152
In verband met het sub 2° bepaalde worden de
desbetreffende Boerenleenbanken uitgenoodigd bij
dergelijke stortingen bericht aan de Coöperatieve
Centrale Boerenleenbank te zenden, welk bericht
ongeveer in den volgenden vorm kan geschieden:
Boerenleenbank
teden1918.
Aan
de Coöperatieve Centrale Boerenleenbank
te Eindhoven.
Door dezen verzoeken wij U den Handelsraad
van den A. B. T. B. te crediteeren met F
en daarvoor onze rekening te belasten; zulks
ingevolge opdracht van de Afdeeling
van den Handelsraad van den A. B. T. B.
De Boerenleenbank te
(handteekening)
In dezen vorm is het bericht zegelvrij.
Ingeval de Afdeeling van den A. B. T. B. in reke
ning-courant staat met de plaatselijke Boerenleen
bank, behoeft zulke afdeeling geen geld te storten,
doch kan volstaan met een schriftelijk verzoek
aan de Boerenleenbank om een bedrag van X gul
dens over te schrijven ten laste harer rekening en
ten gunste van den Handelsraad van den A. B. T. B.
zijne rekening houdend bij de Coöperatieve Boe
renleenbank te Eindhoven.
De boeking is dan:
A. B. T. B debet in Grootboek III; Dagboek
kolommen 10 en 13.
Coöp. Centr. Boerenleenbank credit in Groot
boek III; Dagboekkolommen 5 en 8.
Wordt aan de Boerenleenbank in contanten
betaald, dan is de boeking:
Coöp. Centr. Boerenleenbank credit in Groot
boek III; Dagboekkolommen 5 en 8.
N. V. BORGMAATSCHAPPIJ VAN DEN
NEDERLANDSCHEN BOERENBOND
Den 18den Mei j.1. werd de volgende Circulaire
aan de voornaamste landbouworganisaties verzon
den.
Door den Heer Minister van Landbouw, Nijver
heid en Handel werd bij schrijven van den 11 den
December 1917 aan de Coöperatieve Centrale
Boerenleenbank te Eindhoven advies verzocht
omtrent de vraag, of de Boerenleenbanken gebaat
zouden zijn bij de oprichting eener Borgmaat-
schappij en of het persoonlijk borg-blijven zou
kunnen vereenvoudigd worden dan wel vervallen.
Reeds vóór de ontvangst van genoemd schrijven
waren besprekingen aangevangen met het doel,
om tot de oprichting van een Borgmaatschappij
ten dienste der Landbouworganisaties te geraken.
Met de uitbreiding van het aantal vereenigingen
ten bate van den landbouw en de stijgende ver
antwoordelijkheid dier vereenigingen en harer
ambtenaren namen de borgstellingen hand over
hand toe.
Hierdoor traden de bezwaren, verbonden aan
persoonlijke borgstelling, te scherper ook aan het
licht.
Voor Kassiers, Directeuren, Zaakvoerders van
Boerenleenbanken, Zuivelfabrieken, Pakhuizen,
Veilingsvereenigingen enz. werd te goeder trouw
borg gesproken, zelfs voor onbegrensde som.
Bij Boerenleenbanken o a. bleven vaak alle
Bestuursleden borg, terwijl niemand aan weigeren
dacht.
Dwong echter de noodzakelijkheid, om de aan
gegane verplichting na te komen, dan was de
ontgoocheling groot.
Dan bleek het, dat men de onderteekening voor
borg als een bloote formaliteit had beschouwd
zonder aan de gevolgen te denken, dat men de
draagwijdte van het borg-blijven niet had begrepen.
Daarom zou het van groot belang zijn, dat een
goede, vertrouwde, door ons gekende Maat
schappij zulke borgstellingen overnam.
Vreemde maatschappijen blijven voor ons ge
sloten wij kunnen ons daar van den gang van
zaken niet ten volle overtuigen.
Wat wij dus moeten hebben, dat is een maat
schappij, waarin onze Organisaties zelf zitten en
zeggenschap hebben en aan welke wij zonder voor
behoud ons vertrouwen kunnen schenken.
Door haar tusschenkomst zouden vereenigingen
ook borgstelling kunnen verleenen voor aangegane
leeningen.
Tot nu toe werd als regel het Bestuur der
betrokken vereeniging daarvoor aangezocht; doch
het kan niet worden ontkend, dat hierin ten op
zichte van hen, die meerendeels belangeloos ten
gerieve der vereeniging werkzaam waren, een
groote onbillijkheid lag.
Het gebeurde dan ook meermalen, dat uit be
ginsel tegen deze wijze van zekerheidsstelling
verzet opkwam.
Ook hieraan ware dus tegemoet te komen.
Ten slotte zou zij haar diensten kunnen bewij
zen in zake zekerheidsstelling bij het pachten van
hoeven en landerijen.
Middellijk zou een zoodanige Borgmaatschappij
eveneens groote voordeelen opleveren.
Aan tal van bezwaren en moeilijkheden, die
met een zoo gewichtige aangelegenheid als een
borgstelling door personen uit den aard der zaak
samenhangen en eruit voortvloeien, zou een einde
komen in verband met te stellen zekerheid zou
de Maatschappij het recht van controle kunnen
worden verleend, hetgeen reeds bij voorbaat als
een waarschuwing op administratie en beheer der
betrokken vereeniging zou invloed oefenen.
Ook zou met eenzelfde opvoedende strekking