L.J.H.M. Sonnenschein. Tot onderdirecteur werden benoemd de heren W.J. Dalmijn, H.J. Kerkmeester, drs. G.A.A. van der Linden, C.L. van Niekerk, R.C. Nijmeijer, drs. A. Nijssen en mr. M.F.L. Zegers. Directeuren en onderdirecteuren vormen samen het College van Directeuren. In het kader van de doelstelling van de Coöperatieve Raiffeisen-Boerenleenbank wa zijn voorstellen ontwikkeld met betrekking tot de oplossing van belangrijke vraag stukken van structurele en bancaire aard, welke zich voor doen bij de voorbereiding van het samengaan van de beide Centrale Banken. Teneinde reeds bij de voorbereiding daarvan zoveel mogelijk rekening te kunnen houden met de daaromtrent bestaande inzichten van de bij de beide Centrale Banken aangesloten banken, is op initiatief van de bestuurs colleges van de Centrale Banken door de Centrale Ring- vergadering en de Centrale Kringvergadering - de centrale overlegorganen van respectievelijk de Raiffeisenorganisatie en de Boerenleenbankorganisatie - besloten tot het instellen van een paritair samengestelde Gemeenschappe lijke Commissie Organisatiestructuur, waarvan de achttien leden zijn gekozen uit en door de centrale overlegorganen van de beide organisaties. Aan de commissie, welke naar het aantal leden wordt aangeduid als de 'Commissie van 18', werd opgedragen in nauwe samenwerking met de Raad van Beheer en de Hoofddirectie van de Coöperatieve Raiffeisen-Boerenleen bank de harmonisatie van vorenbedoelde structurele en bancaire regelingen te bestuderen en daarover aan bevelingen te doen aan de beide organisaties. De be vindingen van de commissie zijn neergelegd in een drietal nota's, waarin achtereenvolgens aanbevelingen worden gedaan met betrekking tot de statutaire regeling van de toekomstige gemeenschappelijke Centrale Bank, de model statuten van de banken, die bij de gemeenschappelijke Centrale Bank zullen zijn aangesloten, de harmonisatie en integratie van de bestaande garantieregelingen en liquiditeitsregelingen en van de gelieerde hypotheekbanken. De inhoud van de nota's is vervolgens ter discussie gesteld in de beide organisaties, waartoe in het najaar van 1971, verspreid over het land, 60 Kring- en Ring- vergaderingen hebben plaatsgevonden. Op basis van de uitkomsten van dit overleg heeft de 'Commissie van 18' zich in de eerste maanden van dit jaar bezig gehouden met het formuleren van concept-statuten, welke andermaal aan het oordeel van de beide organisaties zijn getoetst. De aldus na uitvoerig overleg tot stand gekomen geharmoniseerde statuten en andere regelingen zullen in de maand mei van dit jaar aan de Algemene Vergadering van de beide Centrale Banken ter goedkeuring worden voorgelegd. Indien deze worden aanvaard en de beide Algemene Vergaderingen zich definitief uitspreken tot het aangaan van de fusie, zal de oprichting van de gemeenschappelijke Centrale Bank, die de activiteiten van de Utrechtse en Eindhovense Centrale Bank volledig zal overnemen, nog voor het einde van 1972 een feit kunnen worden. Ook met betrekking tot de andere doelstelling van de Coöperatieve Raiffeisen-Boerenleenbank wa, de uitoefening van het bankbedrijf door het geleidelijk overnemen van daarvoor in aanmerking komende banktechnische activiteiten, zijn reeds in 1971 belangrijke vorderingen gemaakt. De voorbereidende werkzaamheden hiervoor werden verricht door de kort na het bekendmaken van het voor genomen samengaan ingestelde werkgroepen en contact groepen, welke paritair waren samengesteld uit func tionarissen van de beide Centrale Banken. Aan vele werk- en contactgroepen kon na het voltooien van hun arbeid reeds in de loop van 1971 décharge worden verleend. Bij het overdragen van bancaire en daarmede samenhangende activiteiten aan de samenwerkings- coöperatie wordt gewerkt met het systeem van mandate ringen, waarbij de beide Centrale Banken de desbetreffende activiteiten onder de centrale leiding van de Coöperatieve Raiffeisen-Boerenleenbank wa plaatsen. Zo hebben de beide Centrale Banken thans aan de samenwerkingscoöperatie overgedragen de leiding van werkzaamheden op het terrein van de interne accountants controle en administratieve organisatie. Ook de centrale leiding van de geautomatiseerde verwerkingssystemen van het bankbedrijf en van de voorbereiding van de coöperatie financiering is inmiddels overgedragen aan de Coöperatieve Raiffeisen-Boerenleenbank, evenals de centrale leiding van de advisering en begeleiding van de aangesloten banken en van het opleidings- en personeelsbeleid. Op grond van deze mandateringen zijn bij de Coöperatieve Raiffeisen-Boerenleenbank wa de volgende werkgebieden ingesteld: Accountancy en Administratieve Organisatie; Administratie en Automatisering; Bankbedrijf; Coöperatie financiering; Aangesloten Banken; Sociale Zaken. De leiding van de werkgebieden, welke hoofdafdelingen en afdelingen omvatten, wordt onder verantwoordelijkheid van de Hoofddirectie uitgeoefend door directeuren en onderdirecteuren. Afzonderlijke vermelding verdient de instelling van de Hoofdafdeling Economische Zaken en de Hoofdafdeling Juridische Zaken, eveneens berustend op een mandaat aan de Coöperatieve Raiffeisen-Boerenleenbank wa als mede de instelling van de Hoofdafdeling Organisatie en Efficiency en de Hoofdafdeling Algemene Zaken, welke hoofdafdelingen rechtstreeks ressorteren onder verant woordelijkheid van de Hoofddirectie. Inmiddels is in het lopende jaar het bedrijf van de nv Gemeenschappelijk Bankkantoor opgegaan in de Coöpe ratieve Raiffeisen-Boerenleenbank wa. Het kantoor in Den Haag zal fungeren als bijkantoor Den Haag van de Coöperatieve Raiffeisen-Boerenleenbank wa. Het voor nemen bestaat het bedrijf van Transandine Handelmaat schappij nv te incorporeren in het effectenbedrijf van de beide Centrale Banken, dat zal worden geïntegreerd binnen de Coöperatieve Raiffeisen-Boerenleenbank wa. Schretlen en Co. nv zal als afzonderlijk effectenkantoor in het kader van de Coöperatieve Raiffeisen-Boerenleenbank wa werkzaam blijven. Voorts is in de loop van dit jaar de kredietverlening in rekening-courant door de Centrale Banken overgedragen aan de Coöperatieve Raiffeisen- Boerenleenbank wa. Gebleken is, dat door de gezamenlijke publiciteit, die door de beide organisaties wordt gevoerd, verwachtingen zijn gewekt met betrekking tot het op korte termijn samengaan van plaatselijke banken, in verband hiermede wordt eraan herinnerd, dat met het totstandkomen van eventuele fusies tussen plaatselijke Raiffeisenbanken en Boerenleenbanken in gebieden, waarin deze beide zijn gevestigd, gewacht dient te worden tot de totstandkoming van de nieuwe Centrale Bank zal zijn gerealiseerd. Wel is in vele gevallen reeds het advies opgevolgd de onderlinge contacten te versterken en te trachten reeds tot een onderlinge afstemming van het beleid te geraken en een practische samenwerking na te streven. In een aantal gevallen heeft dit reeds geleid tot het formuleren van een intentieverklaring, waarin de principiële bereidheid tot het aangaan van een fusie in de nabije toekomst tot uitdrukking wordt gebracht. Als practisch resultaat van het ter plaatse gevoerde overleg kan in sommige gevallen worden gewezen op het gezamenlijk vestigen van nieuwe kantoren in eenzelfde pand. De bestudering van de vraagstukken, welke verband houden met de harmonisatie van de arbeidsvoorwaarden van het personeel van de bij de beide Centrale Banken aangesloten banken, werd opgedragen aan een paritair samengestelde, uit vertegenwoordigers van de aange sloten banken bestaande Gemeenschappelijke Commissie Arbeidsvoorwaarden ('Commissie van 24'). De vieren twintig leden daarvan werden, evenals die van de Gemeen schappelijke Commissie Organisatiestructuur, benoemd door de Centrale Ring- en de Centrale Kringvergadering. De harmonisatie van de arbeidsvoorwaarden van het personeel van de beide Centrale Banken is goeddeels gerealiseerd. Daarover heeft overleg plaatsgevonden met de Ondernemingsraden. De vakbonden zijn in de gelegen heid gesteld hun oordeel daarover te geven. In de maand december 1971 kon een begin worden gemaakt met de vestiging van de als 'samenwerkingsbank' opgerichte Coöperatieve Raiffeisen-Boerenleenbank wa in het kantoorgebouw aan de Prof. E.M. Meijerslaan 1, in het plan Kronenburg te Amstelveen. In februari 1972 kon de overplaatsing van functionarissen naar dit kantoor worden voltooid. Als gevolg van de structurele ont wikkelingen met betrekking tot de integratie van de beide Centrale Banken, dient het kantoor aan de Prof. E.M. Meijerslaan als een tijdelijke vestiging te worden gezien. Teneinde het welslagen van de voorgenomen fusie en de daaraan voorafgaande integratieperiode veilig te stellen, is voor de Coöperatieve Raiffeisen-Boerenleenbank wa noodzakelijk gebleken zich op langere termijn te ver zekeren van een voldoende huisvestingsmogelijkheid te Amstelveen. In verband hiermede heeft de Raad van Beheer van de Coöperatieve Raiffeisen-Boerenleenbank wa besloten tot aankoop van het kantoorgebouw 'Kronenstede', eveneens gelegen in het Amstelveense plan Kronenburg. 5

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Rabobank | 1971 | | pagina 4