vorderingen gemaakt met de bestudering van de financiële verhoudingen binnen de Rabobank- organisatie. We hebben goede hoop dat, gezien het stadium waarin de studie thans verkeert, de resultaten daarvan in de eerste helftvan 1978inde daartoe bestemde organen kunnen worden besproken. In 1977 is voor het eerst een volledige beleids planningcyclus in de Rabobankorganisatie afgerond. Het tot stand gekomen Beleidsplan 1978-1981 is het resultaat van een breed overleg binnen de organisatie. In verband met de noodzakelijk geachte uitbreiding van de bancaire activiteiten van de Centrale Rabobank, zijn eind 1 977 onderhandelingen geopend met het doel te komen tot een minderheidsparticipatie van de Centrale Rabobank in het kapitaal van Van Lanschot's Beleggingscompagnie, de commanditaire vennote van Fvan Lanschot Bankiers. Beoogd wordt een deel neming van gelijke grootte als die van de National Westminster Bank in Londen, welke Britse bank reeds een belang verwierf van 25%. Aldus zal ook de samenwerking met deze eveneens sterk in de agrarische sector vertegenwoordigde Engelse bank kunnen worden verdiept. Aangesloten banken en kantoren Het afgelopen jaar vonden in totaal 13 (10) fusies tussen aangesloten banken plaats. Daarbij waren 28 banken betrokken. Het aantal aangesloten banken daalde als gevolg hiervan met 15 tot 1 013. Mede hierdoor was het mogelijk het aantal vestigingen enigszins te verminderen zonder dat dit invloed had op het dienstbetoon aan de cliënten. Het aantal vestigingen nam af met 20 tot 3 110. Personeelsontwikkeling Het aantal personeelsleden in dienst van de Centrale Rabobank en haar meerderheidsdeelnemingen nam in de verslagperiode met slechts 25 (218) toe. Bij deze ontwikkeling moet evenwel de kanttekening worden geplaatst, dat het aantal vacatures sterk is gegroeid. Discrepanties van kwalitatieve aard tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt en de geringe geo grafische mobiliteit bemoeilijken ons inziens de vervulling van deze vacatures. Niettemin geeft die ontwikkeling, indien afgezettegen het hoge werkloosheidspercentage, aanleiding tot enige verwondering. Bij de aangesloten banken gaf het personeelsbestand in het verslagjaar een stijging te zien met 889 (809) personen. Het totale personeelsbestand van de organisatie is daarmee met 91 4 (1 027) gestegen tot 22 873 (21 959). Hieruit moge blijken, dat de Rabobank organisatie ook in het afgelopen jaar een van de belangrijkste scheppers van werkgelegenheid in Nederland is geweest. Dit ondanks een verhoging van de efficiency die mede met behulp van moderne automatiseringsmiddelen in het afgelopen jaar heeft plaatsgevonden en die het mogelijk heeft gemaakt de kwaliteit van de te verrichten werkzaamheden aanzienlijk te verbeteren. In navolgend staatje is de personeelsontwikkeling bij de Rabobankorganisatie sedert 1 970 weergegeven. Personeelsontwikkeling bij de Rabobankorganisatie Personeelsbestand Groei in aantallen Groei in procenten 1970 14 694 2 294 1971 16 716 2 022 1972 17 645 929 1973 18 597 952 1974 19 854 1 257 1975 20 932 1 078 1976 21 959 1 027 1977 22 873 914 Opleiding In de verslagperiode is verder gestalte gegeven aan het realiseren van opleidingsmogelijkheden bij en door de plaatselijke banken zelf. In de afgelopen twee jaar is hiermee en vooral ook met audiovisuele hulp middelen die daarbij een rol spelen, intensief geëxperimenteerd. Vanaf het begin van dit jaar is dit experiment beëindigd en is geleidelijk een honderdtal banken bij het project betrokken. Deze aanpak van opleidingen brengt een aantal taakverschuivingen met zich mee. Het voorbereiden en vervaardigen van het door de banken te gebruiken opleidingsmateriaal, zowel audiovisueel als schriftelijk, is een belangrijke taak. Daarnaast krijgt de advisering en begeleiding van de banken in opleidingszaken een geheel nieuwe dimensie en inhoud. Indit stadium is nog geen invloed merkbaar op het bestaande cursuspakket. In de toekomst is dit evenwel in toenemende mate te verwachten. Een tweede belangrijke ontwikkeling in 1977 betreft de aandacht binnen het totale cursuspakket voor de vraagstukken van het management en voor de commerciële aspecten van diverse functies bij de plaatselijke banken. Op deze twee gebieden wordt, zowel binnen bestaande cursussen als in nieuwe activiteiten gestreefd, naar een aandacht hiervoor die in overeenstemming is met de betekenis welke aan deze functie-aspecten wordt toegekend. Op het gebied van de managementtraining is in de verslagperiode gestart met een tweetal cursussen. Een cursus meer specifiek gericht op de directeuren van de Rabobanken wordt verzorgd door het opleidingscentrum van het VNO 'De Baak'. Voor de conferentiedagen nieuwe stijl ten behoeve van bestuurders van aangesloten banken, blijkt een overweldigende belangstelling te bestaan, evenals voordeaan speciale thema's gewijde seminars voor directeuren van aangesloten banken. Automatisering In onze computercentra te Zeist en te Eindhoven wordt de geautomatiseerde administratie en gegevens verwerking ten behoeve van de organisatie gevoerd. In de daar aanwezige computerconfiguratie kwam in het verslagjaar nagenoeg geen wijziging. De produktie kon op redelijk bevredigende wijze worden afgeleverd, 38 zij het dat daarbij van de wederzijdse uitwijkfunctie van de computercentra gebruik is gemaakt. Te Zeist is een nieuw spaarbanksysteem ingevoerd. In het voorjaar 1978 volgt de conversie van de te Eindhoven geautomatiseerde spaarrekeningen. De installatie van de apparatuur waarmee computergegevens op micro-fiche worden over gebracht, is voltooid. Hierdoor wordt het mogelijk het drukken van lijsten te beperken. De historische over zichten van onder andere de rekening-courant administraties van het merendeel van de aangesloten banken worden thans op micro-fiche afgeleverd. In augustus 1977 is gestart met het automatisch verwerken van het internationale betalingsverkeer in het kader van het SWIFT-project. Van het DEC-20 systeem, waarvan wij in ons vorig jaarverslag melding maakten, wordt steeds meer gebruik gemaakt. In het verslagjaar zijn systemen voor hypotheekadvisering en 'financial engineering' operationeel geworden. In het DEC-20 systeem werd in 1977 eveneens de administratie van ons pensioenfonds ondergebracht. De betrokkenheid van de gebruikers bij de automati seringssystemen is van groot belang. Hiermede wordt bij de recent gestarte gebruikersopleidingen nadruk kelijk rekening gehouden. In het verslagjaar zijn voorbereidingen getroffen om voor de aangesloten banken de administratieve gegevens, die thans nagenoeg geheel via optisch leesbare formulieren worden aangeleverd, gedeeltelijk op magnetische informatiedragers over te brengen. In 1978 zullen bij enige aangesloten banken zoge naamde Key to Storage installaties worden geplaatst. Er zijn studies verricht naar de wijze waarop de bedrijfsvoering inde Rabobankorganisatiede komende jaren het beste door automatisering kan worden ondersteund. Automatisering is voor elke bank instelling een noodzaak om de concurrentie te kunnen volhouden en aldus het voortbestaan veilig te stellen. Verwacht wordt dat plannen in deze in de loop van 1978 in een zo breed mogelijk kader in de organisatie ter bespreking zullen worden gegeven. Bedrijfsresultaten De beschreven ontwikkelingen resulteerden uiteinde- lijkvoor onze organisatie als geheel in een toeneming van het gecombineerde balanstotaal met niet minder dan 21 (17) tot f 61,4 (50,9) miljard. Ook in die onderdelen van ons bedrijf welke niettot uitdrukking komen in het balanstotaal namen de activiteiten sterk in omvang toe. De bedrijfsresultaten konden geen gelijke tred houden met de groei van de bedrijfsomvang. Nadat de rentemarge zich in het eerste halfjaar nog redelijk kon handhaven, vertoonde deze in het tweede halfjaar een aanzienlijke daling. Over het gehele jaar gerekend, leidde dit tot een versterkte voortzetting van een in 1976 ingezette tendens tot verkrapping van de rentemarge. Die verkrapping kwam tot stand, ondanks een gemiddeld hoge uitzettingsgraad. De rente opbrengsten stonden onder druk van de gedurende vrijwel het gehele jaar, in vergelijking metvooraf- gaande jaren, lage rentestand op de geld- en kapitaalmarkt. In het verslagjaar ging de verlaging van de algemene rentestand niet of nauwelijks gepaard met een daling van de tarieven voor onze belangrijkste middelenbron, de spaargelden. Integendeel, de gemiddelde rente vergoeding over de spaargelden nam nog toe, mede onder invloed van een voortgaande verschuiving binnen de termijnspaargelden naar de hoger rentende spaarvormen. De in vergelijking met 1 976 lagere rentetarieven voor tegoeden op zakelijke rekeningen-courant en op bankdeposito's boden daartegen onvoldoende compensatie. Ook de kredietbeperking heeft bij onze organisatie in het verslagjaar de rentemarge belangrijk beïnvloed. Vanwege de kredietbeperking moest immers een aanzienlijk gedeelte van de groei van de kredietverlening worden gefinancierd met zoge naamde doorgeefpassiva. Door de Rabohypotheekbank N.V. en de Centrale Rabobank is daartoe in vergelijking met voorgaande jaren een omvangrijk beroep gedaan op de openbare en de onderhandse kapitaalmarkt. De uitbreiding en intensivering van onze dienst verlening, met name in de niet balansverlengende sectoren, kwam tot uitdrukking in een aanzienlijke toeneming van de provisie-opbrengst. Uiteindelijk was de relatieve toeneming van de rente- en provisie-opbrengst echter aanmerkelijk lager dan in 1976. De rente-opbrengst nam toe met 7 (17) tot f 1 655 (1 542) miljoen en de provisie- opbrengst met23 (32) %totf433 (351) miljoen. Bij de bedrijfskosten heeft de tendens van de afgelopen jaren, een daling van het stijgingstempo, zich in het verslagjaar voortgezet, zij het minder duidelijkdan in 1976. Dat laatste is verklaarbaar, nu het stijgingstempo in toenemende mate voor een belangrijk deel wordt bepaald door autonome factoren. Van die factoren gaf in het verslagjaar met name de inflatiegraad een verheugende daling te zien. Daartegenover ging de bijzonder sterke toeneming van het activiteitenniveau in 1977 uiteraard ook gepaard met extra kostenstijgingen. De totale bedrijfskosten namen toe met 11 (15) totf 1 389 (1 253) miljoen. Onsstreven blijft gericht op een verdere matiging van de kosten stijgingen in de komende jaren, zonder dat wij daarbij de kwaliteit van onze dienstverlening in het gedrang zullen laten komen. Integendeel, ook op dat punt blijven wij ons richten op een verdere verbetering. 39

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Rabobank | 1977 | | pagina 21