179
CHÈQUES.
De spaarder of loopende rekeninghouder eener
Boerenleenbank, die bij genoemde bank over een
zeker te-goed of een zeker 'crediet te beschikken
heeft, kan in het geval, dat hij bijvoorbeeld zijn
leverancier betalen moet, zich tot de Boerenleen
bank wenden, aldaar het noodige bedrag opnemen
(voorzoover zijn te-goed of crediet toereikend is)
en zijn schuldeischer gaan voldoen.
Waar zulks vaak voorkomt, verlangt hij echter
een minder omslachtige wijze, teneinde een koop
op staanden voet te kunnen afsluiten en tijd te
besparen. Hij kan hiertoe zijn leverancier een
papier ter hand stellen, hetwelk het verzoek tot
de Boerenleenbank inhoudt, om aan den met name
genoemden persoon een eveneens genoemd bedrag
uit te betalen.
Dit papier heeten wijChèque.
Deze chèque bevat het volgendeDe Boeren
leenbank te gelieve te
betalen aan de order van den Heer
de som van
Gulden Centen. F
De spaarder of loopende rekeninghouder
afgever der chèque onderteekent ze op een
zegel van tien cent.
Terstond nadat hij deze chèque aan den belang
hebbende heeft afgegeven, zendt hij per post aan
de Boerenleenbank hiervan bericht door middel
van het zoogenaamde „advies".
Dit Advies houdt het volgende in:
De Boerenleenbank te
deel ik hierdoor mede, dat ik per den
aan den Heer
een chèque heb afgegeven, groot F
waarvoor mijn rekening kan worden belast. (Volgt
handteekening).
Wanneer nu de houder van de chèque deze
aan de Boerenleenbank ter betaling aanbiedt, nadat
het zooeven besproken advies is ingekomen, be
taalt de Kassier het op de chèque vermelde bedrag
uit tegen ontvangst der chèque, welke aan de
achterzijde door den houder voor voldaan ge-
teekend moet zijn.
Deze handteekening is vrij van zegel.
Ook een eventueele handteekening voor over
dracht (endossement) is vrij van zegel.
Het spreekt vanzelf, dat dergelijke betalingen
slechts geschieden tot de grenzen van het te-goed
of het toegestane crediet. Wil de spaarder of
loopende-rekening-houder, wanneer deze grenzen
bereikt zijn, op dezelfde wijze blijven voortgaan,
dan zal hij zijn te-goed moeten aanvullen, of een
deel van zijn schuld moeten delgen dan wel cre-
dietverhooging moeten aanvragen.