Aan de algemene vergadering
De foto's in dit verslag geven een beeld van hetgeen
op andere pagina's in woorden tot uitdrukking is
gebracht: de relatie tussen de Rabobankorganisatie
en het veelzijdige bedrijfsleven.
Ter voldoening aan het bepaalde in artikel 69 van de
statuten van de Coöperatieve Centrale Raiffeisen-
Boerenleenbank g.a. wordt u hierbij het verslag over
het jaar 1 974 aangeboden. Dit verslag handelt over
de gang van zaken gedurende het afgelopen boekjaar
bij de Centrale Rabobank, maar ook in de Rabobank
organisatie als geheel. Het mondt uit in de zogenaamde
gecombineerde balans en winst- en verliesrekening,
betrekking hebbend op de collectiviteit van de
gezamenlijke aangesloten banken, gelieerde
instellingen en centrale bank, alsmede in de balans en
winst- en verliesrekening van de Centrale Rabobank.
De toelichting op deze beide stukken is in één geheel
bijeengebracht.
Het verslagjaar stond in het teken van moeilijke
economische omstandigheden, zowel nationaal als
internationaal, waarvan in het bijzonder de zelfstandige
ondernemers de weerslag ondervonden. De Rabobank
organisatie heeft zich inspanningen getroost, onder
die omstandigheden de haar toevertrouwde taak zo
goed mogelijk te vervullen. Ook zijn nieuwe wegen
ingeslagen naar verdieping en verbreding van het
dienstbetoon. Het resultaat van deze activiteiten stemt
mede met het oog op de versterkte inflatie en de
toegenomen omvang en risico's van het financiële
bedrijf, tot tevredenheid. De basis voor de continuïteit
van de dienstverlening door de coöperatieve banken
kon worden versterkt.
In de op 30 mei 1974 gehouden algemene vergadering
heeft de voorzitter van de raad van beheer, de heer
C.G.A. Mertens, de continuïteit van de bancaire
coöperatieve belangenbehartiging centraal gesteld.
Het is niet zonder betekenis te achten dat in dezelfde
bijeenkomst de Minister van Landbouw en Visserij,
mr. A.P.J.M.M. van der Stee, een rede wijdde aan 'De
financiering van de landbouw, nu en in de toekomst'.
Tijdens deze algemene vergadering heeft mr.R.J. van
Beekhoff om gezondheidsredenen zijn functie van lid
en tevens voorzitter van de raad van toezicht
neergelegd. Vanaf 1952 was de heer Van Beekhoff lid
van de raad van toezicht, eerst van de Coöperatieve
Centrale Raiffeisen-Bank, sedert 1963 als voorzitter,
en daarna van de Coöperatieve Centrale Raiffeisen-
Boerenleenbank g.a., eveneens als voorzitter. Wij zijn
de heer Van Beekhoff grote dank verschuldigd voor
het belangrijke werk dat hij gedurende lange tijd en in
essentiële jaren voor het coöperatieve bankwezen
heeft verricht. Zijn wijsheid en beminnelijke
persoonlijkheid hebben daarbij grote indruk gemaakt.
In de door het aftreden van mr. R.J. van Beekhoff
ontstane vacature voorzag de algemene vergadering
doorde verkiezing van mr. O.W.A. Baron van
Verschuer, die vervolgens door de raad van toezicht tot
voorzitter van dit college werd benoemd.
Tot ons leedwezen is mr.R.J.van Beekhoff op
15 maart 1975 overleden.
Tot lid van de raad van toezicht werd voorts
mr.T. Brouwer gekozen. Hij nam opnieuw de plaats
in, welke in 1 973 was opengevallen bij zijn benoeming
tot Minister van Landbouw en Visserij.
De heren L.G.J. Alkemade, ir.G.A.A. Horsmans en
C.J.F. Oomen werden herkozen tot lid van de raad
van toezicht. Tot lid van de raad van beheer werden
de heren C.G.A. Mertens en mr.J.S. Biesheuvel
herkozen. De heer C.G.A. Mertens aanvaardde een
herbenoeming tot voorzitter van de raad van beheer.
Met eerbied en dankbaarheid herdenken wij
Z.Th.J.F. Baron van Dorth tot Medler, die op
4 februari 1974 overleed in de ouderdom van 104 jaar.
Van 1933 tot 1944 was hij bestuurslid van de
Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Bank.
Daarnaast bekleedde hij gedurende zestig jaar het
voorzitterschap van de plaatselijke bank te Duiven.
Op 4 juni 1974 overleed op 82-jarige leeftijd
Jhr.mr.W.C. Hooft Graafland, die van 1922 tot aan
zijn pensionering in 1956 de functie vervulde van
directeur van de Coöperatieve Centrale Raiffeisen-
Bank. Gedurende 34 jaar, waarin de raiffeisen-
organisatie een enorme ontwikkeling doormaakte,
heeft de heer Hooft Graafland daarin een leidende rol
gespeeld. Zijn grote bekwaamheid en levendige geest
zullen in onze herinnering voortleven.
Op 8 november 1974 werden wij getroffen door het
onverwacht overlijden van de heer L.P.M. de Kok,
54 jaar oud, lid van de raad van toezicht van de
centrale bank. Sedert 1962 maakte hij deel uit van dit
college, vóór de fusie in het kader van de Coöperatieve
Centrale Boerenleenbank. Voortgekomen uit de
Westlandse tuinderswereld - hij was onder meer
voorzitter van de veiling 'Westland Noord' - heeft hij
zijn brede visie en grote werkkracht ook plaatselijk
in dienst gesteld van het coöperatieve kredietwezen.
Sedert 1958 bekleedde hij het voorzitterschap van de
Boerenleenbank Loosduinen. Het plotseling heengaan
van de Heer De Kok berooft de centrale bank van een
toegewijd en scherpzinnig lid van de raad van
toezicht, wiens hartelijkheid en slagvaardigheid wij
met sympathie gedenken.
17