163
Men ziet, dat het overmaken van gelden aan
de Coöp. Centr. Boerenleenbank door storting op
haar postrekening de kassiers van veel moeiten
en zorgen ontslaat.
Ten eerste heeft men uit den aard der zaak
in de controle van den ambtenaar een tamelijk
afdoenden waarborg, dat er geen abuis heeft plaats
gehad.
Met het stortingsbewijs in handen heeft de kas
sier de zekerheid, dat hij van de zaak af is.
Vervolgens: formulier D behoeft niet meer
te worden opgezonden en het is dus ook niet
meer noodig, om de coupure's met de nummers
der bankbiljetten op te nemen. De moeite van
het brief-lakken is overbodig geworden.
En wat niet van minder belang is de kosten
voor de Boerenleenbank zijn veel geringer. Het
geen voorheen gepaard ging met kosten voor
porto, aanteekenen en verzekering, geschiedt thans
voor 5 cent op hulppostkantoren 5 cent van
elke duizend gulden of gedeelten daarvan.
Het is daarom, dat wij dit gebruik van den
postcheque en girodienst ten zeerste aanbevelen.
Men lette daarbij nog op het volgende:
1. Op hulppostkantoren kan op één stortings
biljet slechts gestort worden tot een bedrag van
duizend gulden.
Voor iedere duizend gulden en gedeelten daarvan
moet dus een afzonderlijk stortingsbiljet worden
ingevuld en van een postzegel van vijf cent voorzien.
Op postkantoren is het bedrag der storting op
één stortingsbewijs onbeperkt.
2. Zooals gezegd, bij storting op de postrekening
der Coöp. Centr. Boerenleenbank is toezending
van formulier D onnoodig.
3. Men ontvangt dan ook niet van de Coöp.
Centr. Boerenleenbank formulier E.
4. Het stortingsbewijs, hetwelk men van den
ambtenaar ontvangt, moet zorgvuldig worden
bewaard, hetzij onder afzonderlijk couvert, hetzij
geplakt in het een of ander register.
5. Men vergelijke nauwkeurig het van de Coöp.
Centr. Boerenleenbank ontvangen maandelijksche
contrölebiljet, dat moet overeenstemmen met de
rekening in Grootboek III.
Toont het onderzoek een verschil aan, dan
berichte men zulks terstond.
6. Voor stortingen zijn de post- en hulppost
kantoren geopend van 9 v.m. tot 1,30 n.m.
Tenslotte deelen wij mede, dat van heden af
de gelden voor de Coöperatieve Centrale Boeren
leenbank kunnen gestort worden op haar post
rekening.
Het nummer dezer rekening is 2384.
DE N V. BOEREN-HYPOTHEEKBANK
In no. 40 der „Mededeelingen" brachten wij
de woorden in herinnering, waarmede de waar
nemende Voorzitter van de Algemeene Vergade
ring der N. V. Boeren-Hypotheekbank, Mr. P.
W. H. Truijen, den Boerenleenbanken, die nog
geen lid waren van de Boeren-Hypotheekbank,
met warmte de toetreding aanbeval als een daad
in het belang van hetlandbouwcrediet, die tevens een
soliede en vruchtbare geldbelegging met zich brengt.
Wij wezen tegelijkertijd op het navolgenswaar
dig voorbeeld van twee Boerenleenbanken die
van Mijdrecht en die van Rijen waarvan de
eerste bij de vijf aandeelen, welke zij had, er vijf
en de laatste bij het eene aandeel, dat zij had,
er negen nam.
En wij vroegen, welke Boerenleenbank dit voor
beeld volgen zou.
Ziethier het antwoord, voor zoover het tot
heden inkwam.
Acht nam één aandeel.
Bergen L. één aandeel.
Breda één aandeel.
Breugel één aandeel.
Den Dungen twee aandeelen.
Gemonde één aandeel.
Grevenbicht had één aandeel en nam er één bij.
Grootebroek had vier aandeelen en nam er
vier bij.
Horn had twee aandeelen en nam er drie bij.
Klimmen nam vijf aandeelen.
Macharen één aandeel.
Merselo één aandeel.
Mill drie aandeelen.
Sprundel vijf aandeelen.
Vierlingsbeek tien aandeelen.
Zwolle had twee aandeelen en nam er drie bij.
Men zal zeggen, dat zulk een antwoord be
moedigend is en tot dank verplicht.
Wij zijn het daarmede eens, doch moeten eraan
toevoegen, dat wij toch geenszins bevredigd zijn.
Wanneer de Beheerders der Boerenleenbanken
ervan doordrongen waren, dat. het hier betreft
een eigen instelling van den landbouwstand, met
het uitsluitend doel, om den boeren een goed,
goedkoop en onopzegbaar grondcrediet te ver
schaffen, waarvan daarenboven het beheer zoo
streng omlijnd en zoo eenvoudig ingericht is, dat
elkeen zich van de soliditeit kan overtuigen, het
antwoord zou zeker meer algemeen zijn.
De Staatscommissie voor den Landbouw heeft
verklaard, dat de Boeren-Hypotheekbank de eenige
Nederlandsche hypotheekbank is, die zich niet
uitsluitend door commercieele doeleinden, doch
in de eerste plaats door het belang der land
bouwende bevolking laat leiden.
Het gaat hier dus om een instelling van en
voor den landbouwstand.
En wat is het geval?
Sedert haar oprichting in 1909 zijn ongeveer
driehonderd en zeventig aandeelen geplaatst, het
geen gelijk staat met nog niet één aandeel per
boerenleenbank.