de Hoofddirectie, welke bestaat uit zeven leden.
Voorzitter van de Hoofddirectie is dr.A.J.Verhage, die
inmiddels is afgetreden als voorzitter van het Bestuur van
de Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Bank. Hij vormt samen
met de heren mr.Ph.C.M.van Campen en drs.R.Manschot,
vice-voorzitters van de Hoofddirectie, binnen deze Hoofd
directie het Presidium. Van de Hoofddirectie maken voorts
deel uit de heren drs.F.P.J.Bakx, drs.J.A.van Ogtrop,
jonkheer mr.J.C.Greven en mr.T.J.Jansen Schoonhoven.
Het kapitaal van de Coöperatieve Raiffeisen-Boerenleen-
bank W.A. bestaat uit een onbeperkt aantal aandelen elk
nominaal groot f 1 000,-, welke bij de uitgifte dienen te zijn
volgestort. De Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Bank en
de Coöperatieve Centrale Boerenleenbank hebben bij de
oprichting ieder 50 000 aandelen genomen en volgestort,
zodat de gezamenlijke coöperatieve bank van Utrecht en
Eindhoven is toegerust met een aanvangskapitaal van f 100
miljoen.
De Coöperatieve Raiffeisen-Boerenleenbank W.A. heeft de
taak van de hiervoor genoemde voorbereidingscommissie
overgenomen. Reeds deze voorbereidingscommissie was
overgegaan tot instelling van een aantal werkgroepen en
contactgroepen, paritair samengesteld uit functionarissen
van de beide centrale banken, welke tot taak hebben
gekregen:
a
Het gehele werkterrein en de activiteiten van de Utrechtse
en Eindhovense organisatie te inventariseren en te
vergelijken;
b
advies uit te brengen over de vragen:
hoe de daarvoor in aanmerking komende bankactiviteiten
in de overgangsfase kunnen worden geïntegreerd in de
Coöperatieve Raiffeisen-Boerenleenbank, daarbij zoveel
mogelijk rekening houdende met de integratie van alle
activiteiten in de eindfase;
hoe deze activiteiten respectievelijk in de overgangsfase
en in de eindfase administratief zullen worden verwerkt te
Amsterdam/Amstelveen en/of Utrecht en/of Eindhoven;
hoe overigens, functioneel en geografisch, de samen
voeging respectievelijk vestiging van de activiteiten dient
te worden georganiseerd. Aan deze groepen is als richt
lijn meegegeven, dat bij de advisering de doelmatigheid
hoge prioriteit dient te hebben.
Een aantal werkgroepen houdt zich op basis van boven
bedoelde opdracht bezig met de kredietverlening van de
beide centrale banken, het binnenlands en buitenlands
betalingsverkeer en het effectenbedrijf. Het zijn deze
aspecten, welke van groot belang worden geacht voor het
zo spoedig mogelijk operationeel maken van de Coöpera
tieve Raiffeisen-Boerenleenbank W.A. Nu er inmiddels te
Amstelveen passende kantoorruimte is gevonden, welke
nog dit jaar zal worden betrokken, mag de verwachting
worden uitgesproken, dat met dit operationeel maken in de
tweede helft van het jaar 1971 een begin zal kunnen worden
gemaakt.
Indien overplaatsingen van personeel van de beide centrale
banken naar Amsterdam/Amstelveen te eniger tijd wense
lijk worden, zullen personeelsleden van de beide centrale
banken daarvoor uitsluitend op basis van vrijwilligheid in
aanmerking komen. Met de Ondernemingsraden van de
beide centrale banken wordt over een en ander overleg
gepleegd. Behalve te Amstelveen zal de Coöperatieve
Raiffeisen-Boerenleenbank W.A. ook gevestigd zijn te
Amsterdam, te Utrecht ten kantore van de Coöperatieve
Centrale Raiffeisen-Bank, en te Eindhoven ten kantore
van de Coöperatieve Centrale Boerenleenbank.
Het bedrijf van de N.V. Gemeenschappelijk Bankkantoor te
's-Gravenhage, waarin de beide centrale banken samen
werkten, zal reeds in 1971 geheel voor rekening van de
Coöperatieve Raiffeisen-Boerenleenbank W.A. worden uit
geoefend. Het huidige kantoor van het Gemeenschappelijk
Bankkantoor zal tevens fungeren als bijkantoor Den Haag
van de Coöperatieve Raiffeisen-Boerenleenbank W.A.
Het ligt in de bedoeling van de samenwerkingspartners zo
spoedig mogelijk als de omstandigheden dat toelaten een
begin te maken met de uitoefening van het bankbedrijf
door de Coöperatieve Raiffeisen-Boerenleenbank W.A. De
daaraan verbonden voordelen voor het betalingsverkeer
en voor het effectenbedrijf vragen om realisering op zo
kort mogelijke termijn.
Bij de overheveling van een aantal bankactiviteiten naar de
Coöperatieve Raiffeisen-Boerenleenbank W.A. zullen de
kredietverlening aan het coöperatieve bedrijfsleven en het
daarmee samenhangend betalingsverkeer prioriteit krijgen.
Het aandelenkapitaal van de beide bestaande effecten
kantoren, waarvan de aandelen in handen zijn van de beide
centrale banken, namelijk Schretlen en Co. N.V. en Trans-
andine Handelmaatschappij N.V. zal door de Coöperatieve
Raiffeisen-Boerenleenbank W.A. worden overgenomen.
6
De beide centrale banken hebben reeds besloten tot
functionele integratie van de beide computersystemen,
die zullen zijn opgesteld te Utrecht en Eindhoven. Daarbij
worden deze geautomatiseerde diensten geplaatst onder
een gecentraliseerde leiding, waartoe de beide centrale
banken mandaat hebben verleend aan de Coöperatieve
Raiffeisen-Boerenleenbank W.A.
Een belangrijke stap in de gezamenlijke presentatie van de
samenwerkingspartners is inmiddels genomen door het
voeren van een gemeenschappelijke advertentiecampagne
voor het reisseizoen. Deze gezamenlijke presentatie wordt
in 1971 uitgebreid tot de publiciteit rondom het totale
dienstenpakket van de beide organisaties.
Verder wordt ook overleg gepleegd over de noodzakelijke
harmonisatie van de liquiditeitsregelingen, het rentebeleid
en de rekeningenstelsels van de beide organisaties.
Ook op andere terreinen houden gemengde commissies
zich bezig met de formulering van voorstellen omtrent
harmonisering en integratie.
Het vraagstuk van de verhouding tussen de centrale banken
en de daarbij aangesloten banken heeft de bijzondere
aandacht. Daarbij wordt grote betekenis gehecht aan de
vorming van een goed gestructureerde organisatie in de
eindfase van het samengaan. Bij de gedachtenontwikkeling
en besluitvorming daarover zullen in het bijzonder ook de
aangesloten banken van de beide organisaties worden
betrokken, zulks door middel van de daartoe geëigende
organen van de bestaande centrale banken.
In dit verband kan worden medegedeeld, dat de in mei 1970
door de beide Algemene Vergaderingen van de centrale
banken aanvaarde vestigingsregeling, die de kiem is ge
weest van de verdere ontwikkelingen later in het jaar,
wordt uitgebreid tot alle plaatsen van ons land, teneinde
te komen tot een rationele en economisch verantwoorde
spreiding van de vestigingen over het gehele land. Hier
mede is de beperking, welke van deze regeling uitsloot
plaatsen met 30 000 inwoners en meer, opgeheven.