Bedrijfsresultaten
Diversen
land zich in het verslagjaar ruimschoots boven het niveau
van 1969. Daarbij moet opgemerkt worden dat 1969 vooral
voor de plattelandsbanken een bijzonder goed spaarjaar
was als gevolg van gunstige financiële resultaten in
bepaalde sectoren van de land- en tuinbouw. In het
verslagjaar stond de spaaraanwas bij deze banken in
verband met de afgenomen investeringen in de agrarische
sector. De groei van de inlegoverschotten bij de banken
op het verstedelijkt platteland en in de steden was even
eens zeer sterk. De factoren die de spaarzin in het verslag
jaar hebben bevorderd, gelden daar wellicht het sterkst.
Naar spaarvorm gezien is het opvallend dat, in tegen
stelling tot voorgaande jaren, de direct opvraagbare
spaargelden weer een toeneming vertoonden. Dit hangt
samen met de hierboven genoemde oorzaken voor de
verhoogde spaarzin. Voor zover die oorzaken betrekking
hebben op de onzekerheid ten aanzien van de conjunc
turele ontwikkeling, is het logisch dat deze spaargelden
in de meeste liquide vorm worden aangehouden. Wij zien
dan ook dat bijna de gehele stijging van het inlegoverschot
ten opzichte van 1970 terecht is gekomen op direct
opvraagbare rekeningen. De aanwas op termijnspaar
rekeningen was ongeveer even sterk als in 1970.
Het totaal van de inlegoverschotten op spaarrekeningen
bij onze organisaties beliep in het verslagjaar f 1 636
miljoen, te vergelijken met f 1 014 miljoen in 1970 en f 1 127
miljoen in 1969. Aan het einde van het verslagjaar werd
daaraan f 658 (596) miljoen bijgeschreven rente toegevoegd.
Het tegoed per 31 december kwam daarmee op f 16 890
(14 596) miljoen. Daarvan stond 54 (55) procent uit op
direct opvraagbare en gebonden rekeningen. Het totaal
aantal rekeningen per ultimo 1971 beliep 5 870 000 (5 465 000)
met een gemiddeld tegoed per rekening van f 2 880
(2 670).
Behalve de tot nu toe besproken spaargelden kennen de
landbouwkredietorganisaties nog andere middelen op
lange termijn. De belangrijkste daarvan zijn de termijn
deposito's bij de plaatselijke banken en bij de centrale
banken en de uitstaande pandbrieven bij de hypotheek
banken.
In het verslagjaar namen deze middelen met f 28 miljoen toe,
te vergelijken met een toeneming van f 381 miljoen in 1970.
De sterke stijging in 1970 was vooral het gevolg van de in
verband met de geldmarkttarieven hoge rente voor deze
gelden.
De overige toevertrouwde middelen zijn in de gecombi
neerde balans opgenomen onder crediteuren in rekening
courant. Deze stegen in het verslagjaar met f 650 (507)
miljoen. De hogere aanwas ten opzichte van 1970 was
vooral een gevolg van de sterkere groei van de saldi op
privérekeningen. Deze namen in het verslagjaar toe met
f 444 miljoen te vergelijken met f 319 miljoen in 1970 en
f 338 miljoen in 1969. Als gevolg van het afnemen van het
aantal bedrijven dat nog op girale salarisbetaling kan
overschakelen, vertoonde de groei van het aantal privé
rekeningen ten opzichte van voorgaande jaren een
dalende tendens.
Niettemin kwamen er in het verslagjaar bij de Raiffeisen-
banken en Boerenleenbanken nog 287 000 (354 000) privé
rekeningen bij. Het totaal aantal privérekeningen kwam
daardoor per ultimo 1971 op 1 339 000 (1 052 000) met een
gemiddeld tegoed per rekening van f 1 050 (950).
De toeneming van de overige creditsaldi in rekening
courant beliep f 246 (188) miljoen. Dat was meer dan in
1970, toen de groei van deze saldi sterk werd afgeremd
door belastingbetalingen.
In totaal genomen stegen de aan onze organisaties
toevertrouwde middelen in het verslagjaar met f 2 972
(2 498) miljoen. In procenten van de beginstand uitgedrukt
is dat een groei van 16 (16) procent. Het middelenbestand
in totaliteit kwam daarmee ultimo 1971 op f 21 023 (18 051)
miljoen, als volgt verdeeld over de onderdelen van de
organisaties: plaatselijke Raiffeisenbanken en Boeren
leenbanken f 20 561 (17 554) miljoen, centrale banken f 339
(409) miljoen en de beide hypotheekbanken tezamen
f 123 (88) miljoen.
De hiervoor beschreven ontwikkelingen resulteerden uit
eindelijk in een toeneming van het gecombineerde balans
totaal met 17 (17) procent tot f 23 525 (20 117) miljoen.
De bedrijfsresultaten over het verslagjaar waren bevre
digend. De rentemarge vertoonde een stijging als gevolg
van het verbeterde rendement van de uitzettingen. De
rentelasten stegen minder sterk dan verwacht: de ver
schuiving binnen de spaartegoeden naar hoogrentende
spaarvormen ging weliswaar door, maar relatief toch in
mindere mate dan in voorgaande jaren. Onder invloed van
de toegenomen activiteiten op het gebied van verzeke
ringen en reizen vertoonden ook de provisie-opbrengsten
een forse toeneming. In totaal steeg de rente- en provisie
winst met 25 (34) procent tot f 683 (546) miljoen.
Absoluut gezien is deze stijging groter dan die van de
bedrijfskosten, die, inclusief afschrijvingen, toenamen met
12
31 (30) procent tot f 462 (352) miljoen. Ondanks de af
nemende groei van het personeelsbestand was er in het
verslagjaar sprake van een aanhoudende sterke stijging
van de personeelskosten. Dat is niet alleen een gevolg
van de voortdurende loon- en prijsstijgingen, maar ook
van de toegenomen kwaliteit van het personeel. De uit
breiding van het dienstbetoon in diverse gespecialiseerde
sectoren en de toenemende concurrentie stellen steeds
hogere eisen aan de kwaliteit van het personeel. Onder
invloed van het sterk gegroeide aantal administratieve
handelingen vertoonden ook de overige kosten een aan
zienlijke stijging.
Het uiteindelijke bedrijfsoverschot over 1971 bedroeg, na
voorziening voor belastingen, f 124 (114) miljoen. Na
bijzondere voorzieningen en reserveringen resteert een
onverdeeld winstsaldo van f 69 (60) miljoen. Zonder dit
saldo belopen de open reserves per ultimo 1971 f 999
(815) miljoen.
Mede dank zij de voortdurende uitbreiding van de capaci
teit zijn de ten behoeve van de aangesloten banken in de
computercentra van de centrale banken verrichte werk
zaamheden weer sterk in omvang toegenomen. Daarmee
werd de ontwikkeling van de afgelopen jaren voortgezet.
Het merendeel van de administratieve handelingen van de
Raiffeisenbanken en Boerenleenbanken wordt thans via de
automatische apparatuur uitgevoerd.
De activiteiten van onze organisaties op het gebied van
opleiding en voorlichting van onze personeelsleden zijn
wederom uitgebreid. In toenemende mate wordt daarbij
gebruik gemaakt van moderne technische hulpmiddelen,
die een doeltreffende instructie vergemakkelijken.
In toenemende mate wordt door onze cliënten gebruik
gemaakt van onze bemiddelingsdiensten op het gebied
van het effectenverkeer. Onze dochterinstellingen Schretlen
en Co nv en Transandine Handelmaatschappij nv te
Amsterdam hebben daarbij ook in het verslagjaar weer
goede diensten bewezen.
De activiteiten op assurantiegebied namen in versneld
tempo toe. Nagenoeg alle aangesloten banken zijn thans
ingeschreven als verzekeringsagent. De produktie is in
1971 zeer bevredigend geweest.
Met ingang van het afgelopen seizoen is het reisassorti-
ment van onze banken uitgebreid. De reisbemiddeling
ontwikkelt zich zeer snel. In het afgelopen seizoen werden
ruim 50.000 reizen verkocht, te vergelijken met ruim 20 000
in het vorige seizoen. Op circa 2200 kantoren van onze
organisaties kan men thans terecht voor het boeken van
een vakantiereis. In het begin van het lopende jaar werd
met de ANWB overeenstemming bereikt over de verkoop
van de Internationale Reis- en Kredietbrief via onze
banken. Tevens kan men thans via onze banken ingeschre
ven worden als lid van de ANWB, eventueel in combinatie
met het Wegenwacht-lidmaatschap.
Het gebruik van betaalcheques heeft in het verslagjaar
weer een zeer sterke uitbreiding ondergaan. Eind 1971
waren door onze organisaties ruim 600 000 betaalpassen
uitgegeven. Alleen al op de centrale banken werden in
1971 rond 18 miljoen betaalcheques verwerkt, te vergelijken
met bijna 11 miljoen in 1970 en 5 miljoen in 1969.
Door fusies van Raiffeisenbanken onderling en van
Boerenleenbanken onderling verminderde het aantal
aangesloten banken met 26 (15) tot 1202. Het totaal aantal
vestigingspunten kwam per eind 1971 op 3005. Het totale
personeelsbestand nam toe met 1975 tot 16 743 per ulitmo
1971.
13