Aan de Algemene Vergadering
Overeenkomstig het bepaalde in artikel 69 van de statuten van de
Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Boerenleenbank G.A. wordt u
hierbij het verslag over het jaar 1972 aangeboden.
In het verslag zijn opgenomen de resultatenrekening en de balans
per 31 december 1972 van de Coöperatieve Centrale Raiffeisen-
Boerenleenbank G.A., alsmede de daarbij behorende toelichting.
Deze publikatie bevat tevens de jaarrekeningen van respectievelijk
de N.V. Boeren-Hypotheekbank, de Raiffeisenhypotheekbank N.V.,
de N.V. Landbouwkredietverzekering 'Eindhoven', het Onderling
Raiffeisengarantiefonds en het Onderling Waarborgfonds der
Boerenleenbanken U.A.
Bij het aanbieden van het eerste jaarverslag van de Coöperatieve
Centrale Raiffeisen-Boerenleenbank G.A. kan met voldoening
worden geconstateerd, dat de in 1970 aangevangen samenwerking
tussen de Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Bank en de Coöperatieve
Centrale Boerenleenbank volledig is geslaagd en dat het samen
gaan van de beide Centrale Banken - en daarmede de vorming
van één coöperatieve bankorganisatie in Nederland binnen een
tijdsbestek van twee en een half jaar is gerealiseerd.
Krachtens de daartoe strekkende besluiten van de beide Algemene
Vergaderingen, genomen te Utrecht en te Eindhoven op
respectievelijk 9 en 30 mei van het verslagjaar, kon door omzetting
van de statuten van de reeds in 1970 opgerichte Coöperatieve
Raiffeisen-Boerenleenbank W.A., op 22 juni 1972 worden
overgegaan tot het oprichten van de gemeenschappelijke Centrale
Bank, welke de naam Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Boeren
leenbank G.A. draagt.
De Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Bank en de Coöperatieve
Centrale Boerenleenbank hebben vervolgens op 1 december 1972
haar activa en passiva ingebracht in de nieuwe Centrale Bank en
zijn op 2 december 1972 in liquidatie getreden.
Bij het vermelden van deze relevante data uit het verslagjaar, die
van grote betekenis zijn voor de ontwikkeling van het georganiseerde
coöperatieve kredietwezen in Nederland, hebben de Raad van
Beheer en de Hoofddirectie er behoefte aan uitdrukking te geven
aan hun erkentelijkheid jegens allen die in de afgelopen periode
op intensieve wijze hebben meegewerkt aan de verwezenlijking
van het samengaan van de beide Centrale Banken. In dit verband
mogen in de eerste plaats worden vermeld de leden van de
Gemeenschappelijke Commissie Organisatiestructuur ('Commissie
van 18') wier arbeid van grote betekenis is geweest bij het
diepgaande beraad binnen de beide organisaties over de structuur
van de nieuwe gemeenschappelijke organisatie, alsmede bij de
voorbereiding van de besluitvorming door de beide Algemene
Vergaderingen.
Vervolgens zij hier gewezen op de omvangrijke arbeid van de leden
van de Gemeenschappelijke Commissie Arbeidsvoorwaarden
('Commissie van 24') die zich hebben belast met de harmonisering
van de primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden voor het
personeel van de aangesloten banken.
Deze erkentelijkheid geldt eveneens jegens de leden van de
Centrale Kringvergadering van de Boerenleenbankorganisatie en
de leden van de Centrale Ringvergadering van de Raiffeisenbank-
organisatie en jegens allen die in de vergaderingen van de
Kringen en Ringen op constructieve wijze hebben medegewerkt
aan de totstandkoming van de nieuwe Centrale Bank.
Van grote betekenis tijdens het fusieberaad is geweest de aan
wezigheid binnen de coöperatieve bankorganisaties van goed
gestructureerde overlegorganen, waardoor intensief overleg met
alle betrokkenen mogelijk is geweest. De specifieke overleg
structuur, zoals wij die in beide organisaties kenden, is niet alleen
zeer adequaat gebleken, maar tevens modern en
4
eigentijds. Ook in de nieuwe organisatie is een belangrijke plaats
ingeruimd voor de Centrale Kringvergadering, en de 44 regionale
Kringen, waarin de aangesloten banken zijn ingedeeld.
De betekenis van de Centrale Kringvergadering als belangrijkste
adviesorgaan is met name hierin gelegen, dat de Raad van Beheer
met betrekking tot het stellen van algemene regels van bancaire
aard gehouden is daarover vooraf het advies van de Centrale
Kringvergadering in te winnen. Daarnaast brengt de Centrale
Kringvergadering advies uit aan de Algemene Vergadering met
betrekking tot alle zaken, die daarin aan de orde worden gesteld.
Mede hierdoor zijn ook in de nieuwe organisatie belangrijke
waarborgen geschapen voor een democratische besluitvorming
en voor het doorstromen van gedachten, meningen en visies van de
basis van de organisatie naar de bestuursorganen, en omgekeerd.
Bij het samengaan van de beide Centrale Banken heeft een
voorname rol gespeeld de overweging, dat daardoor voor
Raiffeisenbanken en Boerenleenbanken, gevestigd in eenzelfde
plaats, de mogelijkheid zou worden geschapen de onderlinge
concurrentie te beëindigen en het samengaan van de des
betreffende banken onder ogen te zien.
Met voldoening kan worden vermeld, dat in het verslagjaar bij
tientallen banken in de zogenaamde gemengde gebieden het
fusieberaad op gang is gekomen en in enkele gevallen reeds met
succes is afgesloten.
Het in het begin van het jaar ingestelde onderzoek naar de
opvattingen bij de aangesloten banken inzake het invoeren van een
gelijkluidende roepnaam voor Raiffeisenbanken en Boerenleen
banken, heeft uitgewezen dat de bereidheid daartoe in grote mate
aanwezig is en dat daarbij de voorkeur uitgaat naar een naam,
welke als afgeleide kan worden gezien van de naam van de
gemeenschappelijke Centrale Bank.
De aanbeveling om voor Raiffeisenbanken en Boerenleenbanken
de naam Rabobank in te voeren, heeft dan ook in de organisatie
grote weerklank gevonden.
Bijzonder verheugend is het dat de eerste Algemene Vergadering
van de Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Boerenleenbank G.A.,
waaraan dit verslag wordt aangeboden, in het teken zal staan van
de viering van het 75-jarig bestaan van het georganiseerde
coöperatieve kredietwezen in Nederland.
De uitwisseling van de ervaringen, die de beide thans verenigde
organisaties gedurende driekwart eeuw hebben opgedaan,
vormt een waardevolle basis voor de toekomstige ontwikkeling
van het coöperatieve bankwezen.