MEDEDEELINGEN VAN DE COÖPERATIEVE CENTRALE BOERENLEENBANK TE EINDHOVEN. September 1919. N°. 45. T BOERENLEENBANKEN. Toen het vorige nummer der "Mededeelingen" verscheen, waren bij de Coöp Centr. Boerenleen bank 447 Boerenleenbanken aangesloten. Sedert is haar aantal gestegen tot 462. De Boerenleenbank Noordbroek (Gr.) viel uit. De volgende Boerenleenbanken zijn toegetreden Almelo (O.) Angeren (Gl.) Berchem (N.B.), Bor- culo (Gl.), Dalfsen (O Deventer (O.), Doornen burg (Gl.), Hattemerbroek (Gl.), Hulsel (N.B.), Leut (Gl.), Michielsgestel St. (N.B.), Oirsbeek (L.), Philippine (Z.), Rietmole (Gl.), Vorden (Gl.), Waalre (N.B.). WIJZIGING DER ZEGELWET 1917. Bij wet van 27 Juni 1919 is de Zegelwet 1917 gedeeltelijk gewijzigd. Voor de Boerenleenbanken is van belang, dat voortaan ook de kwitanties voor inlage en terug betaling van spaargeldenwanneer het bedragen van meer dan tien gulden betreft, moeten gezegeld worden met een zegel van tien cent. Hieronder volgt een lijst van stukken met opgave van voor elk verschuldigd zegelrecht. I. Kwitanties (voor bedragen boven tien gulden) tien cent. Vrij van zegelrecht zijn de kwitanties voor bedragen van tien gulden of minder, behalve wanneer deze strekken in mindering of tot afdoening van grootere bedragen. Vrij van zegelrecht zijn de kwiteeringen in de voorschotboekjes voor de aflossingen van hetzelfde voorschot, voor welks eerste aflossing in mindering reeds op zegel getee- kend werd. Voor de aflossingen van een en hetzelfde voorschot behoeft dus slechts éénmaal op zegel geteekend te worden. Geschiedt de eerste aflossing na 1 Aug. 1919, dan moet het zegel er een zijn van tien cent. Heeft de eerste aflossing plaats gehad vóór dien datum, zoodat een zegel van vijf cent gebezigd werd, dan is daarmede aan de wet genoegzaam voldaan en behoeft niet alsnog in overeenstemming met het later vastge stelde recht te worden bijgezegeld. Voor rentebetaling is iedermaal een zegel van tien cent vereischt, indien het bedragen geldt boven tien gulden, ofwel bedragen van of beneden tien gulden, welke strekken in mindering of tot afdoening van grootere. Vrij van zegelrecht zijn kwitanties, af te geven aan Staat, provincie, gemeente, water schappen of andere door het openbaar gezag ingestelde zedelijke lichamen en instellingen (bijv. levensmiddelenbedrijven en andere bedrijven, ingesteld ingevolge de Distributie- wet) betreffende sommen, door deze licha men verschuldigd. II. Kwitanties voor ontvangst van gelden van de Coöp. Centr. Boerenleenbank (formulier G) tien cent. III. Saldo-biljetten (formulier 13d, 341, 3411, 341II) tien cent. IV. Contracten voor loopende rekening vijftig cent. V. Contracten met borgstelling voor Kassiers vijftig cent. VI. Schuldbekentenissen dertig cent. Hiervoor is het gebruik van een plakzegel geoorloofd. VII. Uitstelformulier 14, vijftig cent. VIII. Volmachten dertig cent. IX. Verklaringen vijftig cent. X. Verzoekschriften dertig cent. Vrij van zegelrecht zijn verzoekschriften en Statuten, ingezonden ter bekoming van erkenning van vereenigingen. XI. Berichten van ontvangst van postwissels cheques, wissels enz., die beschouwd moeten worden als kwitanties ook wanneer ze niet onderteekend zijn, tien cent. Hierop hebben de vrijstellingen betrekking, welke o.a. hierboven ten aanzien van kwi tanties zijn vermeld. Voldaanteekening op postwissels, cheques en ander handelspapier zijn niet aan afzon derlijk zegelrecht onderworpen en dus vrij. Overdrachtshandteekening of endossement op de achterzijde van wissels, cheques en ander papier aan toonder, assignatiën enz. zijn evenmin aan afzonderlijk zegelrecht onderworpen en dus vrij. DE CIRCULAIRE VAN 29 JULI 1919 INGETROKKEN. De Circulaire van 29 Juli 1919, verzonden „Aan Heeren Kassiers der aangesloten Boerenleenban ken" betreffende de wijziging der Zegelwet wordt hierbij ingetrokken. Wij maken onze lezers erop opmerkzaam, dat genoemde Circulaire niet volkomen juist was, waar

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Mededeelingen' (CCB) | 1919 | | pagina 1