Gang van zaken in de organisatie In augustus 1972 werden bijna alle restricties opgeheven, nadat ultimo 1971 reeds een begin was gemaakt met het terugdraaien van de restricties in het noorden en zuiden van het land. In hoeverre in komende jaren een gedeelte van de ten gevolge van het goedkeuringsbeleid uitgestelde investeringen zal worden ingehaald, is nauwelijks aan te geven. De aangekondigde wet selectieve investeringsheffing beïnvloedt bovendien de investerings beslissingen in de randstadgebieden. De hoge produktie van de woningbouw was nog onvoldoende om de achterblijvende utiliteitsbouw geheel te compenseren. Totaal gezien daalde de produktie van de bouwnijverheid (exclusief weg- en waterbouw) met 1 a 2%. De verminderde produktie van de bouwnijverheid had een belangrijke invloed op de resultaten van de aannemingsbedrijven Vooral bij de kleinere aannemers stond de rentabiliteit onder druk van de stijgende loonkosten bij dalende reële omzetten. De resultaten van de grote bouwconcerns daarentegen waren in het verslagjaar in het algemeen gunstig, hetgeen vooral kan worden toegeschreven aan de verdergaande uitbreiding van de activiteiten in het buitenland. In de onderstaande beschrijving van de gang van zaken en in de gecombineerde balans en resultatenrekening zijn de gegevens verwerkt van de gezamenlijke aangesloten banken, de beide hypotheekbanken en de Centrale Bank. Uitzettingen Ten opzichte van de beide voorgaande jaren was er in 1972 sprake Vaste leningen van een forse stijging van de vraag naar leningen bij onze banken. Het herstel van het groeitempo, dat in 1971 een duidelijke inzinking vertoonde, kwam vooral tot stand in de tweede helft van het verslagjaar en werd veroorzaakt door factoren die met name de verstrekkingen van woningbouwleningen sterk hebben doen toenemen. De gezamenlijke aangesloten banken verstrekten in het verslagjaar nieuwe vaste leningen voor een totaalbedrag van f 4 463 miljoen, te vergelijken met f 3 341 miljoen in 1971 en f 3 190 miljoen in 1970. Ondanks de relatief ruime liquiditeits positie van de meeste aangesloten banken was een aantal banken als gevolg van de grote vraag genoodzaakt leningsaanvragen te verwijzen naar onze beide hypotheekbanken. Deze zagen hun verstrekkingen toenemen tot f 133 (120) miljoen. Bij de Centrale Bank, waar de vraag naar leningen voornamelijk afkomstig is van de grote agrarische coöperaties, waren de verstrekkingen met f 284 (304) miljoen lager dan die in 1971 Tabel 1 Vaste leningen in 1972 (in miljoenen guldens) Verstrekkingen Aflossingen Toeneming Aangesloten banken 4 463 2 427 2 036 Hypotheekbanken 133 52 81 Centrale Bank 284 183 101 4 880 2 662 2 218 In tabel 2 is de verstrekking van vaste leningen in 1972 uitgesplitst naar het beroep van de geldnemer en naar de bestemming van de opgenomen gelden. Evenals in het voorafgaande jaar was ook in 1972 in de meeste agrarische sectoren sprake van een slechts matige geneigdheid tot investeren. Bij de landbouw in enge zin was dat met name het geval bij de akkerbouwbedrijven en de gemengde bedrijven. De vraag naar leningen bij veehouderijbedrijven daarentegen lag op een aanzienlijk hoger niveau dan in de beide voorgaande jaren. Zowel de gunstige prijsontwikkelingen in deze sector in 1972 als de noodzaak tot en de subsidie voor de bouw van moderne arbeidsbesparende bedrijfsgebouwen, vormden daarbij ongetwijfeld belangrijke factoren. De vraag naar leningen bij de gespecialiseerde veredelingsbedrijven vertoonde eveneens een opgaande lijn; de prijsontwikkelingen hebben daarbij een grote rol gespeeld. Voor bedrijfsdoeleinden en diversen namen de landbouwbedrijven in 1972 nieuwe leningen op tot een bedrag van f 694 (587) miljoen. Tuinders namen in het verslagjaar voor f 241 (227) miljoen nieuwe leningen op, anders dan voor woningbouwfinanciering. In 1971 werd de vraag naar leningen uit deze sector belangrijk beïnvloed door de omschakeling van stookolie op aardgas bij verwarmde groente- en bloementeeltbedrijven. Ook in het verslag jaar was dit het geval, echter in mindere mate dan in 1971 De toegenomen vraag naar leningen bij bloembollen- en bloemen teeltbedrijven compenseerde de daling bij de groenteteeltbedrijven en bij de fruittelers. De vraag naar leningen van de zijde van de land- en tuinbouw- coöperaties was in het verslagjaar relatief normaal. In totaal namen de coöperaties in 1972 bij onze organisatie nieuwe leningen op 19

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Rabobank | 1972 | | pagina 11