Coöperatieve Centrale
Raiffeisen-Boerenleenbankg.a.
1972
187 411 000
1 990 000
927 300
3 287 890
506 000
529 301 000
35 354 000
281 930 000
32
Toelichting op de balans De waardering der activa en passiva alsmede de balansspecificatie
komt overeen met hetgeen in de toelichting op de balans van de
Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Boerenleenbank G.A. hier
omtrent is vermeld.
De post 'deelnemingen' omvat aandelen inzake:
de Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Boerenleenbank G.A
de N.V. Boeren-Hypotheekbank
de Raiffeisenhypotheekbank N.V.
het Onderling Raiffeisengarantiefonds
de N.V. Landbouwkredietverzekering 'Eindhoven'
Overige
194122190 27 233159Ö
Het obligo op deelnemingen bedraagt f 60 400 710
De specificatie van de post 'reserve' luidt als volgt:
Algemene reserve
Effecten reserve
Reserve gebouwen
846 585 000 753 250 000
1971
121 343 700
1 990 000
927300
2 288 590
507 100
176900
458 770 000
35 856 000
258 624 000
Bankbedrijf De krachtige groei van de kredietverlening en de relatief minder
sterke toeneming van de toevertrouwde middelen bij de aan
gesloten banken hadden tot gevolg, dat het tegoed van de
aangesloten banken bij de Centrale Bank in het verslagjaar
aanzienlijk minder sterk toenam dan in 1971toen die toeneming
bijzonder hoog was. In 1972 steeg het tegoed met f 927 (1 487)
miljoen, hetgeen in vergelijking met de jaren vóór 1971 als een
normale groei kan worden beschouwd. Ter handhaving van de
liquiditeitspositie van de organisatie werd een betrekkelijk groot
deel van de middelen-stijging van de Centrale Bank uitgezet in de
sfeer van de liquiditeiten. Berekend volgens de richtlijnen van De
Nederlandsche Bank beliepen de liquiditeiten ultimo 1972 43,9
procent van de toevertrouwde middelen.
De bedrijfsresultaten vertoonden een bevredigende ontwikkeling.
De winst na belastingen beliep f 50,7 (39,1) miljoen. Na toe
voegingen aan de voorziening voor bedrijfsrisico's tot een bedrag
van f 19,5 (13,2) miljoen en aan de effectenreserve van f 5,0 (3,5)
miljoen resteert een netto-winst van f 26,2 (22,4) miljoen. Verdeling
van deze winst overeenkomstig het gedane voorstel zal de open
reserve van de Centrale Bank op f 280 (247) miljoen brengen.
Personalia In de Algemene Vergadering van de Coöperatieve Centrale
Raiffeisen-Bank te Utrecht op 9 mei 1972 werd mr. C.Th.E. Graaf
van Lijnden van Sandenburg herkozen als lid van het Bestuur van
de Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Bank en van de Raad van
Commissarissen van de Raiffeisenhypotheekbank N.V..
Als plaatsvervangend lid van het Bestuur werd mr. R.J. van
Beekhoff herkozen. Als lid van de Raad van Toezicht werden de
heren Jac. Sonneveld en G.W. Leuvelink herkozen, terwijl in de
vacature die ontstond door het aftreden van de heer G.K. Wijk de
heer T. Meijer Jzn. werd gekozen. Gaarne willen wij de heer Wijk
nogmaals danken voor al hetgeen hij, in zijn hoedanigheid als lid
van de Raad van Toezicht van de Centrale Bank te Utrecht heeft
gedaan in het belang van de Raiffeisenorganisatie, waarbij wij
ook met grote erkentelijkheid gewagen van hetgeen hij nadien
als lid van de Gemeenschappelijke Commissie Arbeidsvoorwaarden
heeft bijgedragen tot de harmonisatie van arbeidsvoorwaarden
voor de personeelsleden van de plaatselijke banken.
In de Algemene Vergadering van de Coöperatieve Centrale Boeren
leenbank te Eindhoven op 30 mei 1972 werden de heren A. Biemans
en mr. T. Brouwer herkozen als lid van de Raad van Toezicht, en als
lid van de Raad van Commissarissen van respectievelijk het
Onderling Waarborgfonds der Boerenleenbanken U.A., de
N.V. Boeren-Hypotheekbank en de N.V. Landbouwkredietverzekering
'Eindhoven'.
Krachtens een daartoe strekkend besluit van de Algemene
Vergadering van de Coöperatieve Raiffeisen-Boerenleenbank W.A.
werden op 22 juni 1972 bij de omzetting van de statuten van
deze instelling in die van de Coöperatieve Centrale Raiffeisen-
Boerenleenbank G.A. de zittende leden van de Raad van Toezicht
van de Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Bank en van de
Coöperatieve Centrale Boerenleenbank benoemd tot lid van de
Raad van Toezicht van de nieuwe Centrale Bank.
Interne organisatie In verband met de fusie en de daaruit voortvloeiende verdere
integratie van de werkzaamheden bij de Centrale Bank werd in
het afgelopen jaar aan een organisatie-adviesbureau opdracht
verleend tot het instellen van een onderzoek naar de meest
wenselijke interne organisatiestructuur van de nieuwe Centrale
Bank. Op basis van dit advies wordt momenteel gewerkt aan een
herstructurering en een daarmee gepaard gaande rélocatie van
organisatorische eenheden over de verschillende vestigingen van
de Centrale Bank. Het streven is erop gericht, deze arbeid in 1973
te voltooien.
33