Onderling Raiffeisengarantiefonds Raiffeisenhypotheekbank n.v. Accountantsverklaring Wij hebben de balans per 31 december 1973 en de resultatenrekening over 1973 van de Raiffeisen hypotheekbank n.v. te Utrecht, te zamen met de daarbij gegeven toelichtingen, gecontroleerd. Op grond van dit onderzoek zijn wij van oordeel dat deze jaarrekening een getrouw beeld geeft van de financiële positie per 31 december 1973 en van het resultaat over het jaar 1973. Rijswijk (2.H.), 8 maart 1974. Moret Limperg Accountants. 64 thans genaamd Onderlinge Kredietverzekeringsmaatschappij Rabobanken g.a. Aan de Algemene Vergadering De Algemene Vergadering van 24 mei 1973 heeft onder meer besloten tot wijziging van de taak van onze instelling. De daartoe noodzakelijke statutenwijzigingen zijn op 31 december 1973 notarieel verleden. De naam van onze instelling is daarbij veranderd in Onderlinge Krediet verzekeringsmaatschappij Rabobanken g.a. Zij heeft tot taak de verzorging van de kredietverzekering ten behoeve van alle aangesloten Rabobanken. In de oude structuur was deze kredietverzekering ondergebracht bij respectievelijk afdeling C van het Onderling Raiffeisengaratiefonds en bij de n.v. Landbouwkredietverzekering 'Eindhoven'. De afdelingen A en B van het Onderling Raiffeisengarantie fonds zijn thans ondergebracht in de afdelingen A en B van de Onderlinge Waarborgmaatschappij Rabobanken g.a. De hierna opgenomen jaarrekening 1973 heeft nog geheel betrekking op de oude activiteit van het Onderling Raiffeisengarantiefonds. Bij afdeling A werden in 1973 25 (25) schadegevallen uitbetaald, 1 (6) ingediende schadeclaim was per 31 december 1973 nog in behandeling en 13 (9) ingediende schadeclaims werden afgewezen. De uitgekeerde en nog in behandeling zijnde schaden bij afdeling A beliepen in totaal f 617.973 (69.387). Onder afdeling B werden in 1973 4 (3) schadeclaims uitbetaald, terwijl op 31 decem ber 4 (4) ingediende schadeclaims nog in behandeling waren. De ingediende schadeclaims hadden in totaal betrekking op een bedrag van f 1 262.669 (560.726). Bij afdeling C werden in het verslagjaar 96 (62) schade gevallen uitbetaald, 1 (3) schadeclaim werd afgewezen en 9 (5) schadeclaims waren per 31 december nog in behandeling. Van de ingediende schadeclaims hadden er 83 (55) betrekking op persoonlijke leningen. Daarbij moet worden opgemerkt dat vanaf maart 1973 het tot dan toe elders ondergebrachte overlijdensrisico bij persoonlijke leningen voor rekening van ons fonds kwam. Mede onder invloed daarvan steeg hettotale bedrag van de ingediende schaden tot f 108.717 (44.537). Onder invloed van het feit dat in 1973 voor afdeling B geen premie werd geheven en als gevolg van de betaalde herverzekeringspremie voor overvalrisico's daalden de premie-inkomsten tot f 2,2 (2,7) miljoen. De ingediende schadegevallen beliepen in totaal een bedrag van f 2,0 miljoen. Uiteindelijk resulteerde de beschreven ontwikkeling in een nadelig saldo voor afdeling A van f 398.666, een nadelig saldo van f 1.110.694 voor afdeling B en een voordelig saldo voor afdeling C van f 1.556.420. Wij stellen u voor om overeenkomstig de desbetreffende reglementaire bepalingen de nadelige saldi van de afdelingen A en B over de leden om te slaan en van het voordelig saldo van afdeling C na uitkering van 6% rente over het aandelenkapitaal f 500.000 toe te voegen aan de reserve en de resterende f 865.563 aan de premie- restitutierekening. 65

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Rabobank | 1973 | | pagina 34