MEDEDEELINGEN
VAN DE COÖPERATIEVE CENTRALE BOERENLEENBANK TE EINDHOVEN.
Juli 1918. N°. 40
CRISISFONDS.
Blijkens de Agenda der op 17 Juni 1.1. gehouden
Algemeene Vergadering der Coöp. Centrale Boe
renleenbank en de daarbij gevoegde toelichting
dienden Bestuur en Raad van Toezicht der Coöpe
ratieve Centrale Boerenleenbank een voorstel in,
om de rekening „Reserve B." voortaan te noemen
„Reserve B. Crisisfonds" „daarmede willende
te kennen geven, dat dit fonds, zoo niet uitsluitend,
dan toch in hoofdzaak is bestemd, om rampen,
als gevolg eener crisis, te keeren en haar druk
te verlichten" en tevens om deze rekening te
versterken op de volgende wijze:
a. de rekening bedraagt per
31 Dec. 1917 1.082.44
t. de aangesloten Boerenleenbanken
storten volgens een bepaalden
maatstaf - 41.725.
c. de Coöperatieve Centrale Boeren
leenbank stort - 57.192.56
Totaal 100.000.00
Jaarlijks zal een rente, gelijk aan die, welke
aan de Boerenleenbanken in loopende rekening
wordt vergoed, bij het fonds worden bijgeschreven.
Naar aanleiding van dit voorstel heeft ter
Algemeene Vergadering een grondige gedachten-
wisseling plaats gehad en wij achten het niet van
onwaarde, om in een nabeschouwing voor de
lezers der „Mededeelingen" de voornaamste punten
uit de discussie kortelings samen te vatten.
Wat zullen de komende tijden ons brengen?
Is er een crisis op handen En zoo ja, van welken
aard zal zij wezen, hoe lang zal zij duren en
welk een omvang zal zij nemen?
Wie is er, die met eenige zekerheid voor deze
vragen een antwoord heeft!
Niemand echter kan eraan twijfelen, dat althans
de mogelijkheid van 't ontstaan eener crisis
hoe dan ook nooit grooter was dan onder de
huidige omstandigheden en dat zij, wanneer zij
komt, ons letterlijk overvallen zal, omdat wij niet
weten, van welken kant zij dreigt en waar en wat
ze treffen zal.
Terwijl dus de mogelijkheid, dat er, vooraleer
het landbouwbedrijf zich wederom vrij zal kunnen
ontwikkelen, hier en daar buitengewone hulp zal
noodig zijn, verre van uitgesloten is, valt omtrent
de wijze, waarop die hulp zal moeten worden
verschaft, slechts te raden.
Daarom zou het een ijdel werk wezen, om
maatregelen te treffen, gebaseerd op een vooronder
stelde zeer bepaalde omstandigheid, welker ont
staan onder honderd mogelijkheden maar één
kans heeft.
Wat evenwel bij de mogelijkheid eener crisis
alleen wél vaststaat, is, dat het dan wordt een
kwestie van geld.
In dit opzicht kunnen wij derhalve gereed zijn
en vandaar het voorstel, om de rekening „Reserve
B Crisisfonds" op de bovenvermelde wijze
te versterken en aldus een krachtig fonds te
vormen.
Maar, zoo heeft men gevraagd, waarom met de
stichting van dit fonds niet gewacht, totdat de
crisis een feit is?
Omdat wij thans nog verkeeren in een betrek
kelijk bevoorrechten toestand, zoodat wij met
kalme hand die maatregelen kunnen nemen, welke
ons nuttig blijken.
Omdat het met de mogelijkheid eener crisis voor
oogen nu bij uitstek de tijd is, om die voorzorgen
te nemen, zonder welke wij te midden eener
crisis niet tegen hare gevolgen gewapend zijn.
Omdat het onverantwoordelijk zou zijn, niet
terstond te doen, wat gedaan kan worden.
Want brengen wij dit fonds niet tot stand,
vooraleer de crisis losbreekt, dan komt het niet
tot stand.
Ieder herinnert zich de Augustusdagen van 1914.
Vergadering van afgevaardigden der Boerenleen
banken was onmogelijk; voor verreweg de meeste
plaatselijke Boerenleenbanken viel er niet aan te
denken, om haar eigen leden bijeen te krijgen;
hier en daar ontbrak het zelfs aan plaats en
gelegenheid voor overleg tusschen Bestuur en
Raad van Toezicht.
Daarbij hadden ontsteltenis en zorg voor huis
en haard en eigen bedrijf de geesten te zeer
vervuld, dan dat er nog sprake kon zijn van
kalm beraad over hetgeen in het algemeen belang
en voor een ander landsdeel te verrichten viel.
Welke uitwerking zal onder gelijke omstandig
heden een voorstel tot geldelijke bijdrage hebben
Zooals het toen ging, zal het in een nieuw kri
tiek tijdsgewricht eveneens gaan: Onderwijl ieder
ter plaatse aan zijn werk blijft, neemt de Coöpe
ratieve Centrale Boerenleenbank de algemeene
leiding; moge zij ook dan met Gods hulp
de Organisatie veilig langs de klippen sturen tot
heil harer leden.
Heeft zij in die omstandigheden de beschikking