MEDEDEELINGEN VAN DE COÖPERATIEVE CENTRALE BOERENLEENBANK TE EINDHOVEN. December 1918. N°. 42. IN ERNSTIGE TIJDEN Men zal in dit nummer der „Mededeelingen" enkele stukken zien opgenomen, welke op deze plaats bij den eersten aanblik zeer zeker zullen bevreemden. Politieke beschouwingen, ook die ons en al onzen lezers gemeen zijn, behooren in dit tijd schrift niet te huis en daaraan werd dan ook nim mer plaats geruimd. In den ernstigen tijd, welken wij nog slechts ten deele hebben doorgemaakt, was evenwel van meer sprake dan van wat wij onder den naam van politiek, in den engen zin, plegen te verstaan. De omwenteling, welke door de revolutionnaire partijen hier te lande werd beproefd, zou bij een staatkundig tevens een maatschappelijk karakter hebben gedragen. Zij moest niet alleen ons Koningshuis en de huidige Regeering in de algemeene lawine doen verdwijnen, maar tevens de grondslagen der samen leving vernielen, welke zijn godsdienst, huisgezin en eigendomsrecht in christelijken zin. Hetgeen buiten onze grenzen geschiedt, maakt eiken twijfel op dit punt overbodig. Vandaar dat ook de Christelijke Organisaties, welke geen politiek doel beoogen en zelfs de politiek buiten haar kring behooren te weren, zich hebben aangegord, om het vaderland tegen den binnenlandschen vijand te verdedigen. Nu de kracht dier Organisaties het geweld der omwentelaars heeft gebroken, meenen wij, dat de „Mededeelingen" zich niet geheel onbetuigd mogen laten. PROCLAMATIE VAN H. M. DE KONINGIN. Aan mijn volk! Ik gevoel mij gedrongen na hetgeen wij in de bange oorlogsjaren en de laatste dagen met elkaar hebben doorleefd, een woord tot u, mijn volk, te spreken. De oorlog spoedt ten einde onze onafhanke lijkheid is bewaard, ik breng mijn hartelijken dank aan de mannen van leger en vloot, die onver moeid de wacht hebben betrokken en hun krachten en tijd ten offer hebben gebracht en niet minder aan u allen, mannen en vrouwen, die met geduld en volharding de ontbering, door den krijg veroor zaakt, hebt gedragen. De toon van dank voor ons behoud verstomde korten tijd. Want onder den indruk van de geweldige be roeringen in de volken van Europa is ook in ons vaderland de staatsorde een oogenblik bedreigd. Het antwoord daarop door u met overweldigende meerderheid gegeven heeft op mij een diepen indruk gemaakt. Ik dank u daarvoor uit den grond van mijn hart. Getrouw aan de traditie van mijne voorvaderen heb ik nooit anders gewild dan mijn volk te dienen door handhaving van het recht en bevestiging zijner vrijheden, door verzekering van ieders rechtmatige aanspraken op geestelijk en stoffelijk gebied. Gedragen door uwe liefde en trouw zie ik mij in die roeping bevestigd. Het grondwettig gewaarborgd recht van het volk om langs wettigen weg, niet onder den druk van dreigement, zijn verlangen over zijn lot te doen kennen, is gehandhaafd en het parlementair overleg kan worden voortgezet. Het is mijn verlangen de voorgenomen her vormingen door te zetten en aan te vullen met de snelheid die past bij den polsslag van dezen tijd. Reactie zij uitgesloten, wij moeten vooruit. Het is mijn begeerte, dat de nood van het volk in al zijn diepten worde gepeild en naar de mate van de macht der Overheid door deze worde bestreden. Het is mijn wil om steeds in nauwe aanraking te zijn met den volksgeest en om te regeeren in overleg met de vertegenwoordiging van het geheele volk. Ik heb verstaan, dat gij mij daarin steunt en met liefde en vertrouwen tegemoet treedt. Met liefde en vertrouwen aanvaard ik dien steun. God zegene en behoede ons dierbaar vaderland! WILHELMINA. 12 November 1918. L. S. De wapenstilstand tusschen de oorlogvoerenden is gesloten. De vrede is op komst. Wat zien wij thans in Nederland? Gaat er een algemeene juichtoon op, dat wij door Gods hulp ten einde toe buiten den oorlog zijn gebleven? Verheugt iedereen zich, dat aan de steeds toenemende ontberingen ook in Neder land een eind komt? Wijst men op de lichtende toekomst van ons land? In plaats daarvan is er een minderheid in ons volk, die het oogenblik gekomen acht voor een

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Mededeelingen' (CCB) | 1918 | | pagina 1