Verloop van de samenwerking tussen de beide centrale landbouwkredietinstellingen Bij de aankondiging van de samenwerkingsplannen werd de conclusie uitgesproken, dat het nut van deze samen werking slechts dan zo groot mogelijk zou zijn, indien beide organisaties zich zouden openstellen voor het streven naar één organisatie van coöperatieve banken met één centrale bank. Dit einddoel zal eerst kunnen worden bereikt, nadat de door de beide centrale banken opgerichte samenwerkingscoöperatie, de Coöperatieve Raiffeisen- Boerenleenbank W.A. te Amsterdam de daartoe nood zakelijke harmonisatie van beleid van beide centrale banken zal hebben voorbereid, en voorts de voor samenvoeging in aanmerking komende banktechnische activiteiten zal hebben overgenomen. In het eenwordingsproces staat de samenvoeging van de beide centrale banken voorop. Wel is aan de aangesloten banken van beide organisaties het advies gegeven de onderlinge contacten te versterken om, waar mogelijk, reeds thans tot een zekere samenwerking en onderlinge afstemming van het beleid te geraken. In dat verband is de aanbeveling gedaan om te komen tot contactcommissies op plaatselijk niveau, welke ook de mogelijkheden kunnen bezien van een eventuele fusie op een later tijdstip. Met het tot stand komen van fusies dient echter - indien daar toe de wens zou bestaan - te worden gewacht tot het einddoel, de samenvoeging van de beide centrale banken tot één centrale bank, is bereikt. Het treffen van de eerste voorbereiding tot het samengaan van de twee centrale banken was opgedragen aan een voorbereidingscommissie, bestaande uit dr.A.J.Verhage, voorzitter van het Bestuur van de Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Bank en de heer C.G.A.Mertens, voorzitter van de Raad van Beheer van de Coöperatieve Centrale Boeren leenbank, alsmede uit de directies van de beide centrale banken. Aan het voornemen tot samengaan zou geen uitvoering worden gegeven alvorens de Centrale Ringvergadering van de Utrechtse organisatie en de Centrale Kringverga dering van de Eindhovense organisatie, de communicatie organen van beide organisaties, zich daaromtrent zouden hebben uitgesproken. De Algemene Vergaderingen van beide bankorganisaties zouden uiteraard de uiteindelijke beslissingsbevoegdheid hebben. De Utrechtse Centrale Ringvergadering en de Eindhovense,Centrale Kring vergadering hebben op 27 november 1970 hun volledige instemming betuigd met het voornemen tot een zo volledig mogelijk samengaan van de beide centrale banken. De centrale banken zijn vervolgens op 22 december 1970 over gegaan tot oprichting van de Coöperatieve Raiffeisen- Boerenleenbank W.A. te Amsterdam, die de juridische belichaming vormt van de eerste fase van de voorgenomen samenwerking. De Coöperatieve Raiffeisen-Boerenleenbank W.A. stelt zich ten doel 1 Het voorbereiden van een zo volledig mogelijk samengaan van de Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Bank en de Coöperatieve Centrale Boerenleenbank; 2 het voorbereiden en bevorderen van de harmonisering van het beleid van de centrale bank te Utrecht en de centrale bank te Eindhoven ten opzichte van de bij beide instellingen aangesloten banken; 3 het uitoefenen van het bankbedrijf met al hetgeen daartoe behoort of daartoe bevorderlijk kan zijn, en met name het verrichten van die activiteiten, welke door de Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Bank en de Coöperatieve Centrale Boerenleenbank zijn en nog zullen worden samengevoegd en aan de samenwerkingscoöperatie zullen worden over gedragen 4 het voorbereiden van de vorming van één centrale krediet instelling voor alle banken op coöperatieve grondslag. De Coöperatieve Raiffeisen-Boerenleenbank W.A. te Amsterdam heeft twee leden: de beide centrale banken, welke derhalve de Algemene Vergadering vormen. Zij heeft voorts de volgende organen: a De Raad van Beheer, gevormd door de leden van het Bestuur van de Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Bank te Utrecht en de leden van de Raad van Beheer van de Coöperatieve Centrale Boerenleenbank te Eindhoven. Als voorzitter van de Raad van Beheer fungeert de heer C.G.A.Mertens, tevens voorzitter van de Raad van Beheer van de Coöperatieve Centrale Boerenleenbank. Plaats vervangend voorzitter van de Raad van Beheer is mr. C.Th.E.Graaf van Lijnden van Sandenburg, tevens voor zitter van het Bestuur van de Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Bank. Van de Raad van Beheer maken voorts deel uit de heren professor dr.C.F.Scheffer, jonkheer mr.dr. O.F. A.H. van Nispen tot Pannerden, E.J.M.Kolfschoten, mr.J.S. Biesheuvel, mr.J.L.M.Niers en R.Renkema; 4

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Rabobank | 1970 | | pagina 5