la9Jaar 3f' Een Z6kere mat0 Van verzadiging, afzetprobiemen ,n een aantal sectoren en stijgende kosten speelden daarbij een belangrijke rol Landbouwbedrijven namen in het verslagjaar nieuwe leningen op ten bedrage van f3 378 (3 817) miljoea Dat is weliswaar minder dan in 1 979, maar ligt toch nog op het niveau van 1 978. Verstrekte leningen naar sectoren 1972-1980 in mrd. gld. 1972 1973 1974 1975 1977 1978 1979 1980 particulieren agrarische bedrijven handel, nijverheid en industrie Bij de landbouwbedrijven valt op dat in de verïtrïrS6Ct0r T 06 varkensh°ader,j de nieuwe verstrekkingen zich nog hebben gehandhaafd. De tegenvallende opbrengsten van fabrieksaardappelen leidden in een aantal gevallen tot liquiditeitsproblemen. Ook de varkenshouderij op e gemengde en gespecialiseerde bedrijven had te kampen met teleurstellende opbrengsten. De verstrekte nieuwe leningen aan deze sectoren edden dan ook in verhoogde mate betrekking op schuldsaneringen. Deze verstrekkingen zijn meer bestemd om acute financiële problemen op te lossen, onder meer door verschuiving van Zii|aknpC,ehn^SlaStea d8n V0°r nieUWe investeringen. Zulke schuldsaneringen hebben uiteraard in alle bedrijfssectoren, ook buiten de agrarische omstand^h wlaatS' umaar vanwe9e de economische omstandigheden in het verslagjaar in verhoogde mate. Onder meer uit onze gedragslijn ter zake van schuldsaneringen spreekt de betekenis die wij hechten aan het coöperatieve karakter van onze organisatie. Wij trachten daarbij een zo verantwoord mogelijk beleid te voeren, waarbij de langere termijnbelangen van de desbetreffende cliënten van onze organisatie als geheel en zeker ook die van onze crediteuren voorop staan. In de veehouderijsector, een van de sterkste groeiers m de verstreken jaren, is de vraag naar nieuwe leningen flink teruggelopen. Hoewel niet in alle delen van afS tï Va"en t0Ch tekenen te Speuren van afzwakking van het tempo in de verdere schaalvergroting en modernisering. Enige terughoudendheid is voorts te verklaren uit de minder gunstig geworden EEG-regelingen voor de melkproduktie. Met name bij investeringen in de veehouderijsector werd vanouds veel gebruik gemaakt van de rentesubsidieregeling. In het verslagjaar is het gebruik van deze regelinq gehalveerd. Het aantal ingediende aanvragen liep zelfsterug tot 1 343 (3 241Er werden 1 624 (d 297) aanvragen goedgekeurd voor een totaal subsidiabel leningbedrag van f 231 (484) miljoen Aan tuinbouwbedrijven werden in 1 980 nieuwe eningen verstrekt tot een bedrag van f1231 (l 532) miljoen, 20% minder dan in 1979 De investeringsanimo stond hier duidelijk onder druk van de tegenvallende resultaten in 1 979 De overschakeling van groenteteelt naar Belan'ahlk 6nteelt kW?m daardoor vr'iwel tot staan. Belangde remmende factoren vormen hier zeker algemeen"9' °Sten energlePr°blemen in het Nieuwe leningen aan agrarische handel en mdustrie lagen met f 61 9 (606) miljoen iets boven et niveau van 1979. Dat gold sterker voor de 36 Verstrekte leningen naar sectoren 1972-1980 in procenten van totaal verstrekte leningen 1973 1974 1975 1976 1977 1978 1979 1980 particulieren agrarische bedrijven handel, nijverheid en industrie grote, landelijk of regionaal werkende coöperaties dan voor de land- en tuinbouwcoöperaties op plaatselijk niveau. De eerste groep wordt in overwegende mate door Rabobank Nederland gefinancierd. Haar kredietbehoefte vertoont een sterk schommelend beeld, zowel naar omvang als naar aard. Dat houdt onder meer verband met voorraad- en debiteurenfinancieringen. De agrarische sector als geheel nam in het verslagjaar bij onze organisatie nieuwe leningen op tot een bedrag van f 5 228 (5 955) miljoen, 12% minder dan in 1979 en vrijwel evenveel als in 1978. Daarmee steeg het aandeel van deze sector in het totaal van verstrekte nieuwe leningen tot 36 (33)%. Binnen de agrarische sector kwam 65 (64)% voor rekening van de landbouwbedrijven in enge zin, 23 (26)% voor tuinbouwbedrijven en de resterende 12 10)% voor overige agrarische bedrijven. Een deel van de in 1 980 verstrekte nieuwe leningen werd gegarandeerd door de Stichting Borgstellingsfonds voor de Landbouw. In tabel 5 wordt een overzicht gegeven van de activiteiten van dit fonds. Ten behoeve van cliënten van onze organisatie verklaarde het zich in 1 980 garant tot een bedrag van f 94 (1 23) miljoen. Hieruit blijkt nog geen opleving van de belangstelling voor dit fonds, ondanks de verkrappende solvabiliteitspositie van een aantal land- en tuinbouwbedrijven. Dalende grondprijzen zijn mede debet aan die verkrapping. Handel, nijverheid en dienstverlening Nieuwe leningen aan de sectoren handel, nijverheid en dienstverlening (niet-agrarische bedrijven) beliepen in het verslagjaar f 3 359 (3 553) miljoen, 5% minder dan in 1979, doch 8% meer dan in 1978. Ook in deze sectoren hadden de verstrekkingen in toenemende mate betrekking op schuldsaneringen en kan van een tanende investeringsanimo worden gesproken. Ongunstige inkomensontwikkelingen, enigszins oplopende inflatie, kostenstijgingen als gevolg van onder meer de energieprijzen en de hoge rentestand leidden tot minder optimistische vooruitzichten. Daarnaast hebben wij de indruk dat de invoering van de WIR in 1 978 en 1 979 heeft geleid tot vervroeging van investeringsbeslissingen en van de uitvoering daarvan. Mede in dat licht en ook tegen de achtergrond van aangekondigde maatregelen ter verlichting van de financieringsproblematiek van kleinere bedrijven kan de huidige situatie naar onze mening eerder worden gekenschetst als een periode van afwachtend pas op de plaats maken dan als een periode van duidelijke neergang van de investeringsbereidheid. De onderscheiden sectoren tonen daarbij uiteraard wel aanzienlijke verschillen. Zo is de teruggang in de met de bouw verband houdende sectoren en zeker ook bij de garagebedrijven duidelijker waarneembaar dan bij de handelsbedrijven. Bij de dienstverlenende bedrijven, waartoe onder meer de vervoers-, de horeca- en de recreatiebedrijven zijn te rekenen, is de teruggang van de investeringen het sterkst. Ondanks de daling van het verstrekte bedrag nam het aandeel van deze bedrijven in de totale verstrekkingen toe tot 23 (20)%. Wij hebben de indruk dat onze inspanningen tot verbetering, uitbreiding en verdieping van onze dienstverlening aan deze sectoren succesvol zijn geweest. Dat geldt meer speciaal ook voor de financiële dienstverlening aan de gezondheidszorg in Nederland, waarbij zowel de Rabobank Nederland als de aangesloten banken een belangrijke rol vervullen. Totaal bedrijven In totaal namen bedrijven bij onze organisatie in het verslagjaar nieuwe leningen op voor een bedrag van f 8 587 miljoen, te vergelijken met f 9 508 miljoen in 1979 en f8317 miljoen in 1978. Het aandeel van bedrijven in de totale verstrekkingen nam daarmee toe tot 59 (53)%. Overige groepen Nieuwe leningen aan overige groepen (in hoofdzaak particulieren) bedroegen in het verslagjaar f 5 940 (8 573) miljoen. Dat is 31 (11)% minder dan in het voorafgaande jaar en 41 (47)% van de totale verstrekkingen. Voor het overgrote deel hebben deze leningen betrekking op de financiering van het

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Rabobank | 1980 | | pagina 20