Grafiek 3
2,25
2,0
1,5
1,0
0,5
0
- 0,5
- 1,0
- 1,5
- 2,0
- 2,25
Valutaslang 1978 (op basis van vrijdagkoersen)
jan. febr. mrt. apr. mei juni juli aug. sept. okt. nov. dec.
Grafiek c
14
13.
12
11
10
9
1 D.M. B.fr. D.kr. N.kr. Fl.
Rente op de geld- en kapitaalmarkt
3-maands interbancaire deposito's (maandgemiddelde)
promessedisconto
kapitaalmarktrente; gemiddeld rendement van een aantal
Staats- en B.N.G.-leningen (maandgemiddelde)
Om de gulden in de slang te houden moest
De Nederlandsche Bank tussen half september
en half oktober op grote schaal interveniëren.
In totaal kocht zij voor een bedrag van ca. f 2,8
miljard aan guldens. Daarnaast trachtte zij de
belangstelling voor de gulden aan te wakkeren
door een tweetal discontoverhogingen, waardoor
het promessedisconto op 71/2% kwam.
Enig herstel van de rust op de valutamarkten
ontstond pas nadat, met ingang van 16 oktober, de
interventiekoersen van de slangvaluta's waren
aangepast. De Duitse mark revalueerde met
4% ten opzichte van de Noorse en Deense kronen
en met 2% ten opzichte van de Belgische franc en
de gulden. Deze aanpassing en, twee weken later,
het omvangrijke pakket van maatregelen waartoe
President Carter zich onder internationale druk
gedwongen zag ter ondersteuning van de dollar,
deden de rust op de valutamarkten - althans
tijdelijk - weerkeren.
Geldmarkt
Inde eerste helft van het jaar waren de
schommelingen van de geldmarktrente betrekkelijk
gering.
Medio april zag De Nederlandsche Bank in de lage
inflatiecijfers een aanleiding om het disconto met
een half punt te verlagen. Het wisseldisconto, de
voorschotrente en het promessedisconto kwamen
hierdoor op een niveau van 4, 41/2 respectievelijk 5%.
In het begin van de tweede helft van het jaar
liepen de tarieven op de geldmarkt vrij snel op,
waardoor zij wederom boven het promessedisconto
uitstegen. Daarin vonden de banken reden voorde
wederinvoering van de zogenaamde extra
opslagrente.
In de eerste helft van juli werd een half procent
extra rente in rekening gebracht voor rekening-
courantkredieten waarvan de rentevergoeding
gebaseerd is op het promessedisconto. Ook in de
daaropvolgende maanden, toen de geldmarkt
tarieven onder invloed van de valuta-onrust
aanmerkelijk sneller stegen dan de officiële
tarieven van De Nederlandsche Bank, werd actief
gebruik gemaakt van deze rente-opslag.
In de laatste weken van het jaar bereikte zij met
3% haar hoogste niveau.
Gedurende de laatste jaren heeft het bankwezen
met grote regelmaat gebruik gemaakt van deze
mogelijkheid om de debettarieven voor kredieten in
rekening-courant aan te passen aan de geldmarkt.
Sinds eind 1973 deze opslag voor het eerst werd
ingevoerd, hebben de banken dit middel gedurende
bijna de helft van de verstreken periode gehanteerd.
Dit betekent dat de debetrente van het bankwezen
tegenwoordig mede wordt bepaald door andere
factoren dan het promessedisconto van
De Nederlandsche Bank. Het Nederlandse systeem
krijgt hierdoor trekken van het Amerikaanse
'prime rate'-stelsel.
24
Kapitaalmarkt
In de eerste 3 a 4 maanden van het jaar overheerste
een neerwaartse beweging in de tarieven op de
kapitaalmarkt, waar de rente met circa een vol
punt kon teruglopen tot rond de 7%.
Hiermee werd het laagste niveau sinds 1968 bereikt.
Oorzaken van deze ontwikkeling waren vooral de
meevallende inflatiecijfers en de relatief sterke
positie van de gulden. De verwachting dat de rente
in de loop van het jaar nog verder zou kunnen dalen,
bleek niet gerechtvaardigd.
Toen de belangstelling van het buitenland voor de
gulden verminderde, kwam de rentedaling tot staan.
De onrust op de valutamarkten en negatieve
berichten betreffende onze betalingsbalans, in de
loop van september, oktober en november, stuwden
de kapitaalmarktrente zo snel omhoog dat de hele
rentedaling van de eerste maanden van het jaar
ruimschoots ongedaan werd gemaakt.
Tegen het einde van het jaar lag de rente zelfs op
een niveau dat sinds november 1976 niet meer was
voorgekomen. Het verschil tussen de kapitaal
marktrente en het inflatiepercentage is als gevolg
van deze ontwikkeling wel zeer groot geworden.
Eind december overtrof het zelfs de 4%.
Een vergelijking met 1 of 2 jaar geleden wijst
uit hoezeer de omstandigheden sindsdien zijn
veranderd. Eind 1977 bedroeg het genoemde
verschil minder dan 1,5% en eind 1976 was er zelfs
sprake van een negatief verschil van 0,5%.
Land- en Tuinbouw
Internationaal
Ondanks een aanzienlijke verbetering in de wereld
voedselsituatie in vergelijking met een viertal jaren
geleden, blijft er in vele ontwikkelingslanden sprake
van grote voedseltekorten. Dit is momenteel niet in
de eerste plaats het gevolg van een te geringe
voedselproduktie in de wereld als geheel.
In 1978 waren de oogsten, met name die van
granen, in de belangrijke teeltgebieden goed en
gedeeltelijk zelfs uitstekend. De wereldgraan-
produktie zal voor het eerst boven de 1,5 miljard
ton uitkomen. Naast gebieden met een ruime
voorraadpositie, zoals Noord-Amerika en Europa,
zien we echter gebieden in Afrika die te kampen
hebben met droogte en landen in Azië die geteisterd
worden door overstromingen.
EEG.
De hoge opbrengsten in de E.E.G. roepen problemen
van geheel eigen aard op. De overschotten in de
verschillende sectoren vormen een groeiend
probleem in de Gemeenschap. Met name de over
schot-situatie die in de zuivelsector is ontstaan
baart toenemende zorg. Verdergaande maatregelen
om produktie en verbruik beter op elkaar af te
stemmen kunnen dan ook worden verwacht.
De hoge graanopbrengsten waren mede aanleiding
tot hernieuwde voorstellen om de importen van
graansubstituten in de E.E.G. aan beperkende
maatregelen te onderwerpen. Dergelijke regelingen
zouden nadelige gevolgen kunnen hebben voor de
mengvoederindustrie en de intensieve veehouderij,
met name in de havengebieden van de Gemeen
schap. De mengvoederindustrie is er immers juist
door de opname van meer derivaten in het grond-
stoffenpakket in geslaagd om een aanmerkelijke
produktie-expansie te realiseren. Dit werd
mogelijk gemaakt door toepassing van
geavanceerde technologie. De toekomstige
uitbreiding van de Gemeenschap met drie lidstaten
zal weliswaar voor een aantal tuinbouwsectoren
tot overgangsmoeilijkheden kunnen leiden,
waarvoor een lange overgangsperiode geboden is,
maar kan voor andere agrarische sectoren het
perspectief van een verruimde markt bieden.
Grondpolitiek
De grondprijzen die een aantal jaren achtereen sterk
zijn gestegen, lijken in de tweede helft van de
verslagperiode te zijn gestabiliseerd. Van een
absolute daling van het prijsniveau was echter nog
nauwelijks sprake. Gedurende het verslagjaar zijn
de voorstellen om te komen tot een wetgeving, die
tenminste zal leiden tot een stabilisatie van de
grondprijzen nader uitgewerkt. In 1979 zal naar
verwacht een wetsvoorstel bij de Kamer worden
ingediend. Hopelijk zal een dergelijke wetgeving
niet leiden tot een verstarring van het grondverkeer.
In de discussie hieromtrent is tot dusverre nog
onvoldoende aandacht geschonken aan de gevolgen
voor de financiering van landbouwgrond.
Akkerbouw en melkveehouderij
In de akkerbouw en de melkveehouderij doet zich
door de sterke grondgebondenheid de drang naar
oppervlaktevergroting sterk gevoelen. Gezien het
beperkte aanbod van grond heeft de bedrijfs-
intensivering zich de laatste jaren in versterkte
mate voortgezet, ten einde op deze wijze
te komen tot een optimale bedrijfsomvang.
In de akkerbouw is het met name het gebruik van
meer produktieve rassen, die opbrengstverhogend
werkt.
De toenemende graanoogst in de E.E.G. heeft de
afzetproblematiek vergroot, waardoor een druk op
de prijzen ontstond. Ook voor belangrijke akker-
bouwprodukten als suikerbieten, aardappelen en
uien was de prijsontwikkeling ongunstig. Een slechts
lichte kostenstijging en goede hoeveelheids-
opbrengsten leidden voor de oogst 1978
desondanks niet tot een redelijk resultaat.
Het moderniseringsproces in de melkveehouderij
sector, dat schaalvergroting en overgang op
tankmelken meebrengt, zet zich onverminderd voort.
Het aantal bedrijven met melkvee is mede hierdoor
snel gedaald van ongeveer 115 000 in 1970 tot circa
75 000 in 1978. Ook voor de eerstkomende jaren
valt te verwachten dat dit proces zal voortgaan.
Daardoor zullen vooral vele bedrijven, die nog
25