178 ze onder 3e vermeldde, dat Cheques, welke aan de Centrale Bank ter incasseering worden ge zonden niet alleen aan de voorzijde met een zegel van tien cent moeten gezegeld zijn, maar ook voor elke handteekening, welke tot overdracht aan de achterzijde geplaatst is, een zegel van tien cent moeten dragen. Dit laatste is overbodig. Aan de voorzijde wordt de chèque van een zegel van tien cent voorziende overdrachts- handteekeningen en voldaanteekening aan de achter zijde zijn van zegelrecht vrij. WIE MOET HET ZEGEL BETALEN? Het zegelrecht is verschuldigd: wegens kwitanties, schuldbekentenissen en akten van borgstelling, door den schuldenaar; wegens contracten voor loopende rekening door den loopende rekeninghouder; wegens depositobewijzen en bewijzen van terug betaling van in deposito gegeven gelden, door hem, die in deposito gegeven heeft; wegens kwitantie voor ingelegde spaargelden of ingelegde gelden in loopende rekening en wegens bewijzen van terugbetaling van ingelegde sommen, door hem, die de gelden heeft ingelegd; wegens saldo-biljetten, door hem, die deze stukken teekent. ZEGELRECHT VOOR SPAARGELDEN. Gelijk men elders in dit nummer lezen kan, is sedert de wijziging der Zegelwet 1917 de vrij dom van zegelrecht voor de stukken betreffende de inlagen en terugbetalingen in de spaarbank der Boerenleenbank opgeheven. Voortaan zullen derhalve alle kwitanties, zoowel die voor inleg als die voor terugbetaling, zoo ze bedragen boven tien gulden vermelden, op zegel van tien cent moeten worden geteekend. Tenzij anders wordt overeengekomen, is het zegelrecht in het een en het andere geval ver schuldigd door den spaarder. Zoo mogelijk, teekent de Kassier bij inlagen op zegel in het spaarboekje. Is zulks bezwaarlijk, dan kan hij een afzonderlijke op zegel geteekende kwitantie afgeven en in het spaarboekje zonder zegel teekenen. Doet hij het eerste en vereischt de inlage, dat een Bestuurslid mede onderteekent, dan behoeft slechts één van beiden over het zegel heen te teekenen. Inmiddels worden pogingen in het werk gesteld, om de achteruitzetting der Boerenleenbanken te niet te doen door te verkrijgen, dat of wel de vrij stelling voor alle spaarbanken gelden zal, ofwel de vrijstelling geheel vervalt en de thans nog bevoorrechte spaarbanken aan dezelfde bepalingen worden onderworpen. BEDRAGEN, TE STORTEN OP ÉÉN STOR TINGSBILJET VAN DEN POSTCHÈQUE EN GIRODIENST Nog steeds zijn vele Kassiers van meening, dat op één stortingsbiljet van den Postcheque- en Girodienst geen grooter bedrag mag worden in gevuld, dan een van éénduizend gulden. Storten zij bedragen van meer dan éénduizend gulden, dan vullen zij zooveel stortingsbiljetten in, als de bedragen duizend gulden tellen. Zoo gebeurde het, dat een Kassier voor een bedrag van 12.000 gld. tegelijk twaalf stortings biljetten gebruikte; juist elf te veel. Oorspronkelijk beantwoordde deze wijze van doen aan den eisch, welke was gesteld ten aan zien van stortingen op hulppostkantoren. Doch, gelijk wij in no. 43 der „Mededeelingen" berichtten, is deze eisch inmiddels opgeheven, zoo dat men daar evenals aan alle postkantoren elk bedrag, onverschillig hoe groot, storten kan op één stortingsbiljet. Boekjes, inhoudende 100 stortingsformulieren, zijn bij ons verkrijgbaar tegen den prijs van 80 cent. DE HYPOTHEEKLIJSTEN, BEHOORENDE BIJ DE INSPECTIEVERSLAGEN. Voortdurend komt het voor, dat bij de inspectie bovengenoemde hypotheeklljsten blijken ie zijn zoek geraakt, waardoor de Inspecteur gedwongen wordt, iedermaal een nieuwe lijst op te maken. Zoolang zulks bij uitzondering het geval was, von den wij daarin geen aanleiding tot klagen. Doch nu het euvel in zoo toenemende mate plaats vindt, dat het van uitzondering regel dreigt te worden, achten wij den tijd gekomen, om er even de aan dacht op te vestigen. Het spreekt vanzelf, dat de stukken en be scheiden der Boerenleenbank met de grootste zorgvuldigheid moeten worden bewaard en de heeren Directeuren, die vanwege de Centrale Bank brieven en stukken ontvangen, welke geen zuiver persoonlijk karakter dragen en voor de Boerenleenbank van eenig belang zijn, zullen goed doen, ze terstond na kennisname den Kassier ter hand te stellen ter berging in het Archief. Daardoor zal tevens worden voorkomen, dat de arbeid, welke voor de inspectie der Boerenleen bank moet worden verricht en uit den aard der zaak zeer omvattend is, onnoodig wordt verzwaard. DIVIDENDBEWIJZEN No 4 EN 10 Dividend no. 4 van de aandeelen der Coöp. Centr. Boerenleenbank en dividend no. 10 van die der N. V. Boeren-Hypotheekbank zijn bétaal- baar tegen F 4. Dringend worden de Heeren Kassiers verzocht, de dividendbewijzen ten spoedigste aan de Cen trale Bank ter inwisseling toe te zenden.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Mededeelingen' (CCB) | 1919 | | pagina 2